‘Over de schreef gaan’ – waar komt die uitdrukking vandaan?
Volgens de Dikke Van Dale betekent ‘over de schreef gaan’: te ver gaan. Maar waar komt deze uitdrukking vandaan? En wat is een ‘schreef’ eigenlijk? Het antwoord op die vragen vonden we in het Oude Rome én in het middeleeuwse Amersfoort.
In het oud-Vlaams betekent ‘schreve’ zoiets als een geografische grens, of denkbeeldige scheidslijn. Ook nu noemen Vlamingen de grens tussen België en Frankrijk in de Westhoek nog steeds ‘schreve’. Wie ‘over de schreef gaat’, overschrijdt dus een grens. En dat kan op allerlei manieren…
Over de schreef in de oudheid
Een ‘schreef’ kennen we tegenwoordig als het kleine streepje aan de uiteindes van letters in lettertypes (fonts) als Times New Roman. De schreef is echter geen moderne uitvinding, maar bestaat al duizenden jaren. In de Griekse en Romeinse oudheid, in de tijd dat tekst vaak nog in steen werd gebeiteld, bestond hij in ieder geval al. De schreef had een praktisch nut: om niet uit te schieten beitelden de schrijvers eerst de schreven, waarna zij netjes hun woorden konden uithakken. Als ze onverhoopt toch uitschoten en ‘over de schreef’ gingen, dan was het werk verpest. De fout kon immers niet makkelijk gewist worden.
Over de schreef in middeleeuws Amersfoort
Een ander verhaal dat men graag in Amersfoort vertelt, gaat niet over beitels, maar over messen. In de Middeleeuwen was de schreef was een soort meetlat die bij stadspoorten werd gebruikt om de messen die bezoekers bij zich hadden op te meten. Wie de stad binnenkwam, moest zijn of haar mes aan de poortwachters laten zien. Die hielden het mes naast de ‘schreef’. Als het mes langer was dan aangegeven op de schreef, dan moest de bezoeker het inleveren. Ook werden er regelmatig boetes uitgedeeld. Daarmee werd onder meer de bouw van de stadsmuren bekostigd. Zo droegen bezoekers ‘hun steentje bij’. In de Koppelpoort in Amersfoort, die wordt opengesteld tijdens Open Monumentendag, kun je nog steeds een ‘schreef’ bezichtigen.
Over de schreef tijdens het knikkeren
Tegenwoordig worden knikkerputjes ingemetseld in het trottoir, maar toen dat niet het geval was, moesten kinderen inventiever zijn. Ze trokken daarom zelf een lijntje in het zand of maakten een grens met takjes of een touwtje. De knikkers moesten zo dicht mogelijk bij de ‘schreef’ in de buurt komen, maar mochten de lijn niet passeren, want dan was de knikkeraar af. Soms was de schreef een cirkelvormige grens in het spel en moest men juist de knikkers, ballen, nootjes of steentjes bínnen de lijnen werpen. Wie ‘over de schreef ging’ had te ver gegooid en daarmee het spelletje verloren.
Spreekwoorden – hoe zit het ook alweer?
Ze veranderen soms van betekenis, er komen nieuwe bij, we ‘lenen’ ze uit andere talen. Alle gangbare Nederlandse en Vlaamse spreekwoorden vind je in het Van Dale Spreekwoordenboek. Compleet met prachtige illustraties, essays en citaten.
Bronnen:
- T. Samara, Typography Workbook: A Real-World Guide to Using Type in Graphic Design (Gloucester 2004) 21.
- E. van Eeden, Groot Spreekwoordenboek: Betekenis, gebruik en herkomst van de bekendste spreekwoorden en gezegden uit de Nederlandse taal (Aartselaar 2011), 161.
- Trouw/Jaap de Berg, ‘Wie over de schreef gaat, overschrijdt een grenslijn’ (2015)
- De Telegraaf/Thijs Wartenbergh, ‘Amersfoort: kei van een stad’ (2014)
Afbeelding:
Knikkerende kinderen, prent van Jan Luyken uit Des menschen begin, midden en einde (Amsterdam 1712). Public Domain via Rijksmuseum.