Zuiderzee wordt IJsselmeer
Op 20 september 1932 werd de naam Zuiderzee formeel veranderd in IJsselmeer. Al in mei van dezelfde jaar was de Afsluitdijk voltooid, waardoor het meer gescheiden werd van de Waddenzee. Met de naamsverandering werd de eens gevreesde Zuiderzee nu een meer.
Onuitvoerbare plannen
Het idee om de Zuiderzee af te sluiten en eventueel droog te leggen bestond al in de zeventiende eeuw. Hendrik Stevin maakte toen al plannen om de Zuiderzee met een dijk af te sluiten, waarna de het hele gebied drooggemalen zou worden. De plannen waren echter onuitvoerbaar. Niemand was in staat om zo veel water weg te pompen.
Zuiderzeevereniging
In de negentiende eeuw kreeg het idee van een afsluiting meer vorm door de oprichting van de Zuiderzeevereniging. Deze vereniging maakte actief plannen om de Zuiderzee af te sluiten nam de ingenieur Cornelis Lely aan als belangrijkste waterbouwkundig adviseur. De plannen van de vereniging konden echter niet meteen op goedkeuring rekenen. Er werd gevreesd dat het plan te duur zou zijn. Pas in 1913 kreeg het plan goedkeuring van koningin Wilhelmina, hoewel het door de Eerste Wereldoorlog nog tot 1918 duurde voor het eerste wetsontwerp werd aangenomen. Dat de afsluiting van de Zuiderzee noodzakelijk was, werd in 1916 nog eens duidelijk door de Zuiderzeevloed. Overal langs de IJsselmeerkust braken dijken, met enorme materiële schade en tientallen doden tot gevolg. De voedselschaarste tijdens oorlog had ook duidelijk gemaakt dat Nederland meer land nodig had om voldoende voedsel te produceren.
Twistpunten
Niet iedereen was het met de plannen eens. Vanzelfsprekend waren dat de vissers die voor hun levensonderhoud van afhankelijk waren van de Zuiderzee. Als het zoute water verdween, zouden zij ook hun baan kwijt zijn. Ook de kosten bleven een twistpunt. De Groningse politicus Mansholt betoogde dat de schuld van ramp in 1916 bij de eigenaren van de dijken lag. Zij hadden de dijken op hun grond niet goed onderhouden, waardoor ze niet bestand waren tegen de storm. Het was aan die eigenaren en niet aan de staat om allerlei 'reuzenwerken' te ondernemen. Zeker niet als dat ook nog gigantische financiële risico's met zich mee zou brengen. Daarbij vond Mansholt dat de overheid in de nieuwe situatie de veiligheid niet genoeg kon garanderen om die financiële risico's te rechtvaardigen.
Realisatie
Het verzet was echter niet krachtig genoeg om de plannen tegen te houden. Lely kon zijn plannen uitvoeren. In 1920 werd begonnen met de klus. Eerst werd bij Andijk een polder drooggelegd bij wijze van proef. In 1927 begon de aanleg van de Wieringermeerpolder en de Afsluitdijk. Als die af waren zou de rest van de polders drooggelegd worden. In tegenstelling tot de eerste ideeën van Stevin, bleef in de plannen van Lely een groot deel van de Zuiderzee nat. Zo was er voldoende ruimte voor de afwatering van de IJssel, die bij Kampen in de Zuiderzee uitmondde. Om de waterhuishouding in de nieuwe polders beter onder controle te houden, werden rond de nieuwe polders de Randmeren aangelegd. In 1976 kreeg het IJsselmeer zijn huidige vorm, toen de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen het Markermeer van het IJsselmeer scheidde.
Leestip:
‘Getemd maar rusteloos’ – De Zuiderzee verbeeld. Een multidisciplinair onderzoek
Redactie: Tom Sintobin
ISBN: 9789087040390
Uitgever: Verloren
Prijs: €29,–
Bronnen:
D.R. Mansolt, 'De overstrooming in Noord-Holland en de afsluiting der Zuiderzee' De Economist, Volume 64, Issue 1 (1916), 613-628.
www.deltawerken.com, Zuiderzeevloed
www.deltawerken.com, De Afsluitdijk
Afbeelding:
Het IJsselmeer bij Medemblik, door Ilonamay via nl.wikipedia.org