Waarom honkballers kozen voor kunstgras
In 1965 konden de honkballers van de Houston Astro’s hun geluk niet op hun spiksplinternieuwe stadion werd opgeleverd. Niet zomaar een stadion, maar een hypermodern, volledig overdekt exemplaar.
Dat stadion was hard nodig, want zeker bij zomerse wedstrijden was het in de openlucht stadions afzien voor zowel sporters en publiek. Wedstrijden werden gespeeld in de brandende zon, of juist bij hoge luchtvochtigheid en zware zomerregens. Al vanaf de jaren 50 werd er daarom nagedacht over manieren om een stadion te bouwen waar een groot honkbalveld in geplaatst kon wordne, maar waar ook het klimaat beter gecontroleerd kon worden. Dat werd uiteindelijk de Astro Dome. Een stadion dat gebruikt kon worden voor verschillende sporten, met flexibele tribunes en een beter beheersbaar klimaat. De architecten hadden hun inspiratie voor het ontwerp opgedaan in Rome, bij het Colosseum, waar ooit grote flexibele schermen schaduw aan het publiek gaven.
Het stadion werd enorm. Een grote dichte koepel, die op het hoogste punt 63 meter boven het veld hing, beschermde de atmosfeer, die geregeld werd door een groot airco-systeem. Overdag viel daglicht op het veld door de daklichten, die de bijnaam ‘Astrodome Skylights’ kregen. De bijna vijftigduizend toeschouwers die de openingswedstrijd bijwoonden, zullen allicht meer oog hebben gehad voor het bijzondere scorebord, de ‘Astrolight’, waarop ze zagen hoe de Astro’s hun nieuwe stadion inwijdden met een 2-1 overwinning op de New York Yankees. President Johnson kwam zelfs nog even langs om de club te feliciteren met het nieuwe veld. Het stadion werd al het ‘achtste wereldwonder’ genoemd.
Probleem: de grasmat
Maar het probleem kende een heikel punt: de grasmat. Ingenieurs hadden al bedacht dat het laten groeien en onderhouden van een goede grasmat in een overdekte omgeving een behoorlijke uitdaging zou zijn. Er was nog nooit op zo’n manier gras voor een speelveld aangelegd, dus de ingenieurs hadden geen data ter beschikking over de beste manier om een goede grasmat in de Astrodome te leggen. En dus werden er speciale kassen gebouwd om grassoorten te kweken en te testen voor het stadion, waarna er ook nog ín het stadion getest werd.
Ondanks al die tests klaagden de spelers over de grasmat. Niet zozeer omdat het gras slecht groeide, maar door het licht. De combinatie van de Skylights en het gras, veroorzaakte een verblindende schittering. De spelers zagen geen bal vliegen. Toen die schittering werd voorkomen door het licht wat te dimmen, stierf het uitvoerig geteste gras alsnog. Binnen een jaar was het fonkelnieuwe stadion toe aan een volledig nieuwe grasmat. Het stadion dat een jaar eerder nog het achtste wereldwonder was, was nu onbruikbaar.
Van probleem naar honkballersutopia
Een nieuwe oplossing werd niet meer bij natuurlijk gras gezocht, maar bij kunstgras, dat toen nog Chemgrass heette. De producenten van Chemgrass zagen hun kans schoon, en herdoopten hun product naar AstroTurf, naar de honkbaclub. Dat bleek een gouden greep. Het stadion was, in ieder geval volgens de eigenaren, een honkballersutopia. Geen onverwachte windvlagen die een bal uit koers deden raken, geen scheve graspolletjes waardoor een bal een andere kant op stuiterde. Pitchers konden op het honkbalveld van de Houston Astro’s hun perfecte bal gooien. En terwijl de pitchers scoorden, deden ook de producenten van AstroTurf goede zaken, want steeds meer Amerikaanse sportvelden werden vervangen door hun kunstgras.
Het kunstgras in de Astrodome betekende een definitieve doorbraak van kunstgras. Al snel gingen meer Amerikaanse sporten over op kunstgras. In Europa ging vooral de hockey over op het kunstmatige gras. Daardoor kwam er steeds meer geld beschikbaar voor de ontwikkeling van mooiere, zachtere en daardoor meer natuurlijk lijkende soorten kunstgras, dat soms ook nog onderhoudsvriendelijker en goedkoper is dan natuurlijk gras. En dat is ook op de particuliere markt te zien, in steeds tuinbezitters bedekken een deel van hun tuin met mooi, maar onderhoudsvriendelijk goedkoop kunstgras.