Operatie Ajax en de Iraanse coup van 1953
Al een halve eeuw ging Iran gebukt onder de dominantie van het Westen. In 1951 besloot premier Mohammed Mossadegh daar een einde aan te maken door de Iraanse olie-industrie te nationaliseren. Dit was echter tegen het zere been van de Britten en de Amerikanen, die de olie juist hard nodig hadden in het kader van de Koude Oorlog. Op 19 augustus 1953 organiseerde de CIA daarom ‘Operation Ajax’, ofwel de Iraanse coup van 1953.
In 1901 tekende Mozzafar al-Din Shah Qajar, de Sjah van Perzië, een overeenkomst met de Britse ondernemer William Knox d’Arcy over de exploitatie van de olievoorraden in Iran. Deze overeenkomst resulteerde uiteindelijk in de oprichting van de gezamenlijke Anglo-Persian Oil Company (APOC), waarvan slechts 16 procent van de nettowinst terugvloeide naar de Iraanse staatskas.
Britse invloed
De Britse belangen bij de Iraanse olie-industrie hadden tot gevolg dat Groot-Brittannië regelmatig ingreep in de binnenlandse politiek. Zo verleenden zij in 1925 steun aan de staatsgreep van Reza Shah Pahlavi, een Westers georiënteerde Sjah. In 1940 verklaarde diezelfde Shah zich echter neutraal in de Tweede Wereldoorlog, tot grote woede van de Britten. In augustus 1941 besloot Groot-Brittannië daarom samen met de Sovjet-Unie Iran te bezetten, waarna Reza Shah werd gedwongen af te treden.
Mohammed Reza
“Zou zijne koninklijke hoogheid zo vriendelijk willen zijn om af te treden ten faveure van zijn zoon?” zo luidde de laatste Britse boodschap aan de Reza Shah. Die zoon, Mohammed Reza Pahlavi, besloot vervolgens de Britten maar te vriend te houden. Dit hield onder meer in dat hij besloot niets te veranderen aan de olieovereenkomsten, tot grote onvrede van zijn politieke tegenstanders. Onder hen was ook Mohammed Mossadegh, een politiek activist die zich eerder al had verzet tegen de staatsgreep van Reza Shah.
Premier Mossadegh
Op 28 april 1951 werd Mossadegh gekozen tot premier van het land, tot grote onvrede van de Sjah. Die kon de benoeming echter niet dwarsbomen, want Mossadegh genoot veel steun onder de Iraanse bevolking, met name vanwege zijn sociale politiek. Zo maakte hij een einde aan gedwongen arbeid, introduceerde hij financiële regelingen voor werklozen en arbeidsongeschikten en investeerde hij veel geld in publieke voorzieningen. Daarnaast keerde Mossadegh zich sterk tegen de buitenlandse invloeden in Iran, die in zijn ogen de ontwikkeling van het land in de weg stonden.
Nationalisatie
Op 1 mei 1951 maakte Mossadegh daarom bekend dat hij de Iraanse olie-industrie wilde nationaliseren. De Britten besloten hierop meteen alle Iraanse olie te boycotten, wat resulteerde in een economische crisis in Iran. Ondertussen brak er ook een interne machtsstrijd uit tussen Mossadegh en de Sjah, die nog steeds aan de kant van de Britten stond. De premier kreeg in dit conflict steun van de communistische Tuleg partij, die eveneens ontevreden was over de houding van de Shah. Mossadegh wist de strijd uiteindelijk in 1952 in zijn voordeel te beslissen en de macht van de Shah werd beperkt.
Coup van 1953
Zo kort na afloop van de Tweede Wereldoorlog was Groot-Brittannië niet in staat om alleen in te grijpen in Iran. Naast de Britten begonnen nu ook de Amerikanen zich echter zorgen te maken over de situatie in het land. In het kader van de Koude Oorlog waren de banden tussen Mossadegh en de Iraanse communisten namelijk uiterst zorgelijk, zo vonden met name de Republikeinen. Na het aantreden van de Republikeinse president Dwight D. Eisenhower in 1953 wist de Britse premier Churchill de Amerikanen dan ook al snel te overtuigen van de noodzaak van een machtswisseling in Iran.
Operation Ajax
In maart 1953 werd de CIA daarom ingezet om een einde te maken aan de heerschappij van Mossadegh. Als onderdeel van het plan, dat de codenaam ‘Operation Ajax’ kreeg, huurde de CIA een grote groep Iraanse misdadigers in om een opstand te beginnen in de Iraanse hoofdstad Teheran. In de rellen die er vervolgens uitbraken gingen meerdere gebouwen in vlammen op en kwamen 300 mensen om het leven. Op 19 augustus 1953 sloot ook het Iraanse leger zich aan bij de opstand en kwam er een definitief einde aan het bestuur van Mossadegh.
Einde van Mossadegh
De volgende dag gaf Mossadegh zich over aan de leider van de coup, de voormalige generaal Fazlollah Zahedi. Niet veel later werd hij berecht door de militaire raad van de Sjah, die hem ter dood veroordeelde. Later werd de straf echter omgezet in 3 jaar eenzame opsluiting in een militaire gevangenis. Mohammed Mossadegh overleed op 5 maart 1967 terwijl hij nog steeds onder politiek huisarrest stond.