Martelaar Hoessein en de oorsprong van het sjiisme
Voor de Sjiieten is de dood van Hoessein één van de belangrijkste gebeurtenissen uit de Islamitische geschiedenis. Wie was deze derde imam die sneuvelde tijdens de slag bij Karbala?
Op zoek naar een opvolger
Na de dood van de profeet Mohammed in 631, hadden de leden van de Islamitische gemeenschap, de oemma, niet meteen een opvolger. Volgens het Islamitisch geloof is Mohammed de laatste profeet, dus wie zijn opvolger ook was, hij zou geen profeet zijn. Het gevaar dat de oemma uit elkaar zou vallen was zeker aanwezig. In een noodvergadering tussen de belangrijkste leiders werd besloten dat Abu-Bakr de opvolger van Mohammed, oftewel de kalief zou worden. Abu-Bakr was de schoonvader en een goede vriend van Mohammed . Hij was de eerste buiten de familie van Mohammed die zich had bekeerd tot de Islam.
Juist deze beslissing zou later grote gevolgen hebben voor de eenheid van de Islamitische gemeenschap. Een kleine groep volgers had namelijk liever een familielid van Mohammed als eerste kalief gezien. Deze groep zag Ali als zijn enige opvolger. Ali was de neef van Mohammed en de man van de dochter van de profeet. De groep kreeg uiteindelijk haar zin toen Ali de vierde kalief werd. Tijdens zijn heerschappij vocht hij een burgeroorlog, een fitna, tegen Mu’awiya, de gouveneur van Syrië. Toen Ali werd vermoord, werd Mu’awiya de eerste kalief van de Ummayadendynastie.
Het verbroken verdrag van Hasan
Na de moord op Ali, stelde diens zoon Hasan een verdrag op met Mu’awiya. Volgens dit verdrag mocht Mu’awiya regeren als kalief, maar mocht hij niet worden opgevolgd door zijn zoon. De Islamitische gemeenschap bleef ondanks dit verdrag sterk verdeeld in een groep die de Ummayaden steunde en een groep die liever een nakomeling van Ali zag regeren.
Toen de zoon van Mu’awiya, Yazid, toch aan de macht kwam, brak er opnieuw een burgeroorlog uit. Veel van de Islamitische leiders waren niet tevreden met zijn politieke beleid en vonden de opvolging op basis van afkomst niet legitiem. De heerschappij van Mu’awiya moest ten einde komen en zijn opvolger moest een bindende factor zijn binnen de oemma. Omdat Hasan inmiddels al overleden was, kwam men al snel uit bij Hoessein, de tweede zoon van Ali. Hoessein ibn Ali ibn Abu Talib was op dat moment 54 jaar en leefde in de handelsstad Medina. Hij erkende de nieuwe kalief niet en werd door ontevreden leiders van Arabische stammen overgehaald om ten strijde te trekken tegen Yazid.
Een ongelijke strijd
Hoessein vertrok met een groep vrienden en familie richting Damascus. Hij hoopte dat hij steun zou krijgen van soldaten uit een legerbasis in Kufa, maar die hulp kwam niet. In 680 stonden de legers van Hoessein en Yazid tegenover elkaar in Karbala, in het huidige Irak. Hoessein vocht een ongelijke strijd. Zijn 72 soldaten stonden tegenover een leger van 10.000 man en konden de strijd onmogelijk winnen. Alle soldaten kwamen om het leven, de familie van Hoessein werd gevangengenomen en het hoofd van Hoessein werd afgeleverd aan Yazid in zijn paleis in Damascus. De slag bij Karbala was het begin van de tweede fitna, die bijna tien jaar zou duren en opnieuw gewonnen werd door de Ummayaden.
Hoessein als centrale martelaar
Onder een groep moslims stonden Ali en Hoessein door deze geschiedenis bekend als martelaren. Ze werden beschouwd als een voorbeeld in het verzet tegen tirannie. Hun volgelingen verzamelden zich in de Shi’at Ali, de partij van Ali, een groep die we nu nog kennen als de sjiieten. De sjiieten erkenden de kaliefen niet en erkennen de nakomelingen van Ali als imam, leider van de Islamitische gemeenschap. De sjiieten vormen de grootste minderheid binnen de Islamitische stromingen, terwijl de meeste moslims zichzelf soennieten noemen en minder waarde hechten aan de gebeurtenissen rond Ali, Hoessein en hun nakomelingen.
In de geschiedenis van het Midden-Oosten zijn er verschillende sjiitische rijken ontstaan die tegenstand boden tegen de soennitische kaliefen. Het land Iran wordt op dit moment geleid door Sjiieten, in de Iraanse revolutie speelde het martelaarschap van Hoessein een belangrijke symbolische rol. Het verschil in politiek religieuze overtuiging tussen de soennieten en sjiieten is vaak een oorzaak van conflict. Jaarlijks herdenken de sjiieten de dood van Hoessein in de tien dagen voor Asjoera, de tiende dag van de Islamitische maand Muharram.
NOOT
(1) In dit stuk wordt de Christelijke jaartelling gebruikt.
(2) Er is een groot gebrek aan historische bronnen over de Islamitische politiek in dit tijdperk.
(3) De naam Hoessein wordt op verschillende manieren naar het latijnse schrift vertaald. Ook Hussein of Husayn wordt gebruikt.
Bronnen:
- New World Encyclopedia: Battle of Karbala
- Trouw: Bloeden voor imam Hoessein
- BBC: What is Ashura?
- Arthur Goldschmidt jr. & Aomar Boum: A Concise History of the Middle East
Abeelding:
- Wikimedia Commons: Brooklyn Museum - Battle of Karbala, Abbas Al-Musavi (tussen 1868 en 1933) [Public Domain]
- Wikimedia Commons: Imam Husayn Shrine, Robert Clive, 1850 [Public Domain]