Hysterie was voor vrouwen, neurasthenie voor mannen
In de negentiende eeuw stonden er twee grote zenuwziekten op de kaart. Hysterie en neurasthenie waren beide verzamelnamen voor diverse vage symptomen. De twee zenuwziekten hadden vele overeenkomsten en werden zelfs als synoniem gebruikt. Maar voor de diagnose werd er duidelijk onderscheid gemaakt tussen geslacht, rang en sociale status. Zo werd hysterie voornamelijk vastgesteld onder mensen in de lagere sociale klassen en bij vrouwen in de hoge klassen. Mannen in de hoge klassen kregen echter vaker de diagnose neurasthenie.
Neurasthenie
Ze was 34 jaar en al bijna twee jaar ziek. Op een dag was deze patiënte van de Schotse neuroloog Sir D. Ferrier wakker geworden met een vaag gevoel van angst en ze voelde zich lichamelijk zwak. De dokter had een hoge temperatuur opgenomen en haar gezegd dat ze de griep had. Maar na drie dagen bedrust ging het verzwakte gevoel niet voorbij. Later, toen ze zwanger was, werd dit erger. Ze was duizelig en trilde op haar benen. Soms kon ze niet eens naar haar bed lopen. Maanden na de zwangerschap voelde ze zich nog steeds niet fit. Ze had constant een erg onrustig gevoel, sliep niet en ze irriteerde zich al aan het minste geluid. Haar voeten waren altijd koud, ze had last van obstipatie en hartkloppingen. In 1891 gaf Sir D. Ferrier haar de diagnose neurasthenie. Deze patiënte was niet de enige met de diagnose neurasthenie. Eind negentiende eeuw was dit een populaire verzamelnaam voor allerlei vage symptomen.
George Miller Beard
In 1869 maakte de Amerikaanse neuroloog George Miller Beard (1839-1883) neurasthenie populair. Neurasthenie betekent letterlijk ‘zenuwzwakte’ en is een samenvoeging van het Griekse névro (zenuw) en adynamía (zwakheid). Volgens Beard was neurasthenie een gevolg van uitgeputte zenuwen, waardoor organen schade opliepen en iemand last zou krijgen van uiteenlopende symptomen. In zijn eerste publicatie schreef hij: ‘Neurasthenie, of zenuwuitputting, kan aanzet geven tot indigestie, hoofdpijnen, verlammingen, slapeloosheid, verdoving, zenuwpijn, reumatische jicht, impotentie bij de man en menstruale onregelmatigheden bij de vrouw.’ Beard schreef neurasthenie toe aan de drukte en overprikkeling van de moderniserende steden.
Opvattingen over neurasthenie
De term sloeg aan en er ontstonden verschillende opvattingen over neurasthenie. Neurasthenie werd gezien als een stoornis in het zenuwstelsel. Men wist wel dat er een centraal zenuwstelsel was, maar over de werking ervan was indertijd maar weinig bekend. Allerlei fysieke én mentale problemen kwamen zo onder de noemer van de zenuwstoornissen terecht. Er werd gedacht dat de zenuwen te strak zaten of juist te veel speling hadden, over- of onder-gestimuleerd werden of er moest ergens schade in het zenuwstelsel zitten.
Begin twintigste eeuw kwam men tot de consensus dat neurasthenie geen lichamelijke maar een psychische oorzaak had. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal betekende neurasthenie rond 1900: 'Zenuwzwakte die zich uit in sterke geestelijke en lichamelijke vermoeidheid en groote prikkelbaarheid (óf aangeboren (endogeen) óf ontstaan door ziekten, overmatige inspanningen van den geest of door hevige emoties (exogeen)).' Er vielen echter zoveel symptomen onder dat neurasthenie werd opgesplitst in verschillende psychische diagnosen. Tegenwoordig herkennen we de klachten bijvoorbeeld onder burn-out, depressie of het chronisch vermoeidheidssyndroom.
Neurasthenie als lucratieve business
Ondertussen was neurasthenie vanaf eind negentiende eeuw uitgegroeid tot lucratieve business. Hoewel artsen neurasthenie beschouwden als een medisch probleem, werd het ziektebeeld in de literatuur als probleem van de moderniserende maatschappij gepresenteerd. In de politiek werd neurasthenie ingezet als waarschuwing voor de veranderende moraal in de samenleving. Maar anderen zagen in neurasthenie een verdienmodel. Zo bracht de Canadese George Fulford de Pink Pillen van dr. Williams op de markt, die de klachten volledig zouden verhelpen. De Pink Pillen heetten zo omdat ze het bloed zouden hernieuwen en een blos op de wangen moesten brengen.
Tijdens de ‘Gouden Eeuw der zelfmedicatie’ rond 1900 zocht men graag zelf naar zalfjes en medicijnen om zich van allerlei kwaaltjes te ontdoen. Daarom werd er voor Pink Pillen enorm veel geadverteerd in de Nederlandse kranten. De advertenties oogden geloofwaardig door hun journalistieke karakter. Zo waren er interviews met ‘ervaringsdeskundigen’ die door het slikken van Pink Pillen beweerden compleet genezen te zijn van neurasthenie.
