Geen afbeelding beschikbaar

Oorsprong van de achternaam

Volgens veel bekende verhalen voerde Napoleon de achternaam in Nederland in. Maar uit de tijd voor Napoleon zijn al achternamen bekend. Denk maar aan Michiel de Ruyter. Hoe zit dat?

Voor 1799 kwamen achternamen officieel alleen voor bij edelen, omdat het voor hen belangrijk was hun afstamming via hun naam vast te leggen. Die 'achternamen' waren vaak verbonden aan het gebied waarover de edele regeerde. Zo verwijst Oranje naar de Franse streek Orange, en verwijst Nassau naar de burcht Nassau, vlak bij de huidige stad Nassau an der Lahn in Duitsland.

Janszoon en andere patroniemen

Voor de ‘gewone man’ was een voornaam echter vaak ook niet voldoende, omdat er in een dorp meerdere mensen dezelfde naam hadden. Dit werd opgelost door het zogenaamde patroniem, waarbij de naam van de vader achter die van het kind werd geplaatst. Als je vader bijvoorbeeld Hendrik heette en jijzelf Pieter werd je naam Pieter Hendriks of Pieter Hendrikszoon. Zo werd alsnog een beetje duidelijk uit welke familie iemand kwam. 

Naast patroniemen werd er ook vaak gebruik gemaakt van toenamen. Zo’n toenaam refereerde vaak aan een eigenschap van de persoon, vaak een fysiek kenmerk. Zo ontstonden namen als ‘De Lange’. Ook konden beroepen achter iemands naam worden genoemd, om duidelijk te maken over wie er gesproken werd. Bakker en molenaar zijn daar bekende voorbeelden van. Ook toponiemen, een verwijzing naar de plek waar iemand woonde, kwamen voor. In steden werden de verwijzingen naar beroepen vaak gebruikt, op het platteland kwamen toponiemen vaker voor. 

Kerkregisters

Echter, vaak werden dit soort familienamen, patroniemen of toponiemen zelden tot nooit officieel vastgelegd. Een burgerlijke stand bestond nog niet. Wel hielden de kerken bij wie er gedoopt werd, trouwde en overleed, maar ook daar kwamen zulke namen vaak niet of nauwelijks in voor. In doopregisters werd vaak geen achternaam opgeschreven, maar werd aangegeven wie de ouders waren. Als Jan en Gertruide hun dochter Marie lieten dopen, noteerde de kerk dat in het doopregister als: Marie, dochter van Jan en Gertruide. De namen van de ouders werden dan nog vaak aangevuld met hun toenamen of patroniemen. Maar bij het vastleggen van doop en overlijden werd er lang niet altijd een eenduidige methode aangehouden. Alleen voor het vastleggen van huwelijken gold er vanaf het Concilie van Trente een enigszins eenduidige methode. 

Spelling

Iets wat de registratie, maar vooral het onderzoek in de archieven later, erg lastig maakte, was dat er ook geen eenduidige spelling bestond. Zo kon de toenaam van één persoon op verschillende manieren gespeld werd, als de klerk die de doop registreerde een ander was dan de persoon die een huwelijk registreerde. Iemand kon als Gertruide de Korte gedoopt worden, maar als Gertruyde de Corte trouwen.   

Napoleon voert de achternaam in

In de Napoleontische tijd (1799-1815) veranderde dit en kwam er meer eenheid. In 1796 werd er in Frankrijk en het huidige België al een systeem van burgerlijke stand ingevoerd, waardoor achternamen noodzakelijk werden. In 1811 werden ook in de Noordelijke Nederlanden achternamen ingevoerd, of liever gezegd: formeel vastgelegd, want in de meeste gevallen gebruikten mensen gewoon de familienaam waarmee ze al bekend stonden. Verder werd bepaald dat de achternaam altijd van vader op kind zou overgaan en dat bij een huwelijk de vrouw de achternaam van de man zou krijgen, al bleef haar meisjesnaam wel bestaan. Dat betekende dat de vrouw officieel de naam van haar man moest aannemen. Dat ging echter niet vanzelf. Het duurde nog tot 1825 voordat alle Nederlandse achternamen helemaal waren vastgelegd. 

Napoleons Code Civil

De invoering van de achternaam had te maken met het burgerlijke wetboek, de Code Civil die onder Napoleon werd ingevoerd. Dat wetboek maakte het noodzakelijk dat alle burgers in het rijk werden geregistreerd. Daardoor werd het ook noodzakelijk dat de namen en achternamen van alle burgers in het rijk op een eenduidige manier werden geregistreerd. Die registratie vormt nog altijd een belangrijke basis voor veel zaken in die we vandaag de dag in Nederland heel normaal vinden. Zoals Napoleon zelf al zei tijdens zijn ballingschap op St. Helena; “Mijn echte roem komt niet van het feit dat ik veertig veldslagen heb gewonnen. De herinnering aan Waterloo zal zovele overwinningen uitwissen. Wat door niets zal worden uitgewist, wat eeuwig zal voortbestaan, is mijn Code Civil.”

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

bloed en spelen

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. 

colosseum

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

vrouw amerika

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

draken in de alpen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.