Nederlands elftal

Tot 1954 waren profvoetballers niet welkom in het Nederlands elftal

In 2024 is het 70 jaar geleden dat het betaald voetbal werd ingevoerd in Nederland. Wie vandaag naar de eredivisie kijkt, kan zich haast niet voorstellen dat de KNVB tot 1954 betaald voetbal niet eens toestond. Voetballers die in het buitenland professioneel speelden, mochten niet meespelen in het Nederlands Elftal. Hoe zat dat?

Tot 1954 was het betaald voetbal in Nederland verboden. Het verbod op betaald voetbal werd al in 1889 vastgelegd, toen de Nederlandschen Voetbal- en Athletischen Bond (NVAB) werd opgericht, de voorloper van de KNVB. De bond werd opgericht door Pim Mulier, hij was tien jaar daarvoor al verantwoordelijk geweest voor de oprichting van de Haarlemsche Football Club, de eerste voetbalvereniging van Nederland. In de statuten van de bond werd vastgelegd dat voetbalprofs niet tegen betaling voor clubs mochten spelen die bij de bond waren aangesloten en later, na de oprichting van het Nederlands elftal, ook niet voor Oranje mochten uitkomen. In 1895 scheidden de atleten zich van de bond af en veranderde de naam in de Nederlandse Voetbalbond (NVB).


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


De roep om betaald voetbal in de jaren ´30

In de loop van de jaren ´30 van de vorige eeuw groeide de roep om betaald voetbal in Nederland aanzienlijk. De grootste aanleiding hiervoor was de aanhoudende economische crisis en de toenemende werkloosheid. Het probleem was dat alle inkomsten van de voetbalwedstrijden rechtstreeks naar de bond en de clubs gingen. De veelal werkloze voetballers bleven met lege handen achter. Met het voetballen hadden ze een goede inkomstenbron kunnen hebben, maar dat was niet toegestaan. Voor de KNVB was het van groot belang om de amateurstatus in het Nederlandse voetbal te behouden. De bond was van mening dat de sport zou gaan verloederen wanneer voetballers betaald zouden krijgen, omdat er dan andere belangen bij het spel kwamen.

Nederlands elftal

De voetballers vetrokken dus naar het buitenland, waar er wel betaald voetbal was. In Groot-Brittannië werd er sinds 1885 al betaald voetbal gespeeld, en in de jaren ´20 en ´30 volgden ook landen als Spanje, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Portugal. Veel spelers vertrokken in de loop van de jaren ´30 naar het buitenland, waaronder Beb Bakhuys. Hij vertrok in 1937 uit Nederland om voor het Franse FC Metz te gaan spelen. Als gevolg hiervan werd hij meteen door de bond uit het Nederlands elftal gezet, ondanks het feit dat hij een absolute ster was. Hij had in 23 wedstrijden maar liefst 28 doelpunten gescoord.

Aan de groeiende roep om betaald voetbal in Nederland werd slechts deels gehoor gegeven. In 1934 werd de Eerste Nederlandsche Beroepsvoetbal Bond (ENBB) opgericht als tegenhanger van de KNVB. Deze bond organiseerde op 26 juli 1934 een profwedstrijd tussen twee gelegenheidsteams: het Haagse Green Star en het Rotterdamse Red Star. De wedstrijd werd gespeeld op het veld van de Rotterdamse Transvalia, de plek waar ook Feyenoord destijds haar wedstrijden speelde. In september van dat jaar speelde ook nog een Nederlands team van gelegenheidsprofs tegen een Belgisch team, maar dat zou voorlopig de laatste poging worden. De KNVB weigerde mee te werken en de ENBB verdween van het podium.

