Toerisme in Spanje, jaren 60 en 70

Zon, zee en propaganda: op vakantie in het Spanje van Francisco Franco

Wie aan een vakantie met zon, zee en strand denkt, denkt vaak al snel aan Spanje. Al decennialang is het land een van de populairste vakantiebestemmingen onder Nederlanders. Wat in de jaren vijftig begon als een exotisch avontuur voor de welgestelde reiziger, groeide in de jaren zestig en zeventig uit tot hét vakantieoord van Europa. Met idyllische witte dorpjes en stralende stranden is Spanje de perfecte ansichtkaart voor een zorgeloze vakantie.

Toch is dit plaatje niet zo zonnig als het op het eerste gezicht lijkt. Terwijl toeristen vol verlangen hun eerste stappen richting de Spaanse zon zetten, werden ze geconfronteerd met de schaduwzijde van dat aantrekkelijke vakantiebeeld. Op (Britse) luchthavens hingen posters van Amnesty International, waarop een gevangene achter tralies te zien was, tegen een achtergrond van zand en een hemelsblauwe lucht – precies het decor dat Spanje in zijn toeristenbrochures promootte. De slogan luidde: ‘Have a good time – but remember, Amnesty for Spain’s political prisoners’.

De Spaanse Burgeroorlog

Na de overwinning van de nationalisten tijdens de Spaanse Burgeroorlog kwam generaal Francisco Franco aan de macht. Hij zou Spanje tot aan zijn dood in 1975 als dictator blijven regeren. Hoewel Spanje officieel neutraal bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog, had het regime duidelijke sympathieën voor nazi-Duitsland en fascistisch Italië. Franco ontmoette Hitler in 1940 en stuurde de "Blauwe Divisie" om aan het Oostfront te vechten tegen de Sovjet-Unie. Na de Tweede Wereldoorlog was het Franco-regime een van de weinige overgebleven autoritaire regimes met fascistische trekken in Europa. Dit leidde tot internationale isolatie; Spanje werd uitgesloten van het Marshallplan en had beperkte economische en diplomatieke relaties.

De geïsoleerde positie van Spanje was echter niet alleen het gevolg van afwijzing door het buitenland. Het regime van Franco koos er zelf ook bewust voor om zich af te sluiten van de buitenwereld. Spanje probeerde zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, om op deze manier buitenlandse politieke invloed op afstand te houden. Door zich bewust af te zonderen, duwde Spanje zichzelf langzaam in de richting van economische stagnatie en armoede.

Spanje opent haar deuren

In het begin van de jaren vijftig begon dit te veranderen. Geconfronteerd met de economische gevolgen van haar geïsoleerde positie, opende Spanje voorzichtig de deuren voor de buitenwereld. Dit werd voornamelijk gedaan uit economische noodzaak; zo werd in 1953 het Verdrag van Madrid getekend. Dit verdrag hield in dat de Verenigde Staten, in ruil voor militaire bases, Spanje economische hulp zouden geven. Toerisme werd hier al snel onderdeel van en de Amerikaanse toeristen behoorden dan ook tot de eerste golf buitenlandse bezoekers die welkom waren in Spanje.

Door Franco werd het toerisme vooral gezien als een middel om het Amerikaanse beeld over Spanje op te poetsen. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd nog door president Roosevelt gezegd dat er in ‘de gemeenschap van naties geen plaats was voor regeringen die gebaseerd waren op fascistische principes’, zoals het Spanje van Francisco Franco. Met de komst van de Koude Oorlog veranderde deze perceptie echter. Bij een keuze tussen twee kwaden – het fascisme en het communisme – werd het regime van Franco simpelweg niet meer als de ergste bedreiging gezien. Niettemin dienden de Amerikaanse toeristen onbewust als indirecte propagandisten van het regime van Franco.

