Natuur en geschiedenis gaan hand in hand in de Amsterdamse Artis Zoo
Aan het begin van de negentiende eeuw behoorde het gros van de Europese dierentuinen tot het privé-eigendom van rijke, voorname persoonlijkheden. London Zoo keerde in 1828 dit tij door hun verzameling dieren open te stellen voor bezoekers. De Amsterdamse horlogemaker Jan Jacob Wijsmuller volgde, in samenwerking met Johan W.H. Werlemann en dr. Gerardus Frederik Westerman, het voorbeeld van deze baanbrekende dierentuin, door op 1 mei 1838 het genootschap Natura Artis Magistra op te richten.
Artis Zoo, het prille begin
De leden van deze elitaire kring kwamen bijeen in het Groote Museum, een imposant gebouw waar lezingen en tentoonstellingen werden gehouden. De hoofdbedoeling van Wijsmuller, Westerman en Werlemann was om de algemene kennis rond natuurgeschiedenis van de leden van het genootschap bij te spijkeren. Wijsmuller bracht hiervoor zijn privécollectie met opgezette dieren mee. Maar na een tijd wilden ze ook kunstenaars en andere leden van de genootschap de kans te bieden om levende dieren te tekenen en te schilderen om ze zo beter te kunnen bestuderen. De collectie levende dieren startte eenvoudig met een aantal apen, herten en kleurrijke papegaaien, en werd stelselmatig uitgebreid met andere, vaak exotische diersoorten. Leden van het exquise genootschap bezochten met hun schepen verre oorden en brachten van hun reizen een bonte mengeling van ongeziene diersoorten en onbekende uitheemse gebruiksvoorwerpen mee, Nederland binnen.
Van selecte club naar een open dierentuin
De eerste jaren van dierentuin Artis was de zoo dus enkel toegankelijk voor leden van dit beperkte genootschap. Pas vanaf 1851 konden ook niet-leden de dierentuin komen bezoeken. Dit enkel op speciale dagen in de septembermaand en uitsluitend op persoonlijke uitnodiging en onder strikte begeleiding van een van de leden.
Tegen het einde van de 19de eeuw namen de Nederlandse universiteiten steeds meer de rol van wetenschappelijke onderzoeksinstelling over. Artis kon bijgevolg niet anders dan haar deuren nu ook open te zetten voor het bredere publiek. Aanvankelijk wat schoorvoetend, maar onder impuls van Coenraad Kerbert, die Westerman als directeur opvolgde na diens dood in 1890, groeide Artis verder uit tot een plaats waar iedereen welkom was. De dierentuin bloeide. Zowel de wetenschappelijke collecties als het aantal dieren nam snel toe. Het Genootschap Natura Artis Magistra liet deze waardevolle stukken aan een geïnteresseerd publiek zien in maar liefst tien musea. De wetenschappelijke kennis werd verzameld in de Artis Bibliotheek. Gerenommeerde artsen en andere wetenschappers konden in de uitgebreide collectie boeken en tijdschriften hun onderzoek verrichten.
Een keerpunt in de geschiedenis
Rond de eeuwwisseling loopt het bezoekersaantal van de populaire dierentuin echter sterk terug. Het genootschap krijgt het steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. In 1939 staan ze zelfs op het randje van een faillissement. De beheerders moeten drastische maatregelen nemen en dragen de wetenschappelijke collecties en de Artis Bibliotheek over aan onder meer de stad en de universiteit van Amsterdam. De levende dieren kunnen gelukkig wel behouden blijven, het genootschap kan voor een zacht prijsje het domein verder huren.
De aanhouder wint…
De Tweede Wereldoorlog is een moeilijke periode die slechts met moeite kan overbrugd worden. De Artis zoo houdt stand en bouwt stapsgewijs terug een stevige reputatie op. In 1988 viert de dierentuin haar 150ste verjaardag. Ter gelegenheid van deze heuglijke gebeurtenis wordt een splinternieuw planetarium geopend, wat meteen een schot in de roos blijkt te zijn.
Door het terugkerende succes van de zoo, wilde de directie graag verder uitbreiden. Verschillende pogingen werden ondernomen om het terrein naast de Artis Zoo aan te kopen. Het interessante aan deze grond was namelijk dat die tot aan het water reikte, wat heel wat perspectieven bood om het park te vergroten. Ettelijke onderhandelingen volgden en het duurde nog tot 1997 tot de dierentuin de finale toelating kreeg om de gronden aan te kopen en het domein verder uit te breiden. De giraffen en andere Afrikaanse diersoorten kregen in 2002 een nieuw onderkomen in de indrukwekkende Savanne, een tropische serre bood onderdak aan enkele nieuwe uitheemse dieren. Ook de bezoekers zelf werden verwend met een restaurant en een heus speeleiland voor de kleintjes.
De 21ste eeuw brengt Artis heel wat nieuwe projecten waarvoor volop de nodige fondsen worden verzameld. De historische panden en monumenten binnen het domein worden een voor een gerestaureerd en in ere hersteld. Een bezoek aan de Artis Royal Zoo loont voor elke bezoeker beslist de moeite. Artis is een groene long binnen het drukke Amsterdamse stadscentrum en wil een ontmoetingsplek zijn waar bezoekers via creatieve doe-activiteiten op een speelse manier de natuur leren kennen. Tal van exposities en thematische musea zoals het unieke Micropia worden geopend en druk bezocht. De waardevolle collecties en boeken worden ter beschikking gesteld aan studenten en wetenschappers, zodat natuurhistorisch onderzoek mogelijk wordt gemaakt. De visie achter het Natura Artis Magistra Genootschap houdt na al die jaren dus nog steeds stand.