Speuren naar het graf van Johan van Oldenbarnevelt
Op 13 mei 1619 werd landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt op het Binnenhof in Den Haag onthoofd. Hij is kort daarop zonder enig ceremonieel begraven in de Hofkapel, direct ten noorden van de Ridderzaal. Tot nu toe is vergeefs gezocht naar zijn graf. Er staat echter een grootscheepse restauratie van het Binnenhofcomplex op de rol. Dit biedt de kans voor een diepgaand archeologisch onderzoek, maar dan moet vanwege de kosten vooraf met enige zekerheid worden vastgesteld dat de stoffelijke resten van Oldenbarnevelt zich inderdaad onder de voormalige kapel bevinden. Ronald Prud’homme van Reine dook in opdracht van het ministerie van OCW en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in de archieven om de plaats van het graf te achterhalen
Onmiddellijk nadat Johan van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 voor de Ridderzaal was onthoofd, plaatsten boden een kist met zijn lichaam in de Hofkapel. Hier bezat de familie Oldenbarnevelt een graf. Johans vrouw Maria van Utrecht en hun kinderen kregen te horen dat ze er het stoffelijk overschot mochten laten begraven. Waarschijnlijk regelde Johans zoon Reinier de begrafenis, in overleg met de rechters. Hij kreeg toestemming om hoofd en romp na wassing in een linnen laken en wassen kleed te laten wikkelen en in een waardige eikenhouten kist over te plaatsen. Dit gebeurde na drie uur ’s nachts, in de Hofkapel. Om half vijf werd de kelder van het familiegraf geopend en daalde de kist erin neer. Ten slotte werd de zerk herplaatst.
De familie was uit protest afwezig. Zij wilde Oldenbarnevelt eigenlijk in de kerk in zijn heerlijkheid Berkel bijzetten, maar daarvoor kreeg ze geen toestemming. Hoewel de familie verzekerde van de teraardebestelling een sobere aangelegenheid te willen maken, was het zeker niet uitgesloten dat deze op een bloedig openbaar protest tegen de executie zou uitlopen. Vandaar dat de rechters dit verboden. Ze beriepen zich daarbij op een door de Staten-Generaal genomen besluit, dat merkwaardigerwijs niet is opgetekend.
Het familiegraf in de Hofkapel was overigens een goed alternatief, want Oldenbarnevelts dochter Geertruid lag er al sinds 1601. De Engelse gezant Dudley Carleton schreef in 1619 dat de grafkelder toen in het bezit was van Cornelis van der Mijle; hij was in 1603 getrouwd met Johans jongste dochter Maria en werkte ook voor Oldenbarnevelt als diplomaat. Ook Reinier van Oldenbarnevelt is nadat hij in 1623 was onthoofd vanwege zijn aandeel in een samenzwering tegen het leven van prins Maurits, in de grafkelder in de Hofkapel bijgezet.
Heimelijk naar Berkel?
In de loop van de 17de eeuw kwamen verhalen in omloop dat de familie de kist van Oldenbarnevelt later in het geheim naar Berkel had overgebracht, ’s nachts, met een lijkkoets waarvan de wielen lederen banden hadden en de hoeven van de paarden van geluiddempend textiel waren voorzien.
Benieuwd hoe dat afliep? Je leest het in Geschiedenis Magazine nummer 8 van 2020. (Zie afbeelding.)
Abonnees krijgen dit nummer omstreeks 14 november in de brievenbus.
Dit nummer niet missen, maar nog geen abonnee? Meld je aan vóór donderdag 29 oktober 16:00 u., dan krijg ook jij dit nummer thuis!
JA, GRAAG! GEEF EEN ABONNEMENT CADEAU