Zeven Provinciën en de Generaliteitslanden
Vandaag de dag kennen bijna alle Nederlandse basisschoolleerlingen het provincielied met de 12 provincies en hoofdsteden uit het hoofd. Maar er was niet altijd sprake van 12 provincies in ons land. Zo waren er in 2013 plannen om Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samen te voegen en in de 17e eeuw hadden we slechts zeven provincies. De zuidelijke gebieden hadden toen de aparte status als de Generaliteitslanden.
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Na de Vrede van Münster, in 1648, die het einde van de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje betekende, werd Nederland een zelfstandige natie, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Zeven Provinciën: Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen hadden allen een gelijk aandeel in de macht. Naast de zeven provincies behoorden ook het zuidelijk deel van het land tot de Republiek; het waren de ‘Generaliteitslanden’. Dit waren de rooms-katholieke gebieden die tijdens de Tachtigjarige Oorlog door Spanje veroverd waren. Na de oorlog werden de gebieden bij de Republiek gevoegd en bij de Vrede van Münster had Fillips IV van Spanje Staats-Brabant zelfs als vredestraktaat aan de Republiek geschonken.
Titel: | Unie - Bestand - Vrede - Drie fundamentele wetten van de Republiek der Verenigde Nederlanden |
Auteur: | S. Groenveld , H.L.Ph. Leeuwenberg en H.B. van der Weel |
ISBN: | 9789087041274 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €19,- |
Generaliteitslanden
Een aparte status was dus weggelegd voor deze Generaliteitslanden die door verovering in Noordelijke handen vielen. Omdat zij zich niet vrijwillig bij de Republiek hadden aangesloten, werden zij beschouwd als tweederangs gebied, ook wel wingewesten genoemd. Een gebied dat gebruikt wordt om winst uit te halen. De Generaliteitslanden hadden geen direct bestuur, maar stonden rechtstreeks onder de Staten-Generaal. Dat bleek ook uit de benaming voor de gebieden: Staats-Vlaanderen (later als Zeeuws-Vlaanderen in de provincie Zeeland opgenomen), Staats-Brabant (wat grotendeels overeenkomt met de latere provincie Noord-Brabant) en Staats-Overmaas. In tegenstelling tot de zeven provinciën Groningen, Friesland, Overijsel, Gelderland, Holland en Zeeland, hadden zij dus geen stem in het landsbestuur. Drenthe was een apart geval. Door de beperkte medewerking tijdens de Opstand tegen Spanje (1568-1648) hadden zij een beperkte zelfstandigheid. Dit gebied werd niet vertegenwoordigd in de Staten-Generaal, maar mocht zijn eigen bestuur bepalen. De Generaliteitslanden werden in economisch opzicht als wingewesten uitgebuit met zware belastingen.
Bataafse Republiek
Pas in 1795 kwam een einde aan deze koloniale situatie met de Bataafse omwenteling. De idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap waren het gesprek van de dag, ook in de Nederlandse Republiek. Een paar jaar na de Franse revolutie haalden de Nederlandse patriotten de Fransen over Nederland binnen te vallen om ook daar een democratisch systeem te installeren. In 1796 kwam de eerste Nationale Vergadering bijeen, die in 1798 de eerste Nederlandse grondwet uitschreef. De oude Staten-Generaal werd opgedoekt tijdens de Bataafse Revolutie. Staats-Brabant en wingewest Drenthe kregen toegang tot de Nationale Vergadering en werden toen op voet van gelijkheid geaccepteerd in de nieuwe regering. Een jaar later, in 1796 werden de posities van Staats-Limburg, Staats-Vlaanderen, Westerwolde en Opper-Gelre gelijkgetrokken. Nederland kreeg vorm zoals wij die nu nog kennen.
Dit artikel is een bewerking van een artikel dat eerder op IsGeschiedenis verscheen, en is aangepast om het beter te laten aansluiten op de themamaand ‘Grenzen’.