Ontstaan van de Hogere Technische School (HTS)
De HTS en de HEAO komen terug, zegt bestuursvoorzitter Doekle Terpstra van Hogeschool Inholland. Op 9 januari 2013 werd al bekend dat de twee grootste ROC’s van Nederland een onderzoek starten naar de mogelijkheden om te fuseren. Ook Hogeschool Inholland wil nu het aantal opleidingen verminderen om zo een overzichtelijk opleidingenaanbod aan te kunnen bieden. Deze verandering lijkt een teruggreep naar een onderwijstype uit het verleden: de Hogere Technische School (HTS).
Na de Tweede Wereldoorlog was er een opleving van het technisch onderwijs. De oude ambachtsschool veranderde in 1949 in de Lagere Technische School (LTS). Kort voor de Tweede Wereldoorlog was de Uitgebreide Technische School (UTS) ontstaan, omdat er behoefte was aan een betere aansluiting tussen de lagere school en de Middelbare Technische School (MTS). Na 1957 werd de naam MTS gebruikt als aanduiding voor de UTS. In hetzelfde jaar werd de bestaande MTS opgewaardeerd tot HTS.
De HTS
Scholieren konden de HTS volgen na het behalen van een regulier HAVO-, Atheneum- of Gymnasiumdiploma. Een andere mogelijkheid was de doorstroom na het afsluiten van de MTS. Studenten aan de HTS volgden eerst twee jaar theorie- en praktijklessen, in hun derde jaar een stage en in het vierde (en tevens laatste) jaar moesten zij een afstudeeropdracht schrijven. Na het behalen van het diploma kreeg de afgestudeerde de titel ingenieur (ing.).
Anders dan bij de MTS was de keuze uit specialisaties vrij breed. Zo behoorden autotechniek, scheepsbouwkunde en weg- en waterbouw tot de mogelijkheden. Studenten die liever een opleiding in de richting van handel en economie wilden volgen, kwamen terecht bij het Hoger Economisch en Administratief Onderwijs (HEAO). Rond de jaren ‘90 gingen zowel de HEAO en de HTS op in het huidige systeem van het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO), omdat nieuwe wet- en regelgeving van de overheid wat betreft financiering en kwaliteitscontrole fusies noodzakelijk maakten. De afzonderlijke richtingen van de HTS en de HEAO zijn nog terug te zien in twee van de huidige HBO-sectoren: economie en techniek.
Volgens Terpstra is het huidige opleidingenaanbod binnen deze sectoren nu echter zo versplinterd geraakt dat zowel studenten als werkgevers moeilijk onderscheid kunnen maken tussen de verschillende opleidingen binnen een sector. Opleidingen als bedrijfseconomie, commerciële economie en accountancy worden in de toekomst tot één opleiding samengevoegd. Volgens Terpstra moet dit zorgen voor meer herkenbaarheid bij studenten en het bedrijfsleven.
