De achtergrond van ‘Boontje komt om zijn loontje’
Als iemand zijn verdiende loon krijgt, kun je dit verwoorden door te stellen dat ‘Boontje om zijn loontje komt’. Deze authentieke Nederlandse uitdrukking gaat in ieder geval terug tot de 17e eeuw en is nog steeds wijdverspreid in het Nederlands. Maar wie was deze Boontje eigenlijk?
Boontje in ‘Boontje komt om zijn loontje’ is afkomstig uit een Nederlands sprookje. Voor zover bekend is het verhaal voor het eerst volledig opgeschreven door de Nederlandse dichter Jan Vos (ca. 1610-1667) in het werk De klucht van Oene. Jan Vos was een belangrijke Amsterdamse schrijver die vooral geroemd werd omdat hij goed op de hoogte was van de bezigheden van het volk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zijn beroemde tijdgenoot Joost van den Vondel (1587-1679). In zijn werk De Klucht van Oene schreef hij onder meer over verschillende kwalijke praktijken van ambachtslieden in Amsterdam, maar hij schreef in dit werk dus ook over Boontje die om zijn loontje komt.
Bijzonder reisgezelschap
Het betreffende sprookje ging over een bijzonder reisgezelschap. Dit reisgezelschap bestond namelijk uit een boon (Boontje), een strootje, een erwtje en een kooltje vuur. In het verhaal kwam dit gezelschap bij een sloot waar ze niet zomaar overheen konden komen. Strootje bood aan om over de sloot te gaan liggen en zo als een brug voor de anderen te dienen. Dit was de enige manier waarop het gezelschap aan de overkant van de sloot kon komen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Uitlachen
Boontje was de eerste die over het strootje liep en zo de overkant van de sloot bereikte. Ook Erwtje bereikte op deze manier veilig de overkant. Daarna was het de beurt aan het kooltje vuur. Toen deze echter over Strootje heen liep, vatte Strootje vlam, waardoor het kooltje vuur in het water terecht kwam. Boontje moest hier zo onbedaarlijk hard om lachen dat zijn buik open scheurde. Omdat het niet al te vriendelijk was van Boontje om te lachen om deze vervelende situatie, komt hier de uitdrukking vandaan dat Boontje om zijn loontje komt. Het uitlachen van de anderen kwam hem in het sprookje dus duur te staan.
Goede afloop
Uiteindelijk liep het overigens wel goed af met Boontje, want hoewel de buik van Boontje was opengescheurd, was er een kleermaker in de buurt. Deze kleermaker naaide de buik van Boontje met een zwarte draad weer netjes dicht en zo herstelde Boontje van zijn verwondingen. Waarschijnlijk bestond het sprookje al voordat Jan Vos het opschreef, maar helemaal zeker is dit niet. De beroemde gebroeders Grimm hebben het sprookje later overigens ook nog opgeschreven. Door het beroemde sprookje is de uitdrukking in het Nederlands blijven bestaan in de betekenis dat iemand zijn verdiende loon krijgt.
Afbeelding:
- Portrait of Poet Jan Vos: Jan Lievens [Public domain], via Wikimedia Commons