Oranje moeder Amalia van Solms
Toen de Duitse gravin Amalia van Solms-Braunfels in 1625 in Den Haag werd gekleed voor haar huwelijk met Frederik Hendrik, de jongste zoon van Willem van Oranje, vouwde ze haar handen en sprak de woorden: “Quid reddam Domino” (Hoe zal ik het de Heer vergoeden). De Duitse Amalia drukte haar stempel op het Nederlandse hofleven en koningshuis. Zo bouwde ze paleizen en breidde ze het ceremonieel uit. Maar hiernaast lukte het haar om ook politieke macht uit te oefenen.
Amalia van Solms-Braunfels werd op 31 augustus 1602 geboren op het familieslot in Braunfels, Duitsland. Haar vader was een neef van Willem van Oranje en Amalia bevond zich in gegoede kringen. Amalia stamde uit een geslacht van oude maar verarmde adel. Ze groeide op aan het keurvorstelijk hof in Heidelberg, maar het gezin reisde heel wat af doordat Amalia’s vader de belangrijkste politieke adviseur was van Frederik V, de koning van Bohemen. Frederik V vluchtte echter in 1620 samen met zijn vrouw, de Engelse koningsdochter Elizabeth Stuart, naar Nederland nadat zijn unie hem in de steek had gelaten. Het gezin Solms volgde het koninklijke paar en Amalia kwam als 18-jarige voor het eerst aan in Den Haag, waar ze optrad als hofdame van Elizabeth Stuart.
Frederik Hendrik
Rond 1622 ontmoette Amalia Frederik Hendrik, prins van Oranje, en ontstond er een amoureuze maar platonische relatie tussen de twee. Frederik Hendrik was echter nogal een bonvivant en hield er meer relaties op na, wat hem de bijnaam ‘mooi Heintje’ opleverde. Hij vroeg de 20 jaar jongere Amalia uiteindelijk ten huwelijk in 1625. Het aanzoek kwam echter niet zomaar tot stand, want zowel Frederik Hendrik als zijn broer, stadhouder Maurits, waren notoire rokkenjagers die zich niet aan één vrouw wilden binden. Op zijn sterfbed eiste Maurits echter dat zijn broer zou trouwen en voor nakomelingen zou zorgen. Hierop viel de keus op Amalia. Het huwelijk vond plaats op 4 april 1625. Amalia was, ondanks dat haar familie niet erg vermogend was, een goede partij doordat haar grootmoeder een zuster van Willem van Oranje was. De dichter Vondel beschreef de verbintenis tussen het paar als volgt:
Had Paris dees belonckt in ‘t midden van Godinnen:
Had hem Amelia bescheenen met een blick:
Hij hadse schoonst geroemt: nu schonck haar Frederick
d’Oranjen Appel, als aan d’eere der Vorstinnen.
Hofleven en Huwelijk
Kort na het huwelijk van het stel, op 23 april 1625, overleed Maurits, waardoor Frederik Hendrik stadhouder werd. Het hofleven in Nederland veranderde hierdoor aanzienlijk. Zowel Amalia als Frederik Hendrik hielden van mooie bouwwerken en kunst. Ze lieten dan ook nieuwe paleizen (Huis ten Bosch) bouwen en oude renoveren en hingen ze vol met kunstwerken van bijvoorbeeld Peter Paul Rubens. Ook werd, onder leiding van Amalia, het ceremonieel flink uitgebreid, wat ze spiegelde aan het Boheemse hof. Dit alles gebeurde in een naar het schijnt gelukkig huwelijksleven. De eerst zo losbandige Frederik Hendrik hield er geen affaires meer op na en het stel kreeg samen negen kinderen. Amalia was dan ook een vrouw met een groot plichtsbesef en bestuurde zowel haar gezin als het hofleven op een strikte wijze. Dit deed zij met behulp van haar spontane, open persoonlijkheid. Wel verloor ze vaak haar zelfbeheersing, wat ten koste ging van haar waardigheid, waardoor ze lomp en ruw kon overkomen.
Kinderen en politieke invloed
Amalia was buitengewoon zelfstandig en erg consequent. Volgens bewaard gebleven documenten was zij een vrouw met hoge plichtsopvattingen. Amalia hield van orde. Haar gezin, huis en hofhouding werden goed door haar bestuurd. Via haar kinderen probeerde Amalia haar dynastieke ambities te verwezenlijken. Zo liet ze haar haar oudste zoon, Willem II, met de 9-jarige koningsdochter Maria Stuart van Engeland trouwen. Verder mocht haar oudste dochter Louise niet met haar jeugdliefde Henri Charles de la Trémoille trouwen, omdat deze niet invloedrijk genoeg was. Tijdens het leven van Frederik Hendrik was Amalia een trouwe adviseur, maar echte politieke macht had ze niet. Dat kwam pas aan het einde van zijn leven, ongeveer vanaf 1640, toen zijn jicht steeds meer begon op te spelen en hij waarschijnlijk ook aan Alzheimer begon te leiden. Amalia verving hem steeds vaker bij belangrijke besprekingen en bewerkstelligde bijvoorbeeld dat Frederik Hendrik meewerkte aan de vredesonderhandelingen die zouden leiden tot de vrede van Münster in 1648. Door al deze ontwikkelingen begonnen de Oranjes steeds meer een monarchale dynastie te worden, in plaats van een familie van stadhouders.
Latere leven
Na de dood van Frederik Hendrik in 1647 volgde de oudste zoon Willem hem op. Deze stierf echter onverwachts in 1650, waarna raadspensionaris Johan de Witt besloot om geen stadhouder meer aan te stellen, wat leidde tot het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672). Ondanks deze beslissing kon Amalia het redelijk goed vinden met De Witt. In deze tijd oefende Amalia grote druk uit op haar schoondochter, Maria Stuart, om invloed te krijgen op de opvoeding van haar kleinzoon, Willem. Dit lukte, helemaal na 1660 toen Maria overleed, en de zorg voor Willem grotendeels op Amalia terechtkwam. Ze maakte nog mee dat Willem in 1672 stadhouder werd, maar stierf kort daarna, in 1675 op 73-jarige leeftijd. Haar dynastieke ambities zijn ruimschoots verwezenlijkt, want ze is de ‘stammoeder’ van de meeste nog regerende Europese vorstenhuizen.