Continentaal stelsel: Napoleons economische oorlog tegen Engeland
Groot-Brittannië was een van de meest geduchte tegenstanders van Napoleon. Om het Britse Imperium op de knieën te krijgen, begon de Franse keizer een economische oorlog en voerde op 21 november het Continentaal Stelsel in. Door een compleet handelsembargo moest Britse economie en daarmee het leger en marine, verslagen worden.
Groot-Brittannië was in eerste jaren van de negentiende eeuw de grootste vijand van Napoleon Bonaparte geworden. Niet alleen in directe confrontaties tijdens grote veld- en zeeslagen, maar ook indirect. De Britten ondersteunden iedereen die het opnam tegen het Franse imperium, met geld, wapens en andere middelen. Maar waar de Franse legers en hun bondgenoten, de Britten op het land vaak wel de baas waren, waren de rollen op zee omgedraaid. Keer op keer wist de Britse marine de Franse vloot te stoppen of zelfs te verslaan. De voor de Fransen desastreus verlopen zeeslag bij Trafalgar (1805), was de nekslag voor de Franse marine. Napoleon gaf hierna zijn plannen voor een invasie van de Britse eilanden voorgoed op.
Handelsoorlog tussen Groot-Brittannië en Frankrijk
Door hun overwinning bij Trafalgar waren de Britten heer en meester over de Noordzee. Daar maakten ze dan ook gebruik van, door een grote blokkade in te stellen. De Royal Navy blokeerde tussen de monding van de Elbe en Brest alle havens, riviermondingen en alle andere plekken waar een schip kon aanmeren. Geen schip mocht meer aanleggen op de kust. Alle goederen afkomstig van, of bestemd voor gebieden waar de Fransen de baas waren, werden in beslag genomen. Ook schepen uit landen die niet bij de Napoleontische Oorlogen betrokken waren (zoals de Verenigde Staten), werden tegengehouden.
Maar Napoleon had ook nog een troef in handen. Want waar de Britten op zee heersten, maakte hij op het Europese continent de dienst uit en zoals de Britten hun heerschappij op zee probeerden te benutten, zo probeerde de Franse keizer dat op het land. Op 21 november 1806 liet hij een decreet uitgaan waarin hij bepaalde dat er totaal geen handel met de Britse gebieden meer mocht plaatsvinden. Met deze Blocus continental (in het Nederlands het Continentaal Stelsel genoemd) wilde hij de Britse economie ontregelen en verzwakken. Napoleon hoopte dat de Britten daardoor makkelijker te verslaan zouden zijn, of onder alle economische druk zouden bezwijken en vredesonderhandelingen zouden beginnen.
Hoe werkte het Continentaal Stelsel?
Simpel gezegd was het vanaf Napoleons proclamatie voor iedereen in de landen die door Frankrijk werden beheerst, officieel verboden om met de Britten te handelen. De regels werden in de periode kort na de invoering al snel aangescherpt. Schepen die in de Britse gebieden waren geweest, lading hadden gelost of ingenomen, of bijvoorbeeld havengeld hadden betaald, konden in beslag worden genomen. Uiteindelijk werd zelfs de VS op de lijst met ‘vijandige’ landen gezet, terwijl dat land slechts enkele decennia eerder met nota bene Franse steun een onafhankelijkheidsoorlog tegen de Britten had gevoerd.
Om het Continentaal Stelsel te handhaven, was nog heel veel nodig. Langs de Europese kust verschenen douaneposten, vanuit waar gecontroleerd werd of er niet stiekem toch gehandeld werd. Douaniers gingen zo nu en dan zelfs aan boord van vissersschepen om te controleren of de vissers niet stiekem de Noordzee overstaken en in een Britse haven goederen kochten en verkochten. Echter, daarbij was Napoleon grotendeels afhankelijk van de landen waar die douaneposten kwamen. Frankrijk leverde dan wel de douaniers, maar de rest, zoals onderdak en soldij, moest geregeld worden door de landen waar die douaniers geplaatst waren.
Gevolgen van het Continentaal Stelsel
De gevolgen van het Continentaal Stelsel waren overal in West-Europa (en op veel plekken daarbuiten) te merken. Ook in landen die niet direct onder controle van Groot-Brittannië of Frankrijk stonden. Hoe groot die gevolgen konden zijn, was te merken in Denemarken. De Denen waren onafhankelijk en neutraal, maar stonden onder grote, vooral Franse, druk om die neutraliteit op te geven. De Britten wilden graag voorkomen dat de Denen zich bij het Continentaal Stelsel aan zouden sluiten. De Royal Navy was voor het hout van haar schepen grotendeels afhankelijk van hout uit Rusland. Als de Denen zich bij Napoleon zouden voegen, zouden de scheepvaartroutes over de Oostzee voor de Britten verloren gaan. Toen het ernaar uitzag dat Denemarken inderdaad door de Fransen bezet zou worden, greep de Royal Navy preventief in en voerde in 1807 een verrassingsaanval uit op de Deense vloot bij Kopenhagen. De stad werd dagenlang gebombardeerd, tot de Denen om onderhandelingen vroegen en hun vloot aan de Britten overgaven. Daardoor werd Denemarken onherroepelijk deel van het Continentaal Stelsel.
