Opruimen van wrakstukken uit de Tweede Wereldoorlog
Regelmatig worden er in Nederlandse bodem resten aangetroffen van vliegtuigen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn neergeschoten. Vaak gaat het om bommenwerpers van de RAF, maar soms worden ook Duitse of Amerikaanse vliegtuigen gevonden. In augustus 2023 werd een grote operatie gestart om een neergeschoten Britse Lancasterbommenwerper die op de bodem van het IJsselmeer lag, te bergen.
Relatief hoge verliezen voor de Duitsers
In de luchtoorlog van 1940-1945 boven Nederland werden meer dan 5000 oorlogsvliegtuigen neergehaald. Met name Duitse Messerschmitts en Britse Lancaster- en Halifax bommenwerpers crashten op Nederlandse bodem of belandden in zee. De Duitse luchtmacht leed in mei 1940 relatief hoge verliezen tijdens de verovering van Nederland. Tijdens de gewaagde, maar mislukte luchtlandingsoperatie rond Den Haag stortten 220 vliegtuigen ter aarde. 1600 Duitsers werden krijgsgevangen gemaakt. De meeste neergestorte Duitse bommenwerpers, veelal bestuurd door instructeurs, vielen ten prooi aan het Nederlandse luchtafweergeschut.
Honderden geallieerde vliegtuigen neergehaald
Op hun beurt schoten de Duitsers tijdens de bezetting in Nederland honderden geallieerde vliegtuigen uit de lucht. Vermoedelijk kwamen zo’n 1085 Britse en Amerikaanse bemanningsleden met vliegtuig en al terecht in de Nederlandse bodem. Overigens nadat velen van hen, mede door het slechte zicht, Nederlandse doelen hadden bestookt. De vliegtuigen kwamen vooral neer in de Noordzee, in de wateren van Zeeland en tussen de Waddeneilanden. Ook boorden honderden neergehaalde vliegtuigen zich soms meters diep in de grond. Met name in Limburg en rond de steden Arnhem en Nijmegen lagen sinds de oorlogstijd Amerikaanse en Britse wrakstukken.
Zelfstandig puinruimen
Het grootste gedeelte van het puinruimen werd al tijdens de bezetting verricht door de Duitsers. Vanaf de bevrijding stond het eenieder vrij de wrakstukken weg te halen. Dit tot opluchting van boeren en baggerbedrijven die hinder ondervonden van losliggende wrakstukken en niet-geëxplodeerde explosieven onder de grond en in zee. De overheid vaardigde in 1996 een verbod uit op het zelfstandig weghalen van neergeschoten oorlogsmateriaal. Dit mocht enkel worden gedaan onder toezicht van een officier van de Koninklijke Luchtmacht. Sindsdien lagen nog zo’n 30 tot 35 wrakstukken onder de grond.
Een eervolle herbegrafenis voor de piloten
Het CDA en CU wilden 30 mei 2018 de overheid laten betalen voor het bergen van wrakstukken uit de Tweede Wereldoorlog. De kosten van het lokaliseren en opgraven van neergestorte vliegtuigen kwamen tot vandaag voornamelijk neer bij de gemeentes, die per wrakstuk al gauw een half miljoen euro kwijt waren. Enkel wanneer er op de crashsite mogelijk bommen zouden liggen, wilde de overheid een gedeelte van de opruiming meebetalen. Het Rijk vermeed dusver het dekken van de volledige berging omdat dikwijls onduidelijk was of de omgekomen vliegtuigbemanning überhaupt gevonden zou worden.
Bergen in het IJsselmeer
Op 4 september 2023 is het Ministerie van Defensie begonnen met het bergen van een vliegtuigwrak in het IJsselmeer. De berging is onderdeel van het Nationaal Programma berging vliegtuigwrakken. Dit programma is door de rijksoverheid in 2019 in het leven geroepen, met als hoofddoel de stoffelijke resten van piloten uit de Tweede Wereldoorlog te bergen. Veel nabestaanden van gesneuvelde piloten vinden het fijn om het lot van hun geliefden te weten en dat ze een waardige begrafenis en graf krijgen. Voor het programma heeft de overheid 15 miljoen euro uitgetrokken, en werkt hierbij samen met gemeente. Omdat het een kostbare aangelegenheid is, heeft de rijksoverheid de mogelijkheid om maximaal drie vliegtuigwrakken per jaar te bergen.
Het wrak in het IJsselmeer is een Britse Lancasterbommenwerper ED603. Het vliegtuig werd in 1943 onderschept door een Duits jachtvliegtuig terwijl het op de terugweg was na een bombardement op de Duitse stad Bochum. Het vliegtuig werd neergehaald en stortte in het IJsselmeer. Daarbij kwamen alle zeven bemanningsleden om.
Om het wrak te bergen wordt een gebied van 30 bij 30 meter met damwanden afgezet, zodat er een soort bak ontstaat. Die bak wordt leeggepompt, zodat het wrak van de bodem kan worden weggehaald. Daarbij gaan de instanties voorzichtig te werk. Niet alleen kan er nog munitie in het wrak liggen, ook gaan de instanties ervan uit dat de lichamen van enkele bemanningsleden zich nog in het wrak bevinden. Mochten er inderdaad menselijke resten gevonden worden, dan zullen die met gepaste eer geborgen worden, geïdentificeerd, en zal er ook een passende begrafenis komen.
In het IJsselmeer worden naar schatting nog 220 vliegeniers vermist. Op 26 juni 2022 werd er naar aanleiding van een burgerinitiatief een monument onthuld bij het Friese Molkwerum om deze nog vermiste soldaten te herdenken.
Bestelinformatie
Spoor naar Woeste Hoeve – De zoektocht naar de geëxecuteerde piloot Czesław Oberdak
Auteur: Richard Schuurman,
ISBN: 978-90-8704-250-9
Uitgever: Verloren
Prijs: €29,–
Bestel Spoor naar Woeste Hoeve
Bronnen:
Afbeeldingen:
- Public doman via Wikimedia Commons
- By Royal Air Force official photographer : Saidman [Public domain], via Wikimedia Commons