Pieter van Vollenhove wilde ook prins worden
Op 10 januari 1967 trouwde Pieter van Vollenhoven met prinses Margriet. Hij was daarmee de eerste Nederlandse burger die met een lid van het koningshuis trouwde. Woensdag verscheen een biografie van oud-vicepremier Barend Biesheuvel waarin wordt beweerd dat Van Vollenhoven er destijds verbolgen over was dat hij niet de titel prins verkreeg. Van Vollenhoven zelf ontkent dit.
In 1965 kondigden prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven hun verloving aan. Dat jaar hadden (toenmalig) prinses Beatrix en Claus von Amsberg eveneens hun verloving bekend gemaakt. Volgens sommige bronnen bestond er destijds onenigheid tussen de twee verloofde stellen. Ze waren het er niet over eens wie het eerst zou mogen trouwen, en welke titels uitgedeeld zouden worden. Uiteindelijk trouwden prinses Beatrix en Claus in 1966, en volgden prinses Margriet en Van Vollenhoven in 1967. Koningin Juliana bepaalde dat Claus wel de prinselijke titel ontving en Pieter van Vollenhoven niet.
Barend Biesheuvel was in die tijd vicepremier. Afgelopen woensdag verscheen er een biografie over deze politicus, gebaseerd op aantekeningen die Biesheuvel destijds maakte. Volgens Biesheuvel belde Pieter van Vollenhoven hem vijf dagen na het huwelijk van Beatrix en Claus op en liet hij weten dat hij diezelfde dag nog wilde langskomen. Van Vollenhoven zei: “het is discriminatie dat Claus wel de prinsentitel ontvangt en ik niet”. De vicepremier bespeurde tevens ‘hevige verontwaardiging’ bij Van Vollenhoven over het feit dat zijn eventuele zoons wel prinsen zouden zijn, maar hijzelf niet.
Pieter van Vollenhoven heeft deze verontwaardiging zelf overigens altijd ontkend. Volgens hem was de beslissing aan koningin Juliana, en die was tegen het uitdelen van titels. In een reactie op de pas verschenen biografie zei hij dat hij zich alleen zorgen maakte om de indruk die buitenlanders zouden krijgen als kinderen een titel kregen die hun vader niet bezat. Van Vollenhoven geeft echter aan dat de sterke reactie die Biesheuvel beschrijft nooit heeft plaatsgevonden. “Het lijkt mij hoogst merkwaardig dat ik een jaar na de verloving nog naar Biesheuvel zou zijn gestapt. Ik kan mij er in elk geval niets van herinneren.”