Beleg van Wenen: laatste Ottomaanse invasie van Europa
In het jaar 1683 stonden de Ottomanen voor de laatste keer voor de poorten van Wenen. Hoewel het beleg in eerste instantie succesvol verliep voor de Ottomanen werden zij uiteindelijk verdreven door de Heilige Liga onder leiding van de Poolse koning Jan Sobieski. Het verlies van de Slag om Wenen kostte de Ottomanen uiteindelijk Hongarije en zette een lange periode van verval in.
Het Ottomaanse Rijk en de Habsburgers waren in de 16e eeuw regelmatig met elkaar in conflict geraakt. Hoewel het in de 17e eeuw relatief rustig bleef tussen beide grootmachten had sultan Mehmet IV het na het mislukte beleg van 1529 nooit helemaal uit zijn hoofd gezet om Wenen te veroveren. De Heilige Roomse Keizer Leopold I richtte zich in de tweede helft van de 17e eeuw vooral op het westen en de strijd tegen het Frankrijk van Lodewijk XIV, waardoor hij zijn oostelijke gebieden verwaarloosde en er jaren over deed om een opstand van enkele Hongaarse edelen neer te slaan. Sultan Mehmet IV en zijn grootvizier Kara Mustafa Pasha dachten daarom dat het Heilige Roomse Rijk kwetsbaar was en besloten in 1682 een uitgelezen moment om Wenen de oorlog te verklaren.
Heilige Liga
De Ottomanen hadden echter lang nodig voor de mobilisatie, waardoor de oorlogsverklaring in 1682 niet meteen werd gevolgd door actie. Leopold kreeg daarom de tijd om zijn hoofdstad voor te bereiden op de aanval, verschillende Duitse vorsten op te dragen om troepen te sturen en een verbond te sluiten met het Pools-Litouwse Gemenebest, om zo de ‘Heilige Liga’ tegen de islam te vormen. Toen de Turken met hun leger van 150.000 man uiteindelijk op 14 juli 1683 voor de muren van Wenen verschenen was de stad goed versterkt en bevoorraad en werd zij verdedigd door een garnizoen van zo’n 15.000 soldaten met 370 kannonen.
Belegering van Wenen
De Ottomanen namen ondanks hun grote overmacht de tijd om de bevolking van Wenen uit te hongeren. Zij groeven een uitgebreid loopgraven netwerk en probeerden grote stukken van de muren te ondermijnen en op te blazen. Dit lukte een aantal keren en belangrijke verdedigingsbastions als de Burg en de Löbel vlogen in de weken na 14 juli de lucht in. Begin september begon de situatie in Wenen door de steeds moeilijker te verdedigen stad nijpend te worden en de verdedigers bereidden zich er al op voor om de strijd binnen de stadsmuren voort te zetten.
Jan Sobieski
De grote hoeveelheid tijd die de Ottomanen namen bij het beleg werd uiteindelijk juist hun ondergang. Op 6 september stak het leger van de Poolse koning Jan Sobieski de Donau 30 kilometer ten noordwesten van Wenen over en voegde hij zich bij de troepen van keizer Leopold en verschillende Duitse staten als Saksen, Beieren, Baden en Franken. Op 11 september 1683 arriveerde het leger van de Heilige Liga, dat bestond uit zo’n 90.000 soldaten, op de Kahlenberg net buiten Wenen.
Beslissende cavaleriecharge
Op 12 september om vier uur ’s ochtends vielen de Ottomanen het leger van de Heilige Liga aan en bestormden zij de muren van Wenen. Grootvizier Kara Mustafa Pasha probeerde op deze manier in één klap de strijd te winnen en de stad te veroveren. Terwijl de verdedigers van Wenen zich met man en macht probeerden te verdedigen ontstond er op de vlakte voor de stad een bloedige strijd tussen de Turkse infanterie en de troepen van de Heilige Liga. Na twaalf uur van zware gevechten besloot Jan Sobieski zijn cavalerie in te zetten en stormde hij samen met zijn 3.000 Poolse Huzaren en 17.000 andere cavaleristen het slagveld op. Deze grootste cavaliercharge uit de geschiedenis sneed dwars door het Ottomaanse leger heen richting het Turkse kamp, waarna de Ottomanen op de vlucht sloegen en uiteindelijk binnen drie uur na de charge verslagen werden. Na de slag parafraseerde Sobieski Caesars beroemde quote Veni, vidi, vici met Venimus, Vidimus, Deus vincit (Wij kwamen, wij zagen, God overwon).
Neergang van het Ottomaanse Rijk
De Ottomanen verloren uiteindelijk zo’n 40.000 man op het slagveld en daarnaast werden er 20.000 Turken gevangen werden genomen. De verliezen van de Heilige Liga bleven met 4.500 relatief beperkt. Grootvizier Kara Mustafa Pasha werd in opdracht van een woedende sultan geëxecuteerd in Belgrado en in de oorlog die volgde op de Slag bij Wenen verloren de Ottomanen het grootste deel van Hongarije aan de Habsburgers. Het conflict werd uiteindelijk in 1699 beëindigd met de Vrede van Karlowitz. Het verlies van Hongarije betekende uiteindelijk het begin van het einde voor het Ottomaanse Rijk, want vanaf de 18e eeuw moesten de Turken steeds meer terrein prijsgeven in Midden- en Zuid-Oost Europa, totdat het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog definitief ophield te bestaan.
Meer weten over het Beleg van Wenen? In Geschiedenis Magazine 7 van 2020 vertelt Ivo van de Wijdeven meer over het beleg en waarom dat mislukte.