Van symbolisering tot ontkenning: de 8 fases van genocide
Tijdens het symposium ‘Genocide Getekend’, georganiseerd door het NIOD op 1 april 2016, werd er niet alleen gesproken over genocide in strips. Ook het begrip zelf werd behandeld door sommige sprekers. Zo werd er gezegd dat genocide niet als iets statisch gezien moet worden, maar dat het een proces is. Uit wat voor fases bestaat dit proces dan? Gregory Stanton vatte het samen in een model.
Volgens Stanton is genocide een proces dat zich ontwikkelt in acht fases die voorspelbaar maar niet onverbiddelijk zijn. Bij elke fase kunnen preventieve maatregelen het proces stoppen. Bovendien is het proces ook niet lineair. Latere fases worden natuurlijk wel voorafgegaan door eerdere fases, maar alle fases blijven tijdens het proces doorgaan met functioneren.
Classificatie
Alle culturen hebben categorieën om mensen in “wij en zij” te onderscheiden door etniciteit, ras, religie of nationaliteit. Samenlevingen die gemixte categorieën niet hebben maar slechts twee uitersten, zoals Rwanda, zijn het meest vatbaar voor genocide. Een preventieve maatregel in deze vroege fase is het promoten van tolerantie en begrip om etnische of raciale scheidslijnen te ontstijgen. De katholieke kerk had in Rwanda deze rol kunnen spelen, zij het niet dat het zelf geteisterd werd door etnische botsingen.
Symbolisering
We geven namen of andere symbolen aan deze classificaties. We noemen mensen “Joden” of “buitenlanders”, of we onderscheiden ze door kleuren en kleding. Vervolgens worden die symbolen toegepast op de leden van groepen. Classificatie en symbolisering zijn universeel menselijk en hoeven niet perse tot genocide te leiden, tenzij ze leiden tot de volgende fase, namelijk ontmenselijking. Dit gecombineerd met haat kan ervoor zorgen dat symbolen gedwongen worden bij leden van pariagroepen, zoals de gele ster voor Joden onder de Nazi-heerschappij.
Ontmenselijking
De ene groep ontkent de menselijkheid van de andere groep. Leden van die groep worden gelijkgesteld aan dieren, ongedierte, insecten of ziektes. Ontmenselijking overstijgt de normale menselijke afkeer van moord. Haat, propaganda in de media wordt gebruikt om de slachtoffergroep belachelijk te maken. Om ontmenselijking tegen te gaan, moet het aanzetten tot genocide niet verward worden met vrijheid van meningsuiting.
Organisatie
Genocide is altijd georganiseerd, meestal door de staat die gebruikt maakt van milities zodat het mogelijk is om verantwoordelijkheid van de staat te ontkennen. Soms is de organisatie informeel of gedecentraliseerd. Speciale legereenheden of milities worden vaak getraind en bewapend, zoals de Interahamwe militie tijdens de Rwandese genocide. Bovendien worden er plannen gemaakt voor genocidale moorden. Om deze fase tegen te gaan zouden milities verboden moeten worden via wetgeving.
Polarisatie
Extremisten drijven groepen uiteen. Haatgroepen zenden polariserende propaganda uit, wetten verbieden gemengde huwelijken of sociale interactie. Extremistische terroristen vallen gematigden aan en intimideren de mensen in het centrum, zoals bij ISIS het geval is. Gematigden van de daders eigen groep zijn het best in staat om genocide te stoppen. Preventie kan dan bereikt worden door bijvoorbeeld gematigde leiders te beschermen of hulp te geven aan mensenrechtenorganisaties.
Voorbereiding
Slachtoffers worden geïdentificeerd en gescheiden vanwege hun etnische of religieuze identiteit. Er worden death lists Leden van slachtoffergroepen worden gedwongen om herkenningstekens te dragen en hun eigendommen worden onteigend. Mensen worden vaak gesegregeerd in getto’s, gedeporteerd naar concentratiekampen of verplaatst naar een regio om te verhongeren. Dit laatste was vooral bij de Armeense genocide het geval. In deze fase moet een internationale interventie voorbereid worden.
Verdelging
In deze fase begint de verdelging van de slachtoffergroep en wordt het al gauw de massamoord die juridisch gezien ‘genocide’ wordt genoemd. Het is ‘verdelging’ voor de moordenaars, omdat ze niet geloven dat hun slachtoffers volledig menselijk zijn. Als het door de staat wordt gefinancierd, werkt de krijgsmacht vaak samen met milities om de groep uit te moorden. Soms leidt de genocide tot wraakmoorden van groepen tegen elkaar, waardoor er een soort vicieuze genocidecirkel ontstaat, zoals in Burundi. Bij deze fase kan alleen een directe en overweldigende gewapende interventie de genocide stoppen.
Ontkenning
Dit is de fase die altijd na een genocide plaatsvindt. Het is één van de duidelijkste indicatoren voor verdere genocidale slachtingen. De daders van genocide graven de massagraven op, verbranden de lichamen, proberend om het bewijs te verbergen en getuigen te intimideren. Ze ontkennen dat ze ook maar één misdaad hebben gepleegd en geven vaak de slachtoffers de schuld voor wat er is gebeurd. Ze blokkeren onderzoeken van de misdaden en blijven aan de macht totdat ze verdreven worden met geweld. Het antwoord op ontkenning is bestraffing door een internationaal tribunaal of nationale rechtbanken. Bij de genocides in Rwanda en Bosnië was dit het geval.
<h3><strong>Bronnen</strong></h3>
www.genocidewatch.org, <a href="http://www.genocidewatch.org/aboutgenocide/8stagesofgenocide.html" target="_blank">8 fases</a>
Adam Jones, <em>Genocide: A comprehensive introduction</em> (London 2011).
NIOD, Symposium ‘Genocide Getekend’ (1 april 2016).
<h3><strong>Afbeeldingen</strong></h3>
Srebrenica, <a href="https://en.wikipedia.org/wiki/Srebrenica_massacre" target="_blank">via Wikipedia</a>
Jood als ongedierte, <a href="http://www.slideshare.net/SocProf/10-stages-of-genocide" target="_blank">via Slideshare</a>
Armeense deportatie, <a href="https://en.wikipedia.org/wiki/Armenian_Genocide" target="_blank">via Wikipedia</a>
Radovan Karadzic, onttkent wat er in Srbrenica is gebeurd, <a href="https://en.wikipedia.org/wiki/Radovan_Karad%C5%BEi%C4%87" target="_blank">via Wikipedia</a>