Koning Fahd, de persoon die de olieprijs deed kelderen in 1986 en Koning Salman

Strijd binnen de OPEC: De daling van de olieprijs in 1986

Na de twee grote oliecrises in 1973 en 1979, steeg het conflict tussen Saoedi-Arabië en Iran tot een kookpunt. Toen Iran de olieprijs wilde verhogen, besloot Saoedi-Arabië om in te grijpen en de markt te overstromen met de grote hoeveelheden olie die nog in het land lagen opgeslagen. Het gevolg was een grote daling van de olieprijs in 1986.

Moeizame samenwerking binnen de OPEC

In 1960 werd de organisatie van olie exporterende landen (de OPEC) opgericht. Al vanaf de oprichting had Saoedi-Arabië het leiderschap opgeëist. Saoedi-Arabië was de grootste producent van ruwe olie en had daardoor een belangrijke stem binnen de organisatie. Als er gezamenlijk met de andere leden van OPEC iets besloten moest worden, was het vooral zaak om Saoedi-Arabië mee te krijgen. Bij de eerste oliecrisis lieten de OPEC-leden al gezamenlijk zien een grote speler te zijn in de wereldeconomie. Landen als de Verenigde Staten en Rusland hielden de olieproducerende landen dan ook maar liever te vriend.

Hoewel de oliecrisis van ’73 liet zien dat eensgezindheid binnen de OPEC mogelijk was, ging de samenwerking tussen de OPEC landen niet altijd even gemakkelijk. Vooral Venezuela en Libië lagen dwars en vanaf 1979 kwam daar Iran bij. Iran was in dat jaar een Islamitische Republiek geworden onder Ayatollah Khomeini. Zowel Saoedi-Arabië als Iran hadden nu een sterk geïslamiseerde regering, maar omdat Iran sjiitisch was en Saoedi-Arabië soennitisch, werd de relatie tussen beide landen steeds slechter. Omdat Khomeini de Iraanse olie-industrie aan banden legde, brak bijvoorbeeld de oliecrisis van 1979 uit.

Verhoging van de olieprijs

Terwijl Saoedi-Arabië in de jaren ’80 probeerde de olieprijzen stabiel te houden hielden andere OPEC landen zich niet aan deze afspraken. Dat kwam deels door politieke spanningen tussen de landen in het Midden Oosten in deze periode. Omdat de rivaliteit met Iran tot een kookpunt was gestegen, had Saoedi-Arabië in de oorlog tussen Irak en Iran de kant van Irak gekozen.

Iran, ook een grote speler in de oliehandel, wilde Saoedi-Arabië graag een hak zetten en had geld nodig om de oorlog tegen Irak te financieren. Om aan meer geld te komen verlaagde Iran in de eerste helft van de jaren ‘80 de export van olie en vroeg zijn bondgenoten om dat ook te doen. Elf van de dertien OPEC landen gingen daarin mee. De verlaging van de export zorgde voor een schaarste op de energiemarkt en de olieprijs steeg hard. Daardoor kregen de landen meer geld voor hun olie en kon Iran makkelijker de oorlog tegen Irak financieren. Het bleek het begin van een nieuwe oliecrisis.

Saoedi-Arabië wilde niet meegaan met de prijsverhoging van Iran. Naast dat dit haar aartsrivaal alleen maar goed zou uitkomen, had het koninkrijk ook nog eens nauwe banden met de Verenigde Staten. De Verenigde Staten was afhankelijk van olie uit het Midden-Oosten om de eigen economie stabiel te houden. Saoedi-Arabië was op zijn beurt weer afhankelijk van de militaire hegemonie van de Verenigde Staten om het land te beschermen tegen buitenlandse invallen. Stijgende olieprijzen konden zorgen voor het wegvallen van militaire steun en dat zou een gevaar vormen voor de soevereiniteit van de dunbevolkte woestijnstaat. Ondanks bedreigingen van Saoedi-Arabië ging Iran door met haar olie-politiek. Iran leek het leiderschap in de OPEC opgeëist te hebben.

Olie in de uitverkoop

Koning Fahd van Saoedi-Arabië bleef echter niet stilzitten. In een poging om Iran op de knieën te dwingen, bracht hij vanaf 1985 grote olievoorraden op de markt, die het land als reserve had opgeslagen. Omdat de export van olie steeg, maar de vraag hetzelfde bleef, daalde de olieprijs in sneltreinvaart en zag Iran haar inkomsten dalen. Dit was niet alleen het geval in Iran, maar ook in alle andere olieproducerende landen. Hoewel Saoedi-Arabië nog steeds evenveel inkomsten had als ervoor, raakte de reservevoorraad olie snel op. Beide rivalen werden dus hard getroffen door de beslissing van koning Fahd. De olieprijs halveerde in het eerste halfjaar van 1986 en andere olie producerende landen begonnen Iran onder druk te zetten omdat hun economie in gevaar kwam.

Uiteindelijk kon Iran niet langer bluffen en moest het toegeven aan de wens van Saoedi-Arabië om de prijs voor olie stabiel te houden. In de zomer van 1986 werd besloten om de olieprijs te verhogen naar een acceptabele prijs voor alle leden van de OPEC. Alleen Irak mocht de lage prijs handhaven. Toen de stofwolken waren opgetrokken, leek het alsof er niets was veranderd. Toch was er één groot verschil: Saoedi-Arabië had duidelijk gemaakt dat het de prijsverhogingen van andere OPEC-leden niet meer ging compenseren.

Afbeelding:

Bronnen:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!