De aanloop naar het betaald voetbal in Nederland

Ook na de Tweede Wereldoorlog werd de behoefte aan betaald voetbal in Nederland er minder, het werd alleen maar groter. Dat had alles te maken met de maatschappelijke veranderingen die gepaard gingen met de nasleep van de oorlog. Na opgelopen schade tijdens Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië heerste het gevoel dat Nederland een land van verliezers was, en deze geschade reputatie moest gecompenseerd worden. Door middel van voetbal was destijds niet bepaald de oplossing. De resultaten van het Nederlands elftal waren in de jaren na de oorlog bedroevend, wanneer er bij wijze van spreken niet met meer dan drie doelpunten verschil werd verloren had het elftal goed gepresteerd.

Nederlands elftal

Dat moest veranderen. Voetbal moest het instrument worden van de wederopbouw, maar de KNVB bleef vasthouden aan het belang van het amateuristische element in het Nederlands voetbal en gaf niet toe aan het verzet. De KNVB wilde de sport zo toegankelijk mogelijk houden en ervoor zorgen dat andere belangen, zoals geld, de sport niet gingen beïnvloeden. Het bleef profvoetballers weren uit het Nederlands elftal, waaronder Faas Wilkes. Hij wordt gezien als één van de beste, meest sierlijke voetballers uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis, maar nadat hij in 1949 betaald voetbal ging spelen bij het Italiaanse Internazionale werd ook hij door de KNVB uit het Nederlands elftal gezet.

De doorslag

De druk op de KNVB nam steeds verder toe en was in 1953 niet meer te houden. In maart 1953 werd er in Parijs naar aanleiding van de Watersnoodramp een benefietwedstrijd opgezet tussen Nederlandse profs die in het buitenland speelden, en dus niet voor het Nederlands elftal uitkwamen, en het officiële Franse elftal. De wedstrijd was een initiatief van ex-internationals Bram Appel en Theo Timmersmans, die als betaalde voetballers in Frankrijk grote successen beleefden. De opbrengst van de wedstrijd ging naar het Rampenfonds. Frankrijk had destijds en erg sterk team, maar de Nederlandse profs wisten voor een publiek van zevenduizend Nederlandse supporters de wedstrijd met 2-1 te winnen.

De profs maakten grote indruk en in navolging van deze wedstrijd groeide de overtuiging dat het mogelijk moest kunnen zijn dat deze profs ook in Oranje konden spelen. Op initiatief van voetbalbestuurder Egidius Joosten, ook één van de toeschouwers bij de wedstrijd tegen Frankrijk, werd op 20 december 1953 de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB) opgericht om het betaald voetbal in Nederland een steuntje in de rug te geven. De NBVB begon een eigen competitie en ronselde spelers die aangesloten waren bij KNVB-clubs. Tijdens de eerste wedstrijd van de nieuwe competitie tussen Alkmaar ´54 en Venlo op 14 augustus 1954 was er een groot publiek aanwezig. De massa vond het fantastisch om de Nederlandse profs aan het werk te zien. Uiteindelijk zouden tien clubs zich aansluiten bij de NBVB.

Nu kon de KNVB er echt niet meer omheen. Op 25 november 1954 fuseerden de KNVB en de NBVB en werd besloten dat er ook Nederland betaald voetbal gespeeld ging worden. In het seizoen 1954-55 werd Willem II de eerste Nederlandse kampioen in de geschiedenis van het betaald voetbal.

Betaald voetbal in 2021

De voetbalcultuur is sinds de invoering van het betaald voetbal in Nederland enorm veranderd. Het is tegenwoordig niet meer voor te stellen dat spelers die voor profclubs spelen en hiervoor betaald worden geen deel uit mogen maken van het Nederlands elftal.

Toen in april 2021 de Europese Super League werd aangekondigd dreigde er bijna weer zo´n zelfde situatie voor te doen als decennia geleden. De spelers die in dienst zijn van de twaalf clubs die aan de Super League mee wilden doen, mochten van de UEFA niet meer namens hun land aan een EK of WK meedoen. Aangezien de plannen van de Super League al snel stukliepen, hoeven we ons in ieder geval voor komend EK geen zorgen te maken of we topspelers als Giorginio Wijnaldum en Frenkie de Jong in een oranje shirt zullen zien. 

 

Bronnen:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.