Mitterrand en Kohl houden elkaars hand vast tijdens de herdenking in Verdun, 1984. Bron: Maitresinh, Flickr.

Samenwerking Frankrijk en Duitsland

De basis voor de samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland tijdens de twintigste eeuw werd gelegd door de toenmalig Franse president Francois Mitterrand (1981-1995) en de West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl (1982-1998).

Slag bij Verdun

Zeventig jaar na de start van de Eerste Wereldoorlog kwamen de Franse president en de Duitse bondskanselier samen om de gevallen soldaten bij de slag bij Verdun te gedenken. De slag bij Verdun werd geleverd tussen Franse en Duitse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De slag die werd uitgevochten in 1916 duurde in totaal tien maanden. Er zijn bij de slag 163.000 Fransen en 143.000 Duitsers omgekomen. Daarnaast zijn er minimaal een half miljoen gewonden gevallen. Nog nooit had er zo’n lange slag plaatsgevonden op zo’n klein stuk grond, het slagveld was niet meer dan tien vierkante kilometer groot, waarbij zoveel mensen betrokken waren.

Handdruk als symbool van verzoening

Op de plaats waar 130.000 gevallen soldaten lagen, werden Franse en Duitse vlaggen neergelegd en werden de volksliederen van de twee landen gespeeld. Mitterand en Kohl drukten elkaar de hand. Een foto van de minutenlange handdruk wordt het symbool van de verzoening tussen Frankrijk en Duitsland. Kohl en Mitterand ontwikkelden een goede verstandshouding. Tezamen waren zij een belangrijke motor voor de Europese integratie. Twee oude aartsvijanden verzoenden zich met elkaar en hun verleden.

Basis Europese samenwerking

Deze Frans-Duitse samenwerking wordt tegenwoordig gezien als basis waarop Europese samenwerking is gebouwd. Hieruit vloeiende latere samenwerkingsverbanden voort als de EU (1992), de euro (2002) en het Europese leger, Eurocorps (1992). Op deze verstandhouding bouwen Merkel en Sarkozy momenteel voort. Zij pleiten gezamenlijk voor een nieuw Europees verdrag voor de 27 lidstaten van de Europese Unie. In het verdrag moeten automatische sancties voor landen met een begrotingstekort van meer dan drie procent worden opgenomen. Daarnaast moet er volgens de twee leiders, zolang de crisis aanhoudt, elke maand een Europese top plaatsvinden. Hierdoor kan de huidige crisis worden beteugeld en de euro als stabiele munt worden behouden.