Spanje wordt dé vakantiebestemming van Europa

Het Spaanse toerismebeleid tijdens Franco

Vanaf de jaren zestig kwam het toerisme in Spanje pas echt op gang. Hotels schoten als paddenstoelen uit de grond en al snel zagen de kustgebieden zwart van de mensen. De beloofde zonovergoten vakanties trokken niet alleen veel Nederlanders, maar ook Britten, Duitsers en Fransen trokken in grote aantallen naar het zuiden. Spanje werd dé vakantiebestemming voor de Europese middenklasse die door de toenemende welvaart de mogelijkheden had om onder een parasol te genieten van de azuurblauwe Middellandse Zee. Hoewel het regime van Franco onveranderd doorging met politieke repressie en censuur, presenteerde het naar de buitenwereld een zonnige façade. Terwijl de stranden vollagen en de economie groeide, zorgde het regime ervoor dat de blik van de internationale gemeenschap op het zorgeloze vakantieleven gericht bleef, en dat de harde realiteit van de dictatuur voor veel toeristen naar de achtergrond verdween, of zelfs helemaal onzichtbaar bleef.

Toerisme als propaganda

Het Spaanse Ministerie van Informatie en Toerisme kwam in de jaren zestig met de slogan ‘Spain is Different!’. Hiermee werd geprobeerd om Spanje neer te zetten als een exotisch land, ver weg van de politieke spanningen in de rest van Europa. De stranden, stierengevechten en historische steden werden ingezet om een aantrekkelijk beeld van Spanje te schetsen; Spanje als een land als geen ander. Het ministerie probeerde echter meer dan alleen toeristen te lokken met zon, zee en strand.

Spaanse toeristenbrochure

Via toeristenbrochures herschreef het ministerie bewust de Spaanse geschiedenis. Zo werd uitgelegd dat Spanje heus wel democratie had geprobeerd, maar dat het simpelweg niet paste bij het karakter van het land en haar mensen. De boodschap in de brochure was dan ook dat de dictatuur geen onderdrukking was, maar een culturele noodzaak. Ook werd in de brochures de dictatuur van Franco gepresenteerd als een periode van stabiliteit en vrede – volgens de brochures bijna voor het eerst in de lange Spaanse geschiedenis.

Door Spanje als ‘anders’ neer te zetten en haar eigen geschiedenis te herschrijven, probeerde het ministerie het regime van Franco te normaliseren in de ogen van het buitenland. En dat lukte tot op zekere hoogte, want zonder grote politieke hervormingen wist het regime van Franco via toerisme toch weer aansluiting te vinden bij de rest van Europa. Spanje verkocht zichzelf dan ook als paradijs, terwijl het in werkelijkheid nog steeds onder de dictatuur van Franco stond.

Spanje na Franco

Na de dood van Franco in 1975 zette Spanje de stap richting democratie. Tegelijkertijd werd het zogeheten Pact van Vergetelheid gesloten. Hierbij besloten de Spaanse politieke partijen de misdaden van het Franco-regime niet te vervolgen, in een poging de nationale eenheid te bewaren. Dat leidde tot een decennialange stilte over de wreedheden van de dictatuur, een stilte die pas in de eenentwintigste eeuw voorzichtig werd doorbroken.

Hoewel de dictatuur verdween, bleef het aantrekkelijke vakantiebeeld van Spanje overeind. Het toerisme dat tijdens de dictatuur ingezet was als propagandamiddel, bleef groeien en is nog steeds een van de belangrijkste inkomstbronnen van Spanje. Toch zorgt het perfecte plaatje van Spanje als ideale vakantiebestemming ook vandaag de dag nog voor problemen. In 2024 kwamen duizenden inwoners van Barcelona in protest tegen massatoerisme. Voor velen betekent het zonnige vakantiebeeld dat toeristen aantrekt niet ontspanning, maar juist groeiende overlast, dure boodschappen en wijken die langzaam onbetaalbaar worden.

Ook interessant: 

Ideologieën: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

In het komende nummer

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 29 mei. 

Aanbieding met extra leesplezier!

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

cover geschiedenis magazine nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.