Bertha von Suttner: pacifiste en Nobelprijswinnares
Bertha von Suttner ontwikkelde zich van een welgestelde Oostenrijkse gravin naar een gepassioneerd vredesactivist. In woord, daad en schrift zette zij zich tijdens haar leven in voor een vreedzame wereld. Haar inzet vormde een inspiratie voor Alfred Nobel om zijn vermogen deels beschikbaar te stellen voor de Nobelprijzen voor de Vrede. In 1905 was Von Suttner bovendien de eerste vrouw die deze prijs in ontvangst mocht nemen.
Bertha von Suttner werd geboren op 9 juni 1843 in Praag, dat op dat moment deel uitmaakte van Oostenrijk-Hongarije. Zij was afkomstig uit een zeer welgestelde, adellijke Boheemse familie en kwam daarom als Gravin Kinsky von Wchinitz und Tettau ter wereld. Haar gokverslaafde moeder verzorgde de opvoeding van de kleine Bertha, omdat haar vader, Graaf Kinsky, al voor haar geboorte was overleden.
Privélessen
Hoewel haar moeder aanzienlijke geldbedragen over de balk smeet in casino’s, bleven er genoeg financiële middelen over om gouvernantes in te huren, zodat Bertha thuis privélessen in talen en muziek kon krijgen. Vooral muziek boeide de gravin in eerste instantie en zij droomde ervan om operazangeres te worden. Omdat zij hiervoor echter niet goed genoeg bleek te zijn, besloot Bertha Kinsky zich te richten op haar andere interesses: literatuur, wetenschap en filosofie.
Ontmoeting met Alfred Nobel
In 1873 ging de inmiddels belezen Bertha Kinsky zelf aan de slag als gouvernante, om haar eigen geld bij elkaar te sprokkelen. Zij kwam terecht in de huishouding van Baron Von Suttner, die vier jonge dochters en een volwassen zoon had. Kort na haar aanstelling als docente van de vier meisjes, werd Kinsky verliefd op Suttner’s zoon, de 23-jarige Arthur, die zeven jaar jonger was dan zij. Als gevolg van de relatie die hieruit voortvloeide, ontsloeg de familie Suttner de gouvernante. Kinsky week uit naar Parijs, waar zij voor korte tijd werd aangesteld als secretaresse en huishoudster van Alfred Nobel (1833-1896). In 1876 trouwde zij in het geheim met haar geliefde Arthur, waarna de twee richting de Kaukasus vertrokken en in Georgië gingen wonen. Ondanks haar korte verblijf bij Nobel in Parijs, onderhield Bertha von Suttner haar leven lang goed en intensief contact met de Zweedse chemicus.
Verblijf in Georgië
In Georgië verdienden de pasgetrouwde Bertha en Arthur Suttner de kost door les te geven en journalistiek werk te verrichten. Zij schreven onder meer voor dagbladen, met namen over de Russisch-Turkse Oorlog (1877-1878), die vlak na hun verhuizing in alle hevigheid woedde. Von Suttner ervoer op deze manier welke verschrikkingen oorlog teweegbracht, en ontwikkelde hier al snel een enorme aversie tegen. Daarnaast schreef zij de nodige essays en korte verhalen. In 1883 verscheen haar eerste roman: Inventarium einer Seele. Iets minder dan tien jaar na hun vertrek naar de Kaukasus, keerden Bertha en Arthur von Suttner terug naar Oostenrijk. Zij verzoenden zich met Arthur’s familie en namen vervolgens hun intrek in een kasteel in Harmannsdorf, vlakbij Wenen.
Vredesbeweging
Na een aantal jaar vertrok het echtpaar weer naar Parijs, waar Bertha door haar vriend Nobel werd geïntroduceerd in vooraanstaande sociale en intellectuele kringen. Zij was vooral geïnteresseerd in het werk van de International Peace and Arbitration Society, en besloot zich voor deze organisatie in te zetten. In 1891 richtte zij in Oostenrijk een zijtak van de vredesbeweging op. Tegelijkertijd bleef Suttner actief als schrijfster en zette zij haar kwaliteiten in ter ondersteuning van de vredesbeweging. In 1889 voltooide ze haar controversiële boek Die Waffen nieder (De wapens neer), waarin zij onverbloemd schreef over de gruwelen van oorlogvoering, mede op basis van de ervaringen die zij in de Kaukasus had opgedaan. Het boek gold als een belangrijk manifest voor de internationale vredesbeweging en werd uiteindelijk in zestien talen vertaald. In deze periode inspireerde zij Alfred Nobel om in zijn testament aan te geven dat één van de wetenschappelijke prijzen waarvoor hij een deel van zijn vermogen beschikbaar stelde, een Nobelprijs voor de Vrede moest zijn.
Haagse Vredesconferentie
Gedurende de jaren ’90 zette Suttner zich vol overgave in voor vrede, maar ook voor vrouwenrechten, democratisering en gelijke sociale rechten. Samen met haar man bezocht zij verscheidene vredesconferenties en internationale bijeenkomsten. Als voorzitster van de Oostenrijkse vredesbeweging nam Suttner deel aan de eerste Eerste Vredesconferentie die in 1899 in Den Haag werd gehouden. Mede dankzij Suttners inspanningen waren daar eveneens prominente afgevaardigden van de Amerikaanse, Engelse en Franse departementen aanwezig. De eerste van de drie Haagse Vredesconferenties leidde tot de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage en stuurde daarnaast aan op de bouw van het Haagse Vredespaleis, waarmee in 1907 werd gestart.
Laatste levensjaren
Arthur von Suttner overleed in 1902. Bertha von Suttner bleef zich ook in de jaren daarna inzetten voor een vreedzame wereld en werd daarvoor in 1905 beloond. In dat jaar ontving zij als eerste vrouw de Nobelprijs voor de Vrede. Tijdens haar speech greep zij de gelegenheid aan om een anderhalf uur durend betoog over de vredesbeweging te houden. Haar laatste levensjaren, met name na de tweede Haagse Vredesconferentie in 1907, deed Von Suttner het iets rustiger aan. Ze leed vanwege gezondheidsproblemen een teruggetrokken bestaan, en benutte de tijd die haar restte om haar memoires te schrijven. Uiteindelijk overleed Bertha von Suttner op 21 juni 1914 aan maagkanker, enkele weken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Afbeelding
- Bertha von Suttner via Wikimedia Commons