Vrijheid, gelijkheid en broederschap
‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. In latere eeuwen zijn deze drie woorden uitgegroeid tot hét symbool van de Franse Revolutie van 1789. Maar hoewel het motto eind 18de eeuw zijn intrede deed, werd de leus amper gebruikt tijdens de revolutie. Vandaar dat deze week het historische misverstand over de slogan ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ gaat.
De precieze oorsprong van de zin ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ is niet helemaal duidelijk. Mogelijk is de leus bedacht door de Parijse uitgever Antoine-François Momoro (1756-1794), maar de Franse filosoof Pierre Leroux (1797-1871) schreef later dat het waarschijnlijk een anonieme creatie was, die overgenomen werd door het volk.
Franse Revolutie
Na het uitbreken van de Franse Revolutie op 14 juli 1789 maakten de revolutionairen veelvuldig gebruik van politieke motto’s en leuzen om hun idealen te propaganderen. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, ging het hier echter niet alleen om de spreuk ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Andere spreuken, waaronder ‘Unie, kracht en deugd’ en ‘De natie, de wet en de koning’, waren eveneens populair onder de Franse bevolking.
Broederschap
Daarnaast lieten de revolutionairen die wel opriepen tot vrijheid en gelijkheid de broederschap vaak achterwege. Soms werd het vervangen door iets anders, zoals ‘Vrijheid, gelijkheid en veiligheid’, of soms riep men simpelweg alleen op tot vrijheid en gelijkheid. Vermoedelijk kwam dit omdat broederschap, in tegenstelling tot vrijheid en gelijkheid, geen recht maar een morele plicht was. Daarnaast stond de collectiviteit van de broederschap enigszins in contrast met de individualiteit van de vrijheid, het belangrijkste ideaal van de Franse Revolutie. De broederschap werd soms nog wel gebruikt in andere combinaties, zoals ‘Fraternité, ou la Mort!’ (Broederschap of de dood!).
Club des Cordeliers
Ook in de belangrijke documenten van de Franse Revolutie is de broederschap vrijwel nergens terug te vinden. De term ontbrak in de ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’ (1789) en stond ook niet in de grondwet van de Eerste Franse Republiek (1793). Alleen het Parijse burgergezelschap ‘Club des Cordeliers’ gebruikte ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ als officiëel motto, maar rond 1794 waren vrijwel alle leden van deze radicale vereniging als gevolg van de Terreur gearresteerd en geëxecuteerd. Tegen de tijd dat Napoleon de macht greep in 1799 was de driespreuk volledig verdwenen uit het publieke leven.
Revolutie van 1848
In de decennia na de Franse Revolutie veranderde de heersende opinie over de leus ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Zo schreef de advocaat Jacques-Charles Dupont in 1834 dat de drie niet tegenstrijdig waren, maar dat “ieder mens streeft naar vrijheid en gelijkheid, maar dat hij dit niet kan bereiken zonder broederschap”. De filosoof Pierre Leroux hield er dezelfde mening op na, en concludeerde dat vrijheid het doel was, gelijkheid het principe en broederschap het middel. Mede door deze opvattingen groeide de leus tijdens de Franse revolutie van 1848 wel uit tot de lijfspreuk van de revolutionairen. De opstand mislukte echter, en pas met de oprichting van de Derde Franse Republiek in 1870 werd ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ het officiële motto van Frankrijk. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog veranderde het Vichy regime (1940-1944) de leus in ‘Werk, familie en vaderland’, maar na de bevrijding werd het oude motto weer in ere hersteld.