Ook in Nederland (dat toen als ‘Koninkrijk Holland’ door een jongere broer van Napoleon werd bestuurd) werd het Continentaal Stelsel gevoeld. Een groot deel van de economie draaide op overzeese handel. Tegelijk met de enorme kosten waarmee Nederland werd opgezadeld door de invoering van de dienstplicht en het enorme douanestelsel, was de invoering van het Continentaal Stelsel een ramp voor het Koninkrijk Holland. De economie stortte volledig in elkaar. Dat blijkt wel uit de cijfers van schepen die de Nederlandse havens binnenvoeren. In 1805 zouden dat er zo’n 2.700 zijn geweest, maar in 1810 waren het er nog maar enkele honderden. Koning Lodewijk Napoleon had snel door wat de gevolgen waren voor zijn onderdanen en was terughoudend in het handhaven van het stelsel. Daardoor ontstond ruimte voor een levendige smokkelhandel.
Rotterdam was de spil van een omvangrijk illegaal netwerk waarmee het Continentaal Stelsel ontweken werd. Er werd gehandeld in koffie, suiker, thee, specerijen en tal van andere verboden goederen en heel Europa kwam men naar Rotterdam om een overtocht te regelen naar Engeland, en vandaaruit eventueel verder te reizen naar Afrika, Azië of Amerika. Johan Joor vertelt in Geschiedenis Magazine 8 van 2022 hoe de semiprofessionele reisagenten in de stad opereerden en welke gevolgen die smokkel had. Bijvoorbeeld voor Amsterdam…
Ook in andere gebieden leken de gevolgen van het Continentaal Stelsel vooral negatief te zijn. De Russische tsaar Alexander I sloot zich in 1807 bij het Continentaal Stelsel aan, hoewel een groot deel van de Russische economie op de export van hout draaide. Hout, dat vaak naar de Britse vloot ging. Die export stopte volledig en de Europese markt kon dat tekort niet aanvullen. In 1810 zegde de tsaar zijn medewerking aan het Continentaal Stelsel op. Dit was het begin van een conflict tussen Napoleon en de tsaar waardoor Napoleon in 1812 zou besluiten tot zijn grote veldtocht naar Rusland.
Smokkel
Mensen probeerden het Continentaal Stelsel op allerlei manieren te ontlopen. Ondanks de controles werd er volop gesmokkeld. Schepen deden alsof ze uit andere landen kwamen, en vissers namen behalve vis regelmatig nog wat andere lading mee. Smokkelaars die werden betrapt, konden flinke straffen verwachten, maar douaniers lieten zich maar wat vaak omkopen. Desondanks ontstonden er grote tekorten aan veel goederen, en de prijzen daarvan werden extreem hoog. Een van die goederen waar zo veel tekort aan was, was suiker. Dat werd voor de invoering van het Continentaal Stelsel op grote schaal geïmporteerd als rietsuiker vanaf plantages in Zuid-Amerika en de Caraïben, waarna het in bijvoorbeeld Amsterdam geraffineerd werd tot suiker. Die invoer stokte door het Continentaal Stelsel. Van de tienduizenden tonnen suiker die in 1807 via de Amsterdamse haven het land binnen kwamen, waren er in 1809 minder dan tweeduizend over. Om de tekorten te compenseren, schakelden veel boeren over op suikerbieten, waarvan men een paar decennia eerder had uitgevonden dat er óók suiker van gemaakt kon worden. Echter, toen het Continentaal Stelsel na de val van Napoleon in 1813 eindigde, schakelde men toch weer over op rietsuiker. Het suikerriet werd weer goedkoper dan de suikerbieten, mede dankzij het feit dat de suikerrietplantages op slavenarbeid draaiden.
Ook de Britten voelden het Continentaal Stelsel danig. Maar er was een groot verschil tussen de Britse eilanden en het Europese vasteland. Waar het Europese vasteland alleen nog maar over land kon handelen, lagen de wereldzeeën voor de Britten open. En daar maakten ze handig gebruik van. Het zwaartepunt van de Britse handel verschoof van Europa naar de rest van de wereld en kon zo blijven draaien.
Einde van het continentaal stelsel
Daarmee was het Continentaal Stelsel eigenlijk mislukt. Het doel, door economische oorlogvoering de Britse economie kraken, werd niet behaald. Wel liep de eigen economie enorme schade op, vooral in Holland leed men erg onder de nieuwe economische beperkingen. Dat had een aantal verstrekkende gevolgen, die ertoe zouden leiden dat het Continentaal Stelsel als een boemerang zou terugslaan. De dwang die met het continentaal stelsel gepaard ging en de economische malaise die door het stelsel veroorzaakt werd, zette veel mensen tegen de Fransen op. Niet alleen onder de lagere bevolking, maar ook onder de Europese elite.
Dat blijkt wel uit het feit dat de Russische tsaar mede door het continentaal stelsel zijn bondgenootschap met Napoleon verbrak. De veldtocht die uit dat conflict voortkwam, was het begin van het einde van Napoleons heerschappij. De tocht verliep desastreus en brak de ruggengraat van de Franse Grande Armee. Hoe diep de haat tegen Napoleon en zijn Continentaal Stelsel zat, bleek toen Napoleons heerschappij over Nederland in november 1813 eindigde. Burgers gingen massaal feestend de straat op, en staken veel van de douanehuisjes, van waaruit de douaniers het Continentaal Stelsel hadden gehandhaafd, in brand.
Bronnen
- J. Joor: De huid die niet mocht zweten
- Oneindig Noord-Holland: Verloren voorspoed
- Historiën.nl: Napoleon Bonaparte
- T. Holberg: The Acts, Orders in Council, &c. of Great Britain [on Trade], 1793 - 1812
- The Napoleon Series: Documents upon the Continental System
- A. van Bergen: Suiker