Israëlische archeoloog legt dodenkamp Sobibor bloot
Enkele jaren geleden ontdekt de Israëlische archeoloog Yorim Haimi dat twee van zijn ooms waren omgekomen in het Duitse vernietigingskamp Sobibor in Polen. Hij besloot daarop af te reizen naar de voormalige locatie van het kamp om daar opgravingen te verrichten. Inmiddels, vijf jaar later, heeft het project van Haimi veel waardevolle informatie opgeleverd over de gruwelen van Sobibor.
Het Duitse vernietigingskamp Sobibor in het oosten van Polen was een van de gruwelijkste voorbeelden van de Holocaust. In tegenstelling tot in vele andere concentratiekampen, waar sommige gevangen tewerkgesteld werden of soms jarenlang opgesloten zaten, had Sobibor maar één doel: de vernietiging van de Joden. Gedurende achttien maanden werden er enkele honderdduizenden slachtoffers aangevoerd in treinwagons om vervolgens meteen vergast te worden.
Gevangenenopstand
Ondanks de schaal van dit vernietigingsproject hebben archeologen en historici altijd grote moeite gehad met het bestuderen van Sobibor. Slechts 64 mensen overleefden het doodskamp, waardoor het aantal verslagen van ooggetuigen beperkt was. Daarnaast brak in 1943 een gevangenenopstand uit in Sobibor, waarop de Duitsers besloten het kamp te sluiten. Alle gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt en er werden bomen geplant op de locatie, wat de latere zoektocht naar de oorspronkelijke indeling van het kamp bemoeilijkte.
Himmelfahrstrasse
De Israëlische archeoloog Yorim Haimi was echter vastbesloten meer te weten te komen over de gruwelen van Sobibor. Door de bestudering van de grondpatronen kwam hij er al snel achter waar vroeger de prikkeldraden omheining van het kamp stond. Dit resulteerde uiteindelijk in de ontdekking van wat de Duitsers de ‘Himmelfahrstrasse’ (Weg naar de Hemel) noemden, het pad dat de gevangen aflegden op weg naar de gaskamers. Door deze route te volgen wist Haimi uiteindelijk ook de locatie van de gaskamers van Sobibor vast te stellen.
Symbool van Sobibor
Verder heeft de archeoloog ook een groot aantal eigendommen van de gevangenen gevonden, waaronder brillen, parfumflesjes, horloges, kettingen, een Mickey Mouse speld en een zilveren medaillon met de inscriptie ‘Hanna’. Maar de meest ontroerende vondst van de afgelopen vijf jaar was de ontdekking van het metalen identificatieplaatje van Lea Judith de la Penha, een zesjarig Joods meisje uit Nederland. “De Duitsers discrimineerden niet, ze brachten ook kleine meisjes om het leven”, aldus Haimi, die De la Penha ‘het symbool van Sobibor’ noemt.
Lees ook het artikel over Iwan Demjanjuk, de beul van Sobibor.
Bron: St. Louis Today
