Rasphuis: voorloper van de moderne gevangenis
Als gevolg van het nadenken over misdaad en straf heeft het aanzien van Nederlandse gevangenissen in de loop van de eeuwen al verscheidene gedaantewisselingen ondergaan. Een bijzondere voorloper van het moderne gevangeniswezen vinden we in het 16e-eeuwse Amsterdam, waar in 1596 het Rasphuis werd opgericht.
In de 16e eeuw ontstond in Amsterdamse kringen onvrede over de behandeling van criminelen. Onder invloed van humanistisch gedachtegoed werd gezocht naar alternatieven voor de vaak onmenselijke martelpraktijken en openbare geselingen. De Amsterdamse geleerden Dirck Volkertszn. Coornhert en Cornelis Hooft (de vader van P.C. Hooft) wisten het stadsbestuur enthousiast te maken voor een heropvoedende manier van strafoplegging: ‘werken voor de gemeenschap en kost’. Zo werd op 19 juni 1596 een tuchthuis geopend in het voormalige Clarissenklooster.
Dwangarbeid in het Rasphuis
Gedurende de eerste jaren van dit Amsterdamse tuchthuis kregen de gevangenen lichte lijfstraffen en moesten ze dwangarbeid verrichten. In 1599 werd het recht verkregen om hout te raspen, en werd het gebouw omgedoopt tot ‘Rasphuis’. Vanaf dat moment moesten de opgesloten delinquenten Braziliaans hout raspen. Het geproduceerde poeder werd vervolgens gebruikt in de textielververij. Niet veel later kreeg het Rasphuis in Holland en West-Friesland zelfs het monopolie op de verwerking van verfhout. Overigens werden in dit tuchthuis alleen mannen opgesloten. Niet lang na de oprichting van het Rasphuis zag elders in Amsterdam het Spinhuis het licht, waar met name jonge bedelaarsters en prostituees werden opgesloten en gedwongen werden garen te spinnen.
Rasphuis als verbeteringsinstituut
Terwijl misdadigers voorheen slechts gestraft werden voor wat ze hadden gedaan, was het Rasphuis vooral bedoeld als een ‘verbeteringsinstituut’. Daarmee vormde het Rasphuis een belangrijke opmaat voor het moderne juridische denken. Op het toegangspoortje van het Rasphuis werd een reliëf aangebracht, van een wagen volgeladen met rasphout en getrokken door leeuwen, een wolf, een everzwijn en een beer. Zij worden in toom gehouden door een menner. Dit illustreerde de achterliggende gedachte van het Rasphuis: ‘wilde beesten moeten getemd worden’.
Pompen of verzuipen?
Er bestaan verhalen over een kelder die zich onder het Rasphuis zou bevinden, waar de gevangenen in werden gegooid als ze zich niet fatsoenlijk gedroegen of hun werk niet goed verrichten. Deze kelder stroomde dan voortdurend vol met water. Om in de nijpende situatie het hoofd boven water te kunnen houden, was er maar één oplossing: het handmatig bedienen van een kleine waterpomp die in de kelder aanwezig was. Het vooruitzicht te moeten ‘pompen of verzuipen’ zou er voor hebben gezorgd dat veel gevangenen het niet snel in hun hoofd haalden de regels te overtreden.
Teloorgang van het Rasphuis
De pedagogische gedachte van het Rasphuis ging overigens vanwege onbezonnen winstbejag al snel verloren. In de loop van de 17e eeuw werd het tuchthuis in toenemende mate gebruikt om goedkope arbeidskrachten uit te buiten. Uiteindelijk zou het Rasphuis in 1815 worden opgeheven, toen het na de Franse bezetting het monopolie op de houtverwerking was kwijtgeraakt. In 1892 werd het gebouw afgebroken om plaats te maken voor een zwembad. Vandaag de dag herinnert alleen de ‘rasppoort’ nog aan dit voormalige tuchthuis.
Moderne ontwikkelingen
Vanaf het einde van de 19e eeuw voltrokken zich nog een aantal belangrijke hervormingen in het gevangeniswezen. Zo werden rond 1880 ‘eenmans-cellen’ geïntroduceerd. Het duurde echter tot na de Tweede Wereldoorlog voor het gevangenissysteem daadwerkelijk ‘humaner’ werd. In de loop van de 20e eeuw kwam de nadruk steeds meer te liggen op ‘resocialisatie’ en het streven naar een herintrede in de maatschappij. Hierin weerklinkt het ‘heropvoedende’ idee waar bij het Rasphuis sprake van was.
Huidige bezuinigingen
Nog altijd is het idee dat een misdadiger doormiddel van een straf geschikter moet worden gemaakt voor de maatschappij van grote invloed op het strafrecht. Het idee van herintreding wordt bijvoorbeeld kracht bijgezet door de invoering van de enkelband: bepaalde gevangenen mogen dan, op voorwaarde van het dragen van een enkelband, thuis hun straf uitzitten. Net als hun voorgangers in het Rasphuis zijn ze overigens wel verplicht om te werken.
Leestip:
Dirck Volckertsz Coornhert (1522-1590): een wondere ijveraar
Auteur: Gerrit Voogt
Uitgeverij: Verloren
ISBN: 9789087048082
Winkelprijs: €15,-
Bronnen
- Volkskrant, Kabinet wil gevangenissen sluiten, 22-3-2013
- Geschiedenis24, De Gevangenis, 2003
- Geschiedenis Amsterdam, Rasphuispoort
- Geert Mak, Een kleine geschiedenis van Amsterdam, 1994
Afbeeldingen
- Wikimedia, Het Rasp-huys. Ets (...), 1663
- Reinier Vinkeles, Poort van het Rasphuis, 1779