Hitler wordt wettelijk dictator van Duitsland
Berlijn 1933 – De Nationaal-Socialistische Arbeidspartij (NSDAP) van Adolf Hitler, is de grootste partij binnen het Duitse parlement geworden. Hitler ondervindt echter nog tegenstand van de andere partijen. Middels de ‘Ermächtigungsgesetz’, wat machtigingswet betekent, laat hij zich uitroepen tot dictator van Duitsland om zo alle tegenstand te verbieden.
Tijdens de grote economische depressie van 1930 en de frustraties onder het volk die daarmee gepaard gingen, wist Adolf Hitler veel populariteit te winnen voor zijn partij, de NSDAP. Hitler maakte dankbaar gebruik van de grote onvrede die heerste in Duitsland en paste bovendien door middel van de paramilitaire Sturmabteilung (SA) politiek geweld toe om tegenstanders de mond te snoeren. Toen het nieuwe Duitse kabinet op 30 januari 1933 werd ingezworen, was de NSDAP de tweede partij van het Duitse parlement, en werd Hitler verkozen tot Rijkskanselier. Hitler ondervond echter nog veel tegenstand van zijn politieke tegenhangers, de Duitse Communistische Partij (KPD) en de Duitse Nationale Volkspartij (DNVP).
Invoering noodwet
Op 27 februari 1933 werd de Rijksdag door brandstichting verwoest. Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, werd als verdachte opgepakt. Er zijn theorieën dat de NSDAP zelf de brand aanrichtte, om zo de communisten in een kwaad daglicht te zetten. Als gevolg werd er een noodwet ingevoerd die de mensenrechten sterk beperkte, om het zogenaamde ‘communistische staatsbedreigende terrorisme’ grondig aan te kunnen pakken. In maart 1933 won de NSDAP de verkiezingen met een overweldigende meerderheid.
Hét wetsontwerp
Hitler was er op uit om de democratie volledig af te schaffen, zodat zijn politieke programma niet op tegenstand zou stuiten. Kort na de verkiezingen bracht hij de Rijksdag bijeen om te stemmen over het wetsontwerp, de ‘Ermächtigungsgesetz, een voorstel dat hem wettelijk benoemde tot dictator. Feitelijk ging het hier dus om het afschaffen van het parlement. Toch werd er met een meerderheid van 441-81 voor de wet gestemd. Om zekerheid te hebben dat het voorstel zou worden aangenomen, had Hitler de noodwet gebruikt om politieke tegenstanders niet toe te laten tot de zitting.