De advertenties voor Pink Pillen hadden een grote invloed op de beeldvorming van neurasthenie. Zo informeerden ze het grote publiek over de symptomen en oorzaken. En dat kon positieve effecten hebben. Mensen die vaak dachten dat de enige waren die met dergelijke klachten rondliepen, konden zich herkennen in de berichten en op die manier zelf naar hulp op zoek gaan. Maar het zorgde er ook voor dat men zichzelf ging diagnosticeren. Daarbovenop kwam nog dat de advertenties de verantwoordelijkheid voor het eigen welzijn bij de patiënt zelf legden. De zelfmedicatie voor neurasthenie werd hierdoor een commercieel succes. Met de wereldwijde advertenties voor de dure pillen werd er gericht op de hogere klasse en het slikken van de Pink Pillen kreeg zelfs chique karakter. In werkelijkheid bestonden de Pink Pillen uit niets meer dan suiker, droppoeder, ijzer, kalium, magnesium en zink.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Hysterie
Hoewel Beard neurasthenie constateerde bij zowel mannen als vrouwen, werd neurasthenie gezien als een mannelijke variant op hysterie. Hysterie werd als een 'typisch vrouwelijk' ziektebeeld beschouwd. Net als neurasthenie was hysterie een verzamelnaam voor veel van dezelfde onverklaarbare symptomen.
‘Hysterie’ is afgeleid van het Griekse hystera, dat baarmoeder betekent. Iemand met hysterie kon last hebben van angsten, kortademigheid, flauwvallen, nervositeit, slapeloosheid, prikkelbaarheid en spanning, maar ook seksuele uitspattingen. De Griekse arts Hippocrates (460-377 v.Chr.) was de eerste die de term noemde en doelde daarmee op opwaartse bewegingen van de baarmoeder, die daardoor druk op andere organen uitoefende. Ook wees hij op de verstoorde bloedstroom tussen de baarmoeder en de hersenen. De Romeinse medicus Claudius Galenus (129-199) dacht dat de oorzaak van baarmoederbewegingen te maken had met seksuele frustratie. De baarmoeder zou hongerig zijn en driftig op zoek zijn naar bevrediging.
Gynaecologische verklaringen
Ook in de negentiende eeuw zocht men naar gynaecologische verklaringen voor verschijnselen van hysterie. De oorzaak zou liggen in het vrouwelijke ‘zaad’ dat zich bij gebrek aan geslachtsgemeenschap ophoopte in het lijf. Artsen in die tijd schreven een massagebehandeling voor, waar gretig gebruik van werd gemaakt. De behandeling bestond namelijk uit een handmatige massage om tot een orgasme te komen. Er waren echter zoveel vrouwen die zich meldden voor zo’n medisch orgasme, dat artsen en assistenten die de behandeling uitvoerden last kregen van hun polsgewrichten. Daarom werd er naar mogelijkheden gezocht om de behandeling mechanisch uit te voeren. Dit leidde tot het ontstaan van de vibrator. De artsen hadden zo meer tijd voor andere patiënten.
Tegen het einde van de negentiende eeuw werd hysterie gezien als een psychische aandoening, maar het was eigenlijk een verzamelnaam voor lastig te verklaren stoornissen en het miste een specifieke diagnose. In 1908 omschreef het Woordenboek der Nederlandse Taal hysterie nog als: 'Eene met het geslachtsleven samenhangende, hoofdzakelijk bij vrouwen voorkomende zenuwziekte. Bij uitbreiding ook van eene zenuwziekte uit andere oorzaken, maar met gelijksoortige verschijnselen, of van een toestand van sexueele overspanning.' Tegenwoordig wordt de term hysterie niet meer gebruikt voor een specifiek ziektebeeld, maar om een gemoedstoestand aan te duiden 'waarbij iemand, bv. door angst, paniek of intense bewondering, zijn zelfbeheersing verliest'. (Van Dale 2021)
Neurasthenie voor mannen, hysterie voor vrouwen
Volgens de Britse medische wetenschap van eind negentiende eeuw hadden neurasthenie en hysterie dezelfde oorzaak, namelijk een verzwakt zenuwstelsel. Een verzwakt zenuwstelsel werd gezien als ofwel erfelijk, ofwel opgelopen door de omgeving, zoals een ongeluk, trauma, ziekte of een ongewenste manier van leven. In neurasthenie was het verzwakte zenuwstelsel een fundamentele factor, en het was een oorzaak of een vereiste om hysterie te ontwikkelen.
Ook werden beide ziektebeelden, als eerste aandoeningen ooit, in verband gebracht met zowel de sociale als politieke dimensie. Bij beide stoornissen lag de nadruk namelijk op de dialoog tussen het lijf en de omgeving. De stoornissen konden veroorzaakt worden door invloed van buitenaf, zo kon de directe omgeving van invloed zijn op het zenuwstelsel, maar ook de situatie in het land kon een overspanning van de zenuwen veroorzaken.
