De Haagse kweekvijver van de Nederlandse popscene

Na alweer meer dan 50 jaar rondgelopen te hebben in de Nederlandse popscene vond Barry Hay, frontman van de Golden Earring, het tijd om zijn levenservaringen te delen met grote publiek. De succesvolle band Golden Earring, die met Radar Love een internationale hit scoorde, vond zijn oorsprong gewoon in Den Haag. In de jaren ’60 werd Den Haag ook wel het Nederlandse Liverpool genoemd. Niet alleen Golden Earring, maar ook populaire bands zoals Q65, Shockin’ Blue en Earth and Fire vonden er hun oorsprong. Wat maakte de Haagse arbeiderswijken zo vruchtbaar voor jonge poptalenten in de jaren ’60?

Indo’s brengen de muziek naar Den Haag

Dat de Haagse popscene floreerde in de jaren ’60 is een voldongen feit, de stad telde meer dan 2000 bands waarvan er meerdere zowel nationaal als internationaal erg succesvol werden. De bandjes ontstonden vooral in de arbeidersbuurt Zuiderparkbuurt. Hier was de muziek een van de weinige manieren voor jongeren om het arbeidersmilieu van hun ouders te ontstijgen. Maar dat de popscene juist in Den Haag zo opbloeide was grotendeels te danken aan de vestiging van grote aantallen Indo’s begin jaren ’50. De grote gemeenschap aan Indonesische jongeren in Den Haag bracht een nieuw soort muziek met zich mee. Op elektrische hawaïgitaren speelden ze een mengeling van rock ’n roll en traditionele Indische krontjongmuziek. Deze zogenaamde indorock was voor veel Nederlanders hun eerste kennismaking met rockmuziek.

Indorock in de jeugdsoos

Tot aan het einde van de jaren ’50 kwamen blanke en Indische jongeren amper met elkaar in contact. Indische jongeren werden geweigerd in de horeca en richtten zodoende hun eigen clubs op waar blanke jongeren niet welkom waren. Door de inzet van enkele katholieke paters werden deze groepen dichter tot elkaar gebracht. In parochiezaaltjes verspreid door heel Den Haag kregen Indische jongeren de kans om op dansavonden hun rockmuziek ten gehore te brengen. Voor sommige blanke jongeren was dit de eerste keer dat ze een elektrische gitaar hoorden. De muziek zorgde voor verbondenheid en inspireerde veel jongeren om ook een muziekinstrument te gaan bespelen.

De Haagse beat

De hit van Peter Koelewijn, Kom van dat dak af, uit 1960 wordt over het algemeen beschouwd als de aftrap voor de rock ’n roll in Nederland. Internationale rock ’n rollers zoals Elvis Presley en the Beatles bereikten met hun muziek eindelijk ook de Nederlandse radio. Tot voor kort draaide de Nederlandse radio voornamelijk klassieke en rustige muziek, maar in de jaren ’60  bereikten langzamerhand de eerste popzenders Nederland zoals radio Luxemburg en later radio Veronica. Hier werden the Beatles en the Rolling Stones veelvuldig gedraaid, de beatