Nieuw Amsterdam wordt New York
In 1609 voer Henry Hudson met een Engels-Nederlandse delegatie naar Amerika. Dit was het begin van een Nederlandse handelspost op Manhattan. Er ontstond een nederzetting met huizen en een fort, maar na enkele decennia namen de Engelsen het eiland over. Op 12 juni 1665 kreeg New York de eerste Engelse burgemeester.
Henry Hudson
Hudson was in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) met een Engels-Nederlandse delegatie onderweg naar Indië. Het was de bedoeling een zeeweg te vinden naar Indië die niet langs het vijandelijke Spanje zou lopen. Onderweg veranderde hij van koers en kwam aan bij de rivier die later naar hem vernoemd zou worden. Hij maakte kennis met de inheemse cultuur en voer terug naar Engeland om verslag te doen van zijn ontdekkingen.
Nederlandse handelspost
De berichten over de inheemse bevolking en hun mogelijke handelswaar wekten de belangstelling van Nederlandse handelaren. Ze waren vooral geïnteresseerd in de dierenhuiden die de indianen aanboden. Van 1613 tot 1618 bestond er een Amsterdamse Compagnie van Nieuw Nederland. Zij hadden enkele jaren een monopoliepositie. Nadat deze compagnie haar monopolie op de handel verloor, wilde men een variant op de VOC oprichten die de handel zou drijven. In 1621 werd daarom de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Zij lieten in 1624 Fort Oranje bouwen in de buurt waar de handel in huiden plaatsvond. De dierenhuiden werden voor hoge prijzen verhandeld in Amsterdam, waar men er kleding en hoeden van maakte.
Nederzetting
In 1625 liet men nog een fort en een nederzetting bouwen op de zuidelijke punt van Manhattan. De WIC had het gebied inmiddels gekocht van de indianen voor het luttele bedrag van zestig gulden. Dwars over het eiland stond een rij houten paaltjes, om het Nederlandse deel van dat van de indianen te scheiden. Op het Nederlandse gedeelte stond het Fort Amsterdam, het gouverneurshuis en barakken voor de soldaten. Op Manhattan ontstonden enkele dorpjes zoals Breukelen (het huidige Brooklyn) en Heemstede (het huidige Hempstead). In totaal hebben er naar schatting zo’n 350 houten huisjes gestaan. Overigens waren de Nederlanders niet de enige bewoners van het gebied. Er waren ook Belgen, Duitsers en Britten. Pas vanaf 1626 kreeg het de naam Nieuw Amsterdam.
De overdracht aan de Engelsen
Ondanks de twee forten op Manhattan waren de handelspost en de nederzetting een gemakkelijke prooi. Tegen de verwachtingen in was de immigratie niet op gang gekomen. Het was voor Nederlanders aantrekkelijker om in het welvarende Amsterdam te blijven, dan te emigreren naar Manhattan. In het jaar 1664 veroverden de Engelsen Nieuw Amsterdam. In die tijd was de Nederlander Peter Stuyvesant de directeur-generaal op het eiland. Hij probeerde de kolonie te verdedigen, maar kreeg geen medewerking van de Nederlanders. Zij waren ontevreden geweest over zijn dictatoriale optredens. Zo werd Nieuw Amsterdam zonder slag of stoot overgedragen aan de Engelsen, die de nederzetting naar de hertog van York vernoemden. De overdracht vond plaats op 24 september 1664. Op 12 juni 1665 wordt Thomas Willit de eerste Engelse burgemeester van New York.
Bronnen:
- www.onsamsterdam.nl, Nederlandse sporen in de Hudsonvallei, 2011.
- www.onsamsterdam.nl, Waterlanders overzee, 2004.
- www.historiek.net, Peter Stuyvesant draagt Nieuw Amsterdam over aan de Engelsen.
- Afbeelding: Wikimedia.