Voltaire: Vader van de Revolutie
“Het vasthouden van een pen is hetzelfde als iemand de oorlog verklaren”. Vanwege zijn gewaagde geschriften was Voltaire in zijn eigen tijd vaak controversieel en werd hij meerdere malen verbannen. Vandaag de dag wordt hij vanwege zijn voortdurende strijd voor sociale hervormingen echter gezien als een van de voornaamste filosofen van de Verlichting en tevens de grondlegger van de Franse Revolutie.
François-Marie Arouet werd geboren op 21 november 1694 in de Franse hoofdstad Parijs. Na afronding van zijn opleiding aan het prestigieuze Lycée Louis-le-Grand in 1711 besloot hij dat hij schrijver wilde worden. Dit was tegen de zin in van zijn vader, die hoopte dat zijn zoon later een notaris zou worden. Arouet besloot daarop net te doen alsof hij een baan had als assistent bij een notariskantoor, maar hield zich ondertussen vooral bezig met het schrijven van poëzie.
Voltaire
In 1718 begon hij te schrijven onder het pseudoniem ‘Voltaire’, dat een verbasterd anagram vormde van de Latijnse spelling van zijn achternaam (AROVET) en de initialen van de Franse uitdrukking voor ‘de jongere’ (Les Jeunes). Voltaire drong met zijn poëzie al snel door tot de sociale kringen van de Parijse elite, maar zijn kritische stukken brachten hem ook regelmatig in conflict met de autoriteiten. Zo leverde een kritisch stuk over de Filips II van Orléans hem een celstraf van 11 maanden in de Bastille op. Tijdens zijn gevangenschap schreef Voltaire zijn eerste toneelstuk, Oedipus, dat meteen een groot succes werd.
Verbanning naar Engeland
In 1725 raakte Voltaire verstrikt in een pennenstrijd met een lid van de aristocratische familie Rohan en moest hij opnieuw naar de gevangenis. Voltaire koos er echter voor te vluchten en emigreerde naar Engeland. Daar raakte hij onder de indruk van de relatief grote vrijheid van meningsuiting en godsdienst die de Engelse regering haar onderdanen toestond. Na drie jaar keerde hij terug in Parijs en begon hij te publiceren over de noodzaak van diezelfde vrijheden in Frankrijk. Deze werken, waaronder de ‘Lettres philosophique’ (1734), veroorzaakten echter zo veel onrust dat Voltaire zich opnieuw genoodzaakt zag Parijs te ontvluchten.
Château de Chirey
Voltaire besloot uit te wijken naar Château de Chirey, waar hij al snel een affaire begon met Émilie du Châtelet. Naast het bed deelden zij samen ook een grote voorliefde voor de filosofie en de wetenschap. Voltaire en Émilie verzamelden dan ook meer dan 21.000 boeken, deden zelf natuurkundige experimenten in het Château en schreven een aantal invloedrijke wetenschappelijke werken, onder meer over de bevindingen van Isaac Newton omtrent de zwaartekracht. Daarnaast hield Voltaire zich ook bezig met de geschiedenis en dichtte hij ‘La Henriade’, een lofzang op de Franse koning Hendrik IV, die met het edict van Nantes een einde maakte aan de Franse godsdienstoorlog.
Frederik de Grote
Na de dood van Émilie in 1749 kreeg Voltaire en jaar later een uitnodiging om te verblijven aan het hof van de Pruisische koning Frederik de Grote. De heerser was namelijk een groot bewonderaar van de Franse filosoof en bood hem een jaarlijks salaris van 20.000 Francs aan. Voltaire ging in op de uitnodiging en schreef onder het patronage van Frederik de Grote onder meer het korte verhaal ‘Micromégas’, mogelijk het oudste science-fiction stuk waarbij buitenaardse wezens zich verbazen over de mislukkingen van de mensheid. Het essay ‘Doctor Akkakia’, waarmee Voltaire de draak stak met de Berlijnse wetenschapper Maupertius, schoot echter bij Frederik in het verkeerde keelgat. Hij liet alle exemplaren van het stuk verbranden en verbande Voltaire van zijn hof.
Genève en Ferney
De Franse filosoof probeerde terug te keren naar Parijs, maar op last van de koning Lodewijk XV was hij ook hier niet welkom. Voltaire trok daarop naar het Zwitserse Genève, waar hij aanvankelijk openlijk ontvangen werd. Toen de lokale overheden echter besloten zijn toneelstuk ‘De Maagd van Orléans’ te verbieden, verhuisde Voltaire opnieuw, ditmaal naar het Franse Ferney. Hier ontving hij nog regelmatig bezoek andere wetenschappers, waaronder econoom Adam Smith en historicus Edward Gibbon. Tevens schreef Voltaire in deze periode een van zijn bekendste werken, het ‘Dictionnaire Philosophique’, over de christelijke geschiedenis en religieuze dogma’s.
Dood en nalatenschap van Voltaire
In februari 1778 bracht Voltaire nog een laatste bezoek aan Parijs, maar tijdens zijn reis werd hij ernstig ziek. Omdat hij dacht dat zijn dood nabij was, schreef hij op 28 februari: “Ik sterf met bewondering voor God, met liefde voor mijn vrienden, zonder haat jegens mijn vijanden en met een grondige hekel aan bijgeloof”. Op zijn sterfbed deed een priester hem nog het verzoek afstand te nemen van Satan, waarop Voltaire reageerde met de uitspraak “Dit lijkt me niet het geschikte moment om nieuwe vijanden te maken”. François-Marie Arouet overleed op 30 mei 1778.
Vandaag de dag wordt Voltaire beschouwd als een van de belangrijkste filosofen uit de Westerse geschiedenis. Hoewel er ook kritiek op zijn werk is, onder meer vanwege het vermeende racisme en anti-semitisme van de Fransman, wordt hij vooral gezien als een belangrijk voorvechter van sociale hervorming. Zo zou hij met zijn pleidooien voor vrijheid van religie, scheiding van kerk en staat en de gelijkheid van de mens de basis hebben gelegd voor de Franse revolutie van 1789.