Vrijheidsstrijd of verraad? De Proklamasi van Soekarno als splijtzwam in Indië
Batavia/Djakarta, 17 augustus 1945, ’s morgens tien uur. In de tuin van zijn huis spreekt Soekarno de Proklamasi uit, de onafhankelijkheidsverklaring van de Republik Indonesia. Er komt een eind aan het koloniale rijk van Insulinde. Aan een bamboestok wappert de rood-witte Indonesische vlag.
Proklamasi
‘Wij, het volk van Indonesië, verklaren hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië...’
‘Elke keer verbaast me de zwarte belichting van de Indonesische vrijheidsstrijd, de zwarte spiegel die de Nederlandse geschiedschrijving ons voorhoudt,’ zegt Soedibyo, een van mijn gastheren in Jakarta. Soedibyo is een van de vrijheidsstrijders van het eerste uur, een overtuigd nationalist en tegenstander van de Nederlandse overheersing. We zijn onderweg naar de plaats waar Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uitriepen, de Proklamasi.
Dat was een vrijdagochtend om tien uur. Het moment staat Soedibyo nog levendig voor de geest. De korte ceremonie verliep beheerst en kalm, bijna sereen. Soekarno sprak de onafhankelijkheidswoorden nauwkeurig uit, niet opruiend, eerder ingetogen en beheerst. Hij was zich bewust van het belang van zijn woorden voor het Indonesische volk, maar ook was hij beducht voor de gevolgen ervan.
De woorden van Soekarno over vrijheid en onafhankelijkheid voor Indonesië konden van het Nederlandse oppergezag rekenen op wraak, in elk geval een vergeldingsmaatregel. Mochten twee mannen het gehele eilandenrijk, nadat de macht van Japan was gebroken, zomaar tot zelfstandig, onafhankelijk gebied verklaren? Er was zeker gevaar te duchten, juist van Nederlandse zijde. Soekarno en Hatta waren al eerder wegens landverraad, opruiing en haat zaaien jegens de heersende blanke elite tot ballingschap en gevangenschap veroordeeld. Zij heetten staatsgevaarlijk te zijn.
De vrijheid van Indonesië
Een zwarte belichting, een zwarte spiegel: Soedibyo’s bewoordingen zijn treffend. Hij vervolgt: ‘Indonesië moest na de onafhankelijkheidsverklaring nog bijna vijf jaar strijden en diplomatieke gevechten voeren met Nederland, voordat het inzicht doordrong dat het recht op vrijheid en zelfstandigheid van ons land volkomen gerechtvaardigd is. En wat die zwarte belichting betreft: in bijna alle historische boeken van Nederlandse zijde staat vermeld dat Indonesië zijn soevereiniteit uiteindelijk aan Amerika te danken heeft, want dat land dwong bij Nederland het recht van Indonesië op vrijheid af. Dat klopt ten dele. Het is onze eigen vrijheidsstrijd geweest, onze politieke inzet en vooral onze durf en moed die uiteindelijk onze dromen van mondigheid tot werkelijkheid hebben gebracht. Wij vonden dankzij ons vrijheidsverlangen een bestaan dat niet onderworpen was aan het gezag van een vreemde mogendheid. Niemand die ons beperkingen oplegde.’
Burgeroorlog
Soedibyo zegt met trots in zijn stem: ‘Ik ben een Indonesische pemoeda, een guerrilla-vrijheidsstrijder. In de strijd tegen Nederland heb ik tal van vrienden verloren. Pemoeda’s vormden eigen korpsen, eigen organisaties, hoe ongeregeld vaak ook. We kwamen op verschillende manieren aan wapens en munitie, ook handelden soldaten van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger in wapens. Dat was hun geheime inkomstenbron. Wij beschouwden hen als landverraders, want in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het knil, dienden ook Indonesiërs, onder wie Menadonezen en Ambonezen. We vochten dus tegen landgenoten. Daartoe lokten de Nederlanders ons uit. Die meer dan gewelddadige burgeroorlog, die zo verzachtend “politionele acties” heette, had nooit mogen plaatsvinden, hij was overbodig en door Nederland uitgedaagd. Vervolgens deed uw land er het zwijgen toe, alsof er niets was gebeurd. Uw autoriteiten onthielden ons land de vrijheid. ’
Herinneringen
Soedibyo haalt uit zijn tas papieren tevoorschijn, een stapeltje hier en daar bij elkaar gehouden met paperclips en elastiek. Hij overhandigt ze mij en laat weten: ‘Dit zijn herinneringen die mensen me ooit toevertrouwd hebben. Ik ben sommigen van hen uit het oog verloren, anderen leven niet meer. Maar zij waren er allemaal bij, die ochtend.’
Namen, herinneringen, verhalen, verklaringen, geschreven en gesproken getuigenissen: zij vormen mijn leidraad door de tijd heen, door hedendaags Indonesië naar vroeger, en weer terug naar nu. Een onafhankelijkheidsproclamatie is geldig, voor altijd.
Echo’s van Indië
Dit jaar is het zeventig jaar geleden dat Indonesië zich losmaakte van Nederland. De Proklamasi heeft het leven van vele tienduizenden mensen voorgoed veranderd. Kester Freriks ging op zoek naar de verhalen van betrokkenen en ooggetuigen – ooggetuigen van verwarrende en angstige tijden. We lezen verhalen en herinneringen van Nederlandse kolonialen en Indische Nederlanders, Molukse KNIL-militairen, mensen van Chinese afkomst en kinderen van de derde en vierde generatie. Ook de vrijheidsstrijders van toen, de pemoeda’s, worden uitgebreid aan het woord gelaten.
In het boek Echo’s van Indië ontmoeten geschiedenis en persoonlijk levenslot elkaar. De Proklamasi liet diepe sporen na bij de miljoenen die verbonden zijn met de voormalige kolonie. Soekarno’s woorden resoneren tot op de dag van vandaag.
Bovenstaande tekst is een fragment uit: Echo’s van Indië De onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen.