Prins Bernhard lobbyde voor Fokker
Uit de biografie van journalist Stan de Jong Neelie Kroes. Hoe een Rotterdams meisje de machtigste vrouw van Europa werd die morgen verschijnt, blijkt dat prins Bernhard tijdens een bezoek van een Arabische sjeik in 1994 lobbyde voor Fokker. Maar al in 1976 moest hij van de Nederlandse overheid alle banden met het bedrijfsleven verbreken. Die afspraak werd gemaakt na het aan het licht komen van de Lockheedaffaire.
De jaren zeventig waren een tijd van scherpe politieke tegenstellingen, anti-oorlogsdemonstraties, politiek activisme, kraakbeweging, abortusdemonstraties, legalisatie van softdrugs, maar ook van gijzelingsdrama’s en een aantal politieke affaires, zoals de Lockheed Affaire waar Prins Bernhard bij betrokken bleek. Prins Bernhard zou in voorgaande jaren 1,1 miljoen dollar aan steekpenningen hebben ontvangen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed. Het kwam aan het licht doordat de Amerikaanse Senaat onderzoek deed naar de smeergeldaffaire bij de Amerikaanse vliegtuigbouwer. Toen uitkwam dat de “very high Dutch Official” Prins Bernhard was, stond de regering voor een moeilijke keuze.
Kabinet Den-Uyl
Het kabinet Den-Uyl besloot een commissie in het leven te roepen: de commissie-Donner, de vader van de huidige minister van Binnenlandse Zaken Piet-Hein Donner. Zij stelden vast dat binnen de top van Lockheed rondom 1959 het idee was ontstaan de prins een JetStart vliegtuig aan te bieden. Ze wilden daarmee een wit voetje halen in Nederland en ze hoopten dat het gunstig zou uitpakken voor de verkoop. Het eerste idee vond geen doorgang en uiteindelijk werd aan Bernhard een som van 1 miljoen dollar aangeboden. Iets minder dan tien jaar later, in 1968, ontving de prins opnieuw een bedrag van 100.000 dollar. In 1974 werden er bovendien brieven gevonden waarin hij erop aandrong dat het bedrag op zijn rekening zou worden overgemaakt.
Gevolgen
Het oordeel van de commissie was niet mis en de prins werd hard aangepakt. Het dreigde te leiden tot een constitutionele crisis. Er was dan ook een sterk vermoeden dat koningin Juliana dreigde met aftreden als de prins strafrechtelijk vervolgd werd. Bernhard moest vervolgens erkennen fouten gemaakt te hebben. Hij mocht nooit meer openbaar in uniform verschijnen en moest zijn functies in het bedrijfsleven en als inspecteur-generaal der Krijgsmachten neerleggen. Hij moest onder andere stoppen met zijn commissariaten, waaronder die bij Fokker.
Fregattendeal 1994
Uit het onderzoek naar het leven van Eurocommissaris Kroes blijkt dat zij, destijds voorzitter van het Netherlands Marine Consortium, Bernhard betrok bij de fregattenlobby met Sjeik Mohammed bin Zayed al-Nahyan. Het gesprek zou een onverwachte wending hebben genomen toen Bernhard van de gelegenheid gebruik maakte om de vliegtuigen van Fokker aan te prijzen. Het is niet bekend of de in 2004 overleden Bernhard toestemming aan het toenmalige kabinet-Kok had gevraagd om zich in de fregattendeal te mengen. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) wil volgens het AD niet op deze vraag ingaan omdat het "een onderwerp van historisch onderzoek" betreft.
Historisch onderzoek
De schrijvers baseren zich op gesprekken met direct betrokkenen en zeer vertrouwelijke documenten. Bernhard-deskundige Gerard Aalders zegt in het AD dat de beschuldiging in de Kroes-biografie het eerste bewijs is dat de prins zich niet aan de afspraken hield. "Het was altijd mijn overtuiging dat Bernhard is blijven doorrommelen, alleen waren daar de bewijzen niet eerder voor geleverd", aldus Aalders.