Historische foto: Groot-Brittannië vecht tegen zeppelins tijdens de Eerste Wereldoorlog
Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikte Duitsland zeppelins om London en steden aan de Engelse kust te bombarderen. In een totale oorlog, vonden ze, konden ook burgers aangevallen worden. Het uiteindelijke doel was om de moraal van de Britten te breken zodat ze zich uit de oorlog zouden terugtrekken.
De eerste aanvallen in 1915 joegen de inwoners van London en andere steden langs de kust inderdaad veel angst aan. Als het volle maan en goed weer was, gleden de gigantische luchtschepen van de Duitsers over de steden en richtten daar een ravage aan. Er was geen effectief luchtalarm of luchtafweer en de vliegtuigen die er waren konden niet hoog genoeg vliegen om de zeppelins aan te vallen. Die waren nauwelijks te horen of zien, maar de bommen en granaten die ze lieten vallen zorgden voor grote branden. Veel mensen schuilden ‘s nachts in kelders of in ondergrondse metrostations. Tijdens de bombardementen kwamen ongeveer 1500 mensen om, waaronder kinderen, en vielen duizenden gewonden. Zeppelins kregen daarom van de bevolking de bijnaam ‘baby killers’.
Onder zulke deprimerende omstandigheden kon de moraal onder de bevolking een oppepper gebruiken. Toen het leger effectievere manieren vond om de Zeppelins te bestrijden werd dit dan ook breed uitgemeten. Luchtalarmen, schijnwerpers, het verduisteren van gebouwen en zelfs het droogleggen van een meer (zodat de weerspiegeling van het maanlicht niet als oriëntatiepunt gebruikt kon worden) werden gebruikt om de frequentie en impact van de bombardementen te verminderen. Daarnaast werden ook vliegtuigen en geschut van het front naar huis gehaald om daar de zeppelins te bestrijden. Deze nieuwe vliegtuigen konden wel het gevecht aangaan met de luchtschepen, die zeer licht ontvlambaar helium bevatten en dus relatief makkelijk in brand konden vliegen.
Toen de eerste zeppelin op deze manier neerstortte boven Londen werd er gejuicht en gezongen. Charlie Chaplin maakte zelfs een film waarin hij een zeppelin neerhaalt. Een andere manier om de bevolking te laten zien dat Groot-Brittannië niet machteloos stond tegen de bombardementen was het laten zien van (onderdelen van) de neergehaalde zeppelins. Dit kon op de plaats waar de zeppelin was neergestort en waar het wrak lag, zoals te zien is op de twee foto’s hierboven. Voor wie niet zelf kon komen kijken naar de neergestorte zeppelin werden er foto’s en ansichtkaarten verspreid.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Instagram!
Op de foto hierboven zijn de resten van een zeppelin die in Essex is neergehaald overgebracht naar het hoofdkantoor van de Honourable Artillery Company (HAC) die het luchtschip had neergehaald. Daar werden de restanten tentoongesteld en gefotografeerd. Een bescheiden bordje vraagt het publiek ‘please do not touch’, terwijl de officieren aan de zijkant niet voor de schatten willen staan maar wel graag op de foto. Andere bordjes laten zien welke onderdelen er te zien waren, zoals de stoel van de gezagvoerder en petten die tussen de wrakstukken werden gevonden. Wanneer deze foto precies is gemaakt is niet bekend, alleen dat het tijdens de Eerste Wereldoorlog was. De bombardementen op Groot-Brittannië zouden tijdens de hele oorlog plaatsvinden, maar de verbeterde afweer van de Britten wist uiteindelijk wel 77 van de 115 Duitse Zeppelins onbruikbaar te maken.
BRONNEN
- Nationaal Archief, foto’s zeppelin Groot-Brittannië
- National Archives, Zeppelin raids
- History.com, London’s World War I Zeppelin Terror
- BBC, World War One: How the German Zeppelin wrought terror