Bedevaartsoord voor Nicolaas II op de verkeerde plaats
Honderd jaar geleden executeerden de Bolsjewieken de voormalige Russische tsaar Nicolaas II en zijn gezin. In het Rusland van nu worden de Romanov-familieleden als martelaren beschouwd, als slachtoffers van de communistische terreur. Met name de Russisch-orthodoxe kerk speelt hier een belangrijke rol in. In 2000 verklaarde ze de tsarenfamilie namelijk heilig en bouwde een uitgebreid klooster op de veronderstelde laatste rustplaats van de tsaar. Archeologen troffen de stoffelijke overschotten van de Tsaar echter op een andere locatie aan. De Russisch-orthodoxe kerk houdt daarentegen hardnekkig vast aan haar versie van het verhaal. Hierdoor staat het grafmonument van Nicolaas nu op de verkeerde plaats.
Onder huisarrest
In op 15 maart 1917 deed Nicolaas afstand van de Russische troon, onder druk van massale protesten en muiterijen. De nieuw aangetreden burgerregering plaatste de voormalige tsaar en zijn gezin daarop onder huisarrest ver weg in het Oeralgebergte. In oktober 1917 grepen de Bolsjewieken onder leiding van Vladimir Lenin de macht in Rusland. Hun staatsgreep veroorzaakte een burgeroorlog in Rusland, waarin de ‘rode’ communisten tegen de ‘witten’ (een samenraapsel van tsarenaanhangers, liberalen en conservatieven) vochten. Uit angst dat de tsaar als symbool voor de witte zaak zou kunnen worden gebruikt, liet Lenin het tsarengezin naar Jekaterinaburg verplaatsen. Hier werden ze onder strikte bewaking geplaatst.
Tsarengezin vermoord
In juli 1918 rukten de witte troepen echter op naar Jekaterinaburg. Omdat de tsarenfamilie niet veilig kon worden geëvacueerd, gaf Lenin opdracht dat het hele gezin moest worden geëxecuteerd wanneer de stad dreigde te vallen. De precieze timing hiervan liet hij aan de officier Jakov Sverdlov over. In de nacht van 16 op 17 juli stuurde deze een moordcommando onder aanvoering van Jakov Joerovski eropaf. Nicolaas, zijn vrouw, vier dochters en gehandicapte zoon werden van hun bed gelicht en naar een kelderruimte afgevoerd. Daar vermoordden Joerovski en zijn mannen het tsarengezin op brute wijze.
Lijken weggewerkt
Joerovski en zijn mannen laadden de lijken daarop in een vrachtwagen en reden naar de mijnschacht Ganina Jama, een eind buiten de stad. Daar aangekomen dumpten ze de lijken. De mijnschacht was echter veel ondieper dan Joerovski had gedacht en bovendien hadden teveel mensen de vrachtwagen ernaartoe zien rijden. Daarom keerde hij met zijn mannen de volgende dag terug naar Ganina Jama, en laadde de lichamen weer terug in de vrachtwagen. Het plan was om de lijken in een diepere mijnschacht te gooien. Na vijf kilometer kreeg de vrachtwagen echter pech. In paniek besloot Joerovski om de lijken ter plekke weg te werken. Haastig gooiden ze zwavelzuur over de lichamen heen en begroeven hen in een ondiep gat. De lijken van de tsarenkinderen Maria en Aleksej begroeven ze een eind bij de rest vandaan, om identificatie te moeilijker te maken.
Verkeerde vindplaats
Een week na de moorden namen de witten Jekaterinaburg in. Op aanwijzingen van de plaatselijk bevolking, gingen ze in Ganina Jama op zoek naar de stoffelijke overschotten van het tsarengezin. In de mijnschacht troffen ze juwelen, kledingstukken en botten aan (achteraf bleken het waarschijnlijk dierenbotten te zijn). Ze concludeerden de laatste rustplaats van de tsaar te hebben gevonden. De Russisch-orthodoxe kerk nam deze lezing over en kwam tot de conclusie dat de lichamen bij Ganina Jama verbrand moeten zijn.
Lichamen van de Romanovs gevonden
In 1979 kreeg de Russische historicus Aleskandr Avdonin het verslag van Joerovski echter in handen. Geïntrigeerd besloot hij met een stel geologen de omgeving af te gaan speuren. Uiteindelijk stuitten ze op de resten van vijf leden van het tsarengezin. Uit angst voor represailles van het Sovjetregime, zwegen ze elf jaar over hun ontdekking. Pas in 1990, toen het Sovjetbewind op instorten stond, maakte Avdonin zijn ontdekking aan de Russische president Boris Yeltsin bekend.
Yeltsin meende hier een politiek succes mee te kunnen behalen en was daarom meteen geïnteresseerd. Hij stuurde er een team van onderzoekers op af, die na DNA testen concludeerde dat het hier inderdaad om vijf van de vermoorde Romanovs ging. Daarop liet Yeltsin in 1998 de stoffelijke overschotten met veel ceremonieel in St. Petersburg herbegraven.
Russisch-Orthodoxe kerk ligt dwars
Dit was tegen het zere been van de Russisch-orthodoxe kerk. Zij had Nicolaas en zijn familie namelijk jarenlang als martelaren gepresenteerd. Het zette dan ook kwaad bloed bij de kerk dat Yeltsin zich in ‘hun’ domein binnendrong en met de plechtige herbegrafenis van de tsaar aan de haal ging. Daarom weigerde ze te erkennen dat het hier ging om de lijken van de tsarenfamilie. De Russisch-orthodoxe kerk wees er onder andere op dat er twee lijken misten en het daarom niet het tsarengezin kon zijn. Ze hield daarom vast aan Ganina Jama als de laatste rustplaats van de tsaar, waar de kerk een klooster uit de grond liet stampen.
Deze plek ontwikkelde zich tot een bedevaartsoord voor gelovige Russen, die de versie van de kerk volgen. Ook toen in 2007 de resten van Maria en Aleksej werden opgegraven, hield de kerk voet bij stuk, ondanks het overtuigende DNA-bewijs. Vandaar dat er nu duizenden mensen bijeenkomen in extravagante kerkgebouwen op de verkeerde plek, terwijl op de feitelijke locatie van het drama slechts een eenzaam en vergeten houten kruis staat.
Bronnen:
- Simon Sebag Montefiore, The Romanovs 1613–1918 (Weidenfeld & Nicolson, 2016).
- Trouw
- Smithsonian Magazine
Afbeeldingen:
- Hardscarf [GFDL or CC-BY-SA-3.0], via Wikimedia Commons
- Boasson and Eggler St. Petersburg Nevsky 24. [Public domain], via Wikimedia Commons