Visie op de geschiedenis van de bril
Grootste uitvindingen: Sinds de ontwikkeling van de bril, een optisch instrument dat afwijkingen aan het menselijk oog corrigeert, ziet de wereld er voor veel mensen een stuk helderder uit. Door de eeuwen heen is er op allerlei uiteenlopende manieren geprobeerd om met behulp van glas en edelstenen het menselijk gezichtsvermogen te verbeteren.
In de Griekse wereld was bekend dat glas en stukken edelsteen gebruikt konden worden om dingen –voor het zicht- te vergroten, maar een praktische toepassing om zicht te verbeteren was nog onbekend. In het jaar 65 voor Christus klaagt de Romeinse politicus Cicero dan ook dat vanwege de afname van zijn gezichtsvermogen ‘er niets anders op zit, dan me door slaven te laten voorlezen’. De eerste bekende ‘brildrager’ was de Romeinse keizer Nero. Volgens geschriften van Plinius de Oudere uit 75 na Christus gebruikte Nero een stuk hol uitgeslepen smaragd om gladiatorengevechten beter te kunnen bekijken.
Ibn al Haitham
De Arabische arts en wiskundige Aboe Ali al-Hazin ibn al Haitham (965-1039) ontdekte de breking van licht in glas. In een boek over optiek beschreef hij dat met behulp van halve glazen bollen het menselijk zicht daadwerkelijk gecorrigeerd kon worden. De Arabische arts maakte zijn hulpmiddel van Beryl, een doorzichtige halfedelsteen. Vermoedelijk is het Nederlandse woord ‘bril’ afgeleid van de naam van deze steen. Tegen het einde van de 12e eeuw bereikte de kennis vanuit de Arabische wereld Venetië. Toen Erazm Golek Vitello in 1240 het Arabische boek van Ibn al Haitham naar het Latijn vertaalde, werd zijn kennis ook beschikbaar voor een grote groep geleerden en monniken in Europa.
Leessteen
Met behulp van de beschrijvingen van Ibn al Haitham maakten West-Europese monniken de eerste halfronde lenzen. Deze plaatsten ze met de platte kant op een boek, zodat de letters vergroot werden. De Engelse monnik Roger Bacon beschreef in 1267 in zijn natuurwetenschappelijke boek Opus Major dat ‘het plaatsen van glazen bollen op een boek hem helpt met lezen en grijsaards met zwakke ogen zo ook kleine letters op normale afstand kunnen lezen’. Binnen de monnikenorden verspreidden zijn geschriften zich over vele kloosters in Europa, en zo werd de leessteen een veelgebruikt optisch hulpmiddel.
Nietbril
De stap naar het allereerste draagbare gezichtshulpmiddel liet vanaf toen niet lang meer op zich wachten. Er doet een verhaal de ronde dat de Italiaanse monnik Allessandro della Spina in 1284 twee kleine vergrootglazen in een houten raamwerkje maakte en zo de eerste draagbare bril ontwierp. Een andere naam die met de uitvinding van de bril in verband wordt gebracht is die van Salvarino d’Armati. Hij overleed in 1317 in de Santa Maria Maggiore in Florence en op zijn graf staat dat ‘hier de uitvinder van de bril ligt’. Op 23 februari 1305 maakte de monnik Giordano di Rivato in een preek melding van een ‘Occhiali’, oftewel bril. Deze eerste brillen bestonden uit twee glazen, elk vastgezet in een ijzeren, hoornen of houten ring. In het midden werden de losse onderdelen met een nagel als een soort scharnier aan elkaar vastgemaakt. Deze zogenaamde ‘nietbril’ werd nog tot het einde van de 16e eeuw gebruikt.
Mutsbril
Het oudst bekende portret van een brildrager werd in 1352 gemaakt door Tommaso da Modena en toont de kardinaal Hugo de Province, die aan het schrijven is met een nietbril op zijn neus. In de 14 eeuw maakte de bril een verdere ontwikkeling door. Door handelscontacten van Venetië met onder andere Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk ontstond het ambacht van brillenmaker. Door de ontwikkeling van de boekdrukkunst ontstond er een steeds grotere behoefte aan leeshulpmiddelen. Door de jaren heen werd er van alles geprobeerd om de bril makkelijker draagbaar te maken. Zo was er in de late middeleeuwen de zogenaamde mutsbril, die bestond uit een metalen montuur dat aan een hoofddeksel bevestigd was en zo voor de ogen gedragen kon worden. Eeuwenlang bleven brillenmakers zoeken naar het meest praktisch montuur. Rariteiten als het enkelglazige monocle, de knijpbril en het lorgnet (dat nog zelf vastgehouden moest worden) werden door de eeuwen heen bedacht en gedragen. Toen de Engelse opticien Edward Scarlett in 1730 het montuur met poten op of achter het oor ontwierp, bleven de monocle en de knijpbril nog jarenlang populair. Uiteindelijk is het ontwerp van Scarlett het meest praktisch gebleken en tot op de dag van vandaag in gebruik.
Bronnen
- Vlaamse Kunstcollectie, Uitvinding van de bril (…)
- Onvergetelijk verleden, Leessteen en Mutsbril, 06-04-2011
- Birth History, Clear as Glass, 08-11-2010
- Algemeen Dagblad/Marten Dooper, Van leessteen tot bril (…), 05-10-2004
- College of Optometrists, The invention of glasses
- Optiker.at, Die geschichte der brille (…)
- Etymologiebank.nl, bril (…)
- Mieke van Baarsel, Blij met een bril, 21-02-2003
- Brilmuseum Amsterdam, Homepage
- Carl Zeiss Vision, De geschiedenis van de bril, 01-01-2012
Afbeeldingen:
- Wikimedia Commons, Tommaso da Modena (...)
- Wikimedia Commons, Besicles
- Birth History, Reading stones