Frankfurter Parlement: gemiste kans voor geweldloze stichting Duitse natiestaat
Het revolutiejaar leek een gouden kans voor de Duitse nationalisten. Het revolutionaire momentum van 1848 bood namelijk niet alleen de gelegenheid om meer vrijheden en inspraak in het bestuur te verwerven, maar ook om de langgekoesterde droom van een Duitse natiestaat te verwezenlijken. Vol goede moed kwam in Frankfurt een Nationale Vergadering bijeen om dit ideaal te verwezenlijken. Door de reactie van de Pruisische koning pakte dit echter anders uit dan gedacht.
Duits Nationalisme
Sinds de Napoleontische oorlogen (1803-1815) was het nationalisme een opkomende factor in de Duitse staten. In reactie op de Franse bezetting snakte met name de middenklasse naar het waarborgen van de eigen identiteit. De nationalisten streefden ernaar om de 39 Duitse vorstendommen in één natiestaat te verenigen. De vorsten steunden dit initiatief niet, aangezien dit hen mogelijk hun troon zou kosten. Die angst leidde zelfs tot actief tegenwerkten.
Maar in de jaren ’40 van de negentiende eeuw groeide de onvrede onder de Duitsers. Vanuit de liberale hoek klonk de roep om politieke hervormingen steeds luider. Daarnaast groeide de economische ongelijkheid door de industrialisatie, waardoor ook de arbeiders begonnen te morren. Een serie misoogsten in de periode 1846-48 veroorzaakte tevens voedseltekorten, net als elders in Europa. Zo liepen de spanningen steeds hoger op, tot ze in 1848 een kookpunt bereikten.
Oproer in Berlijn
In maart 1848 hoorden de Duitsers via de pers het nieuws over de revoluties in Frankrijk en Oostenrijk. Opgezweept door deze verhalen, gingen ook zij de straten op. In de Pruisische hoofdstad Berlijn braken er op 13 maart confrontaties tussen demonstraten en het leger uit. Vijf dagen later escaleerde de situatie nog verder en vochten beide partijen een veldslag uit tussen haastig opgeworpen barricades.
Die volgende dag beval de Pruisische koning Frederik Willem IV zijn troepen om zich uit de hoofdstad terug te trekken, in de hoop de boel te sussen. Hij beloofde tevens om zijn regering te hervormen. Een gekozen vergadering zou hiervoor een Pruisische grondwet opstellen. Dit patroon herhaalde zich grotendeels in de rest van de Duitse staten. Hoewel dit in lang niet alle gevallen zo gewelddadig verliep als in Pruisen, dwongen revolutionaire bewegingen de heersende elite tot verregaande concessies. Een daarvan was het instellen van een Nationale Vergadering, die de creatie van een Duitse natie staat zou moeten bewerkstelligen.
Frankfurter Parlement
Haastig organiseerden de verschillende staten verkiezingen voor dit nieuwe orgaan. Op 18 mei kwamen de afgevaardigden voor het eerst bijeen in de Paulskerk in Frankfurt am Mainz. In dit Frankfurter Parlement voerden gematigde liberalen de boventoon. De daaropvolgende maanden vergaderden de afgevaardigden over de verschillende plannen voor een verenigd Duitsland en haar type regering. Een lastige vraag hierbij was of de Duitstalige gebieden van het Oostenrijkse keizerrijk wel of geen deel van deze natiestaat zouden gaan uitmaken. Toen Oostenrijk echter aangaf niets in een verenigd Duitsland te zien, besloot het Franfurter Parlement deze gebiedsdelen erbuiten te laten.
Onder de afgevaardigden heerste een grote verdeeldheid en de vergaderingen sleepten zich maanden voort zonder resultaat. Toch werd er langzaam maar zeker vooruitgang geboekt. Op 29 maart 1849 nam het Frankfurter Parlement de grondwet voor een federaal Duitsland aan. De natiestaat zou worden geregeerd door een keizer, die zelf de ministers benoemde. Een democratisch gekozen Rijksdag zou toezicht houden op de regering, wetten aannemen en het budget goedkeuren. Haar afgevaardigden boden Frederik Willem de keizerskroon van de nieuwe natiestaat aan. Pruisen was namelijk veruit de grootste en machtigste staat in het nieuwe Duitsland. Haar medewerking was daarom cruciaal voor het slagen van de Duitse eenwording.
Omkeer in Berlijn
Toen het Frankfurter Parlement haar aanbod deed, was de context echter fundamenteel veranderd. Frederik Willem was een conservatief vorst, die geloofde in de heerschappij van een monarchie bij de gratie van God. De koning had de liberale beweging daarom voornamelijk lippendiensten bewezen, terwijl hij een kans afwachtte om zijn gezag te herstellen. In december 1848 maakte Frederik Willem handig gebruik van de verdeeldheid tussen de midden- en arbeidersklasse. Hij ontbond de Pruisische grondwetgevende vergadering en liet zijn troepen Berlijn bezetten. De langslepende vergaderingen en onderlinge twisten hadden het enthousiasme voor de hervormingen onder het volk aardig doen bekoelen. Vandaar dat er maar weinig tegenstand was.
Frederik Willem weigert keizerskroon
Elders in Duitsland vonden soortgelijke ontwikkelingen plaats. Conservatieve krachten herwonnen het initiatief en deden veel van de gedane concessies teniet. Toen het Frankfurter Parlement in maart 1849 Frederik Willem de keizerkroon aanbood, was veel van haar gezag al verloren gegaan. De Pruisische koning was bovendien helemaal niet van zins om door volksvertegenwoordigers tot vorst te worden verheven. ‘Een kroon uit de goot’ noemde hij het zelf. Pas als Frederik Willem door de Duitse prinsen tot keizer zou worden gekozen, conform de middeleeuwse traditie, zou hij de titel aanvaarden.
De weigering van de Pruisische koning vormde de doodsteek voor het eenheidsproject. In mei 1849 ontbond het Frankfurter Parlement zichzelf. Het zou tot 1871 duren voordat er een verenigd Duitsland kwam, dankzij de drie oorlogen van Otto von Bismarck.
Bronnen:
- Cristopher Clark Iron Kingdom. The Rise and Downfall of Prussia 1600-1947 (Pengiun books: Londen, 2007).
- Deutscher Bundestag
- Britannica
Afbeeldingen:
- Afbeelding: Public Domain, via Wikimedia Commons
- Afbeelding: See page for author [Public domain], via Wikimedia Commons
- Afbeelding: Isidor Popper [Public domain], via Wikimedia Commons