De geschiedenis van de Gelderse Oorlogen (1502-1543)
Op 7 september 1543 werd het Traktaat van Venlo ondertekend, het verdrag dat een einde maakte aan de Gelderse Oorlogen. De Gelderse Oorlogen waren een reeks oorlogen in de 16e eeuw, waarin de gewesten Gelre, Friesland en Groningen en de Ommelanden tegenover de Habsburgers kwamen te staan in een strijd om de macht over Gelre. De oorlogen zijn belangrijk gebleken voor de vorming van Nederland. Hoe verliepen deze oorlogen?
Beginfase
Al eeuwenlang was er strijd om de macht over Gelre. Ook de steeds machtiger wordende Habsburgers, die heersten over de Bourgondische Nederlanden, raakten geïnteresseerd in het gebied. Het gewest was na veel strijd in handen gevallen van de hertogen van Bourgondië, maar nadat de laatste van hen, Karel de Stoute, overleed in 1477, wist Gelre haar onafhankelijkheid weer terug te winnen en die ondanks verwoede pogingen van het rijke Bourgondië, te behouden.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Het Bourgondische rijk was inmiddels in handen gekomen van het rijke Huis Habsburg en de Gelderse Hertog Karel van Gelre, die in 1492 het bestuur van Gelre had aanvaard, kreeg steeds meer moeite de gecombineerde macht van het Huis Habsburg en de Bourgondiërs, onder leiding van Filips de Schone, tegen te houden en de zelfstandigheid van Gelre te bewaren. In 1502 nam het Bourgondische leger de belangrijke stad Arnhem in. Vier jaar later overleed Filips, waardoor Karel de kans kreeg om Arnhem te heroveren en de strijd voort te zetten. Met een slimme list wist hij de goed verdedigde stad in te nemen. Door soldaten in een korenwagen de stad in te smokkelen, kon hij ongezien binnen de muren komen en de stad innemen. Het gewest was toen grotendeels heroverd. Echter, daar bleef het niet bij. Om zijn macht te vergroten wilde hij zijn gebieden verder uitbreiden. Dit deed hij bijvoorbeeld door het Oversticht, het gebied ten noorden van Gelre, te bezetten en een groot aantal andere steden en gebieden te plunderen.
De strijd tegen Karel V
Een aantal Friese gebieden kwam in 1515 in Habsburgse handen, wat ertoe leidde dat veel Friezen zich aansloten bij de Geldersen in hun strijd tegen de Habsburgers, evenals de Groningers en Ommelanders. In 1506 volgde de Habsburgse prins Karel zijn vader Filips de Schone op als Heer der Nederlanden. In 1519 werd hij eveneens gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk als Karel V. Karel onderhandelde over een tijdelijk bestand met de Geldersen, maar ondertussen ging Karel van Gelre door met zijn veroveringen. Hij werd uitgeroepen tot heer van de Ommelanden, met steun van Frankrijk. Frankrijk was de belangrijkste vijand van de Habsburgers en de Franse koning zag in de Gelderse hertog een belangrijke bondgenoot tegen de Habsburgse macht. Thuis genoot Karel van Gelre ook veel populariteit, maar in Friesland verloor hij geleidelijk zijn macht aan de Habsburgse vorst. Stukje bij beetje kalfde het gewest af. Eind 1524 had Karel van Gelre in het noorden alleen nog Groningen, de Ommelanden en Drenthe in bezit.
Maarten van Rossum (ca. 1490 – 1555)
Een belangrijke en beruchte speler in de Gelderse Oorlogen was de militair Maarten van Rossum. Hij was lange tijd in dienst bij de hertog van Gelre en was ook betrokken bij de aanval op Arnhem in 1514. Tijdens het bondgenootschap met de Friezen werkte Van Rossum nauw samen met de Friese vrijheidsstrijder Grutte Pier. Samen voerden ze rond 1518 oorlog tegen de Hollanders, die de partij van de Habsburgers hadden gekozen. In 1524 werd Van Rossum bevorderd tot veldmaarschalk, en voerde hij verscheidene beruchte militaire operaties uit. Een van meest beruchte hiervan was de plundertocht in Den Haag, waarbij hij de stad dreigde te plunderen en plat te branden. Van Rossum eiste 28.000 gulden van de Haagse bevolking, waarvan 8000 gulden daadwerkelijk betaald werden. Van Rossum nam hier genoegen mee en in plaats van de stad plat te branden, hield hij het ‘slechts’ bij het plunderen van de stad.
Neergang van Gelre
In 1527 stemde de bisschop van het Sticht Utrecht in met een overeenkomst waarin hij zijn macht overdroeg aan Karel V. Ook de Staten van Overijssel waren bereid Karel V te erkennen als landsheer, om zich te beschermen tegen Gelre. Hierop viel de Bourgondische stadhouder van Friesland, Georg Schenck van Toutenburg, Overijssel binnen en werden de Geldersen verdreven. De opmars van de Habsburgers was zo sterk dat ook steden in Gelre bezet werden. Franse steun voor de hertog van Gelre bleef uit, omdat de Fransen te druk waren met hun eigen strijd tegen Karel V. Een nederlaag in de veldslag bij Heiligerlee in 1536 verplichtte Karel van Gelre de Vrede van Grave te tekenen, waarin hij gedwongen werd afstand te doen van de Groningse gebieden en Drenthe. Het was weer vrede, maar Karel had alleen het gewest Gelre nog over. Twee jaar later, op 30 juni 1538, stierf Karel van Gelre. Zijn naaste bloedverwant Willem V van Kleef volgde hem op, waardoor Gelre in personele unie kwam met Gulik-Kleef-Berg. De Habsburgers zagen deze unie als een bedreiging en claimden het bestuur over Gelre. Dat was een nieuwe aanleiding om de wapens weer op te pakken. Ondanks een aantal overwinningen voor Gelre, bleek nu dat het hertogdom het alleen niet kon redden tegen het machtige Habsburg. Het leger van Gelre werd vooral slecht gecoördineerd. In 1543 begonnen de Habsburgers aan een militaire operatie waarbij 40.000 soldaten op veldtocht gingen in het Gelderse rivierengebied, die in Venlo in een nederlaag eindigde voor Gelre. Ook nu schoot Frankrijk niet te hulp, waardoor Willem V van Kleef op 7 september 1543 genoodzaakt was om het Traktaat van Venlo te tekenen. Hiermee kwam er officieel een einde aan de Gelderse Oorlogen en was de vorming van de Zeventien Provinciën onder Karel V voltooid.
Bronnen:
- Coenen, Jean, Baanderheren, boeren & burgers (Boxtel 2004) pp 154-157.
- Keverling Buisman, F., O. Moorman van Kappen, H. de Schepper, M. van Driel, Verdrag en Tractaat van Venlo (Hilversum 1993).
- Arneym: Karel van Gelre en Karel V
- Haagse Tijden: Den Haag wordt ingenomen
- Historiek: Maarten van Rossum (1478-1555) – Beruchte veldheer
- Mijn Gelderland: Karel van Gelre, 1492-1538