Onderscheid tussen genders
Ondanks de overeenkomsten werd er in de negentiende eeuw onderscheid gemaakt tussen de verschillende genders bij de diagnose. Hysterische uitingen werden beschouwd als bizar en theatraal. De dramatische en expressieve karakteristieken van hysterie, zoals uitbarstingen, huilen, lachen of verlamming en flauwvallen, werden gezien als ‘typisch vrouwelijk’. Hysterie werd in de negentiende eeuw dan ook bijna altijd aan vrouwen toegeschreven. Mannen (vooral die uit de hogere klassen) met dezelfde symptomen kregen eerder de diagnose neurasthenie.
Status was van invloed op diagnose
Niet alleen het geslacht, maar ook de status van de patiënt was van invloed op de diagnose. De diagnose hysterie werd voornamelijk gesteld onder mensen in de lagere sociale klassen en bij vrouwen in de hoge klassen, terwijl mannen in de hoge klassen de diagnose neurasthenie kregen.
Toen Beard de term neurasthenie introduceerde, stelde hij dat de ziekte voornamelijk voorkwam onder zakenmannen of anderen die werden blootgesteld aan de 'competitie, luxe en ondeugden van de moderne samenleving'. Ook kwam de ziekte volgens hem vaker voor bij mensen met een meer verfijnd zenuwstelsel, zoals intellectuelen en professionals. Zijn collega Thomas Stretch Dowse zag de stoornis ook onder geestelijken die zich overwerkten en W. Pritchard stelde dat het een ziekte van leiders en fabrieksbazen was. Neurasthenie werd dan ook gezien als een modieuze ziekte van de hogere klassen. Maar het was goed mogelijk dat er in de tijd van Beard evenveel neurasthene gevallen voorkwamen in de lagere klassen. Beard en zijn collegae behandelden nou eenmaal alleen maar patiënten uit de hogere klassen.
De mannelijkheid van soldaten in twijfel getrokken
De verschillen in diagnose kwamen niet alleen in de sociale klassen voor. Ook in het leger was er duidelijk onderscheid in status als er een diagnose werd gesteld. Soldaten kregen te horen dat ze hysterie hadden en hoge officieren werd neurasthenie toebedeeld. Een duidelijk voorbeeld hiervan is te zien in het Oostenrijks-Hongaarse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
Getraumatiseerde soldaten vertoonden motorische stoornissen zoals spiertrekkingen, beven of juist verlamming. Dit werd in eerste instantie beschouwd als een mannelijke vorm van hysterie. Iemand die door de oorlog bevend hysterisch was, werd gezien als het tegenovergestelde als de masculiene heldhaftige soldaat die met hart en ziel voor het vaderland vocht. Doordat de symptomen als vrouwelijk werden getypeerd werd er ook getwijfeld aan de mannelijkheid van de soldaat. De oneervolle term hysterie werd hierom geschuwd door zowel de medische officieren als de soldaten zelf. In plaats daarvan kozen medici liever voor de term neurasthenie, dat indertijd als mannelijk synoniem werd gebruikt voor hysterie of nervositeit. Opvallend daarbij is dat de eerste twee jaar van de oorlog de diagnose neurasthenie erg regelmatig werd gesteld. Maar vanaf de herfst van 1916 werden enkel de hoge officieren met neurasthenie gediagnosticeerd, als elitair en bevoorrechte conditie. De ‘eenvoudige soldaat’ kreeg alsnog de oneervolle diagnose hysterie.
Onderscheid in behandeling
Naast het verschil in gender, status en rang werd er ook onderscheid gemaakt in de behandeling van hysterie en neurasthenie. De Duitse neuroloog Willy Hellpach (1877-1955) zei over de behandeling het volgende: “De hysterische moet met harde hand worden behandeld, zelfs met geweld, omdat de hysterische moet worden gebroken met een krachtige slag. De neurastheen, daarentegen, heeft sympathie, medelijden, troost en een warm hart nodig. […] Als je de neurastheen behandelt als een hysterische loop je het risico dat je hem beschadigd […] en hem mogelijk hysterisch maakt.” Neurasthenen waren volgens hem de besten onder de mensen met zenuwbeschadiging.
Hoewel hysterie en neurasthenie vele overeenkomsten hadden en zelfs als synoniem van elkaar werden beschouwd, werd er duidelijk onderscheid gemaakt tussen geslacht en rang van patiënten. De diagnose en was afhankelijk van de persoonlijke opvattingen van de arts. Ook de achtergrond en status van de patiënt speelden een belangrijke rol in de diagnoses neurasthenie of hysterie.
Bronnen
- Gemma Blok & Rose Spijkerman 2013. ‘De ongelukkigsten onder de menschen’ - DE VERBEELDING VAN ZENUWZWAKTE IN ADVERTENTIES VOOR PINK PILLEN, 1900-1920.
- Boston Med Surg
- Tijdschrift Karakter
- New York Times
- Cambridge
- Habsburger