Rome en China

Wisten de Romeinen af van China?

Het korte antwoord luidt: ja, de Romeinen wisten af van het bestaan van China. Ze noemde het Serica, dat ‘het land van zijde’ betekent, of Sinae dat ‘het land van de Qin’ betekent (naar de eerste dynastie van het Chinese keizerrijk, de Qin-dynastie). De Chinezen zelf werden Seres genoemd. Maar, wat voor beeld hadden de Romeinen van de Chinezen en wat schreven zij over hen?

Van ongeveer het begin van de eerste eeuw tot ongeveer het einde van de derde eeuw na Christus stonden de vier grote rijken van Eurazië in contact met elkaar door middel van de Zijderoute. Tussen China (dat van 202 v.Chr tot 220 n.Chr. werd bestuurd door de Han-dynastie) en Rome, lagen namelijk de rijken van de Parthen en de Kushana. Deze Centraal-Aziatische rijken hadden er belang bij om controle uit te oefenen op de reizigers en handelaren die de Zijderoute afreisden, waardoor direct contact tussen Rome en China geremd werd. Bovendien stonden de Parthen erg vijandig tegenover Romeinen en waren de twee volkeren vaak in oorlog. Het contact dat de Romeinen hadden met China was daarom ook voornamelijk indirect. Dat wil zeggen: de kennis die beide volkeren over elkaar hadden, was grotendeels gebaseerd op verhalen en geruchten van handelaren, niet op direct contact. 

Eurazië

Direct contact

Toch bestaan er ook voorbeelden van direct contact tussen Romeinen en (waarschijnlijk) Chinese handelaren. Een voorbeeld hiervan is een tekstfragment van de Romeinse schrijver Solinus uit de tweede eeuw.

We vertrokken van de Kaspische Zee richting de Oostelijke Oceaan. Van het begin van de kust [van de Kaspische Zee] troffen we diepe sneeuw, lange woestijnen, wrede mensen en plekken, kannibalen en de meest gruwelijke wilde beesten aan. Dit maakte deze helft van onze reis haast onmogelijk. (...) Na het bereiken van de kust in het verre noordoosten (...) is het eerste volk waarover we horen de Seres. Zij besprenkelen de bladen van bepaalde bomen met water, om zo een substantie te creëren die lijkt op katoen. Dit heet sericum (zijde), dat wij kennen en gebruiken. Het wakkert een passie voor luxe aan in vrouwen. (...) De Seres zijn beschaafde en vredelievende mensen, maar ze vermijden contact met anderen. (...) Ze hebben trouwens de voorkeur om alleen hun producten te verkopen. Ze zijn niet geïnteresseerd in wat wij te verkopen hebben.

Het is vrijwel onmogelijk om met volledige zekerheid te stellen dat Solinus inderdaad in contact is gekomen met Chinese handelaren, maar als we deze overlevering mogen geloven lijkt het er wel sterk op. In ieder geval kunnen we uit deze bron opmaken dat het inderdaad moeilijk, maar niet onmogelijk was voor Romeinen om Azië te doorkruisen.

De Romeinse zijde-obsessie

Het is ook duidelijk dat de Romeinen een grote nadruk legden op de zijde die Chinezen produceerden. Vanaf de eerste eeuw voor Christus maakte de Han-dynastie zijde beschikbaar voor handel met het buitenland, waardoor het uiteindelijk ook Europa bereikte. Naast het feit dat zijde een aantrekkelijke en mooie stof is, was de productiemethode ervan in het westen onbekend, wat de stof nog exclusiever en dus aantrekkelijker maakte. Plinius de Oudere (23 n.Chr - 73 n.Chr) beklaagde zich al over hoeveel geld Romeinen kwijt waren aan zijde: “India, Seres en het Arabisch schiereiland nemen ieder jaar honderdmiljoen Sestertie (Romeinse koperen munten) van ons rijk: dat is hoeveel we moeten betalen voor onze luxe en onze vrouwen.” Overigens deelde Plinius niet alleen Solinus’ mening dat vrouwen de schuld hadden van Rome’s grote zijdeconcumptie, ook beklaagde hij zich al over het feit dat de Seres niets wilden kopen, alleen verkopen. Solinus’ inzichten over de Chinezen zo’n tweehonderd jaar later waren dus verre van nieuw.

Chinese ambassadeurs in Rome?

De Romeinse historicus Florus (74 n.Chr. - 130 n.Chr.) beweerde dat keizer Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.) bezocht was door Chinezen om hun eerbetoon te brengen: “Nu alle rassen in het westen en zuiden onderworpen waren (...) stuurden de Scythen en Sarmaten ambassadeurs op zoek naar vriendschap. Ook de Seres en de Indiërs, die direct onder de zon leven, brachten olifanten, edelstenen en parels met zich mee. (...) Aan hun complexie was te zien dat ze uit een totaal andere wereld dan die van ons kwamen.”

Een machtig volk aan de andere kant van de wereld

De Romeinen waren zich ervan bewust dat de Chinezen een machtig en ontwikkeld volk waren, maar zagen het verre China meestal niet echt als bedreiging. De Romeinse dichter Martialis (40 n.Chr - 104 n.Chr) schreef “Heersers van de Parthen en leiders van Seres (...) ik kan u Caesar laten zien: kom!” Martialis ziet dus China als mogelijke dreiging, maar roept het beeld van Caesar op, die orde zal scheppen in de wereld. Romeins cartograaf uit de eerste eeuw Pomponius Mela benadrukte Chinese macht weer op een positieve manier. Hij noemden de Chinezen een “volk vol van rechtvaardigheid, bekend om de handel die zij drijven.”

Een land vol wonderen

De Romeinse houding jegens China was dus verre van onsympathiek. China was erg machtig, maar ver weg en daarom niet gevaarlijk. Het land zou nooit als vijand gezien worden, maar werd eerder met nieuwsgierigheid en bewondering benaderd. Chinezen waren dan wel barbaren, het was duidelijk dat ze over een complexe beschaving beschikten. Hun land werd - zoals dat vaak gebeurt met hele verre oorden - gemythologiseerd. Serica was een magisch land, gezegend door zowel zijn inwoners als natuur. De volgende tekst van de Grieks-Romeinse schrijver Lucianus (125 n.Chr. - 180 n.Chr.) is hier een perfect voorbeeld van:

 “Er bestaan naties op deze wereld, die een zeer lang bestaan zijn beschoren. Neem bijvoorbeeld de Seres, die al driehonderd jaar bestaan. Sommigen dichten hun lange levensduur toe aan de lucht, anderen aan de zon en weer anderen aan het eten. Sommigen zeggen zelfs dat het hele land niets anders drinkt dan het puurste water.

Bij al deze teksten moet wel onthouden worden dat het de meningen zijn van schrijvers en dichters uit de Romeinse elite, die waarschijnlijk niet representatief waren voor wat een eenvoudige Romeinse burger dacht van het verre oosten. Het zou goed kunnen dat zij geen enkele weet hadden van het Chinese rijk. Toch lijkt het gezien de populariteit van zijde waarschijnlijk dat veel Romeinen in ieder geval wel eens gehoord hadden van China.

Bronnen: East Asia History Source Book, Sino-Platonic Papers, McGill.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Ook interessant: 

Beschavingen: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

nummer 1 van 2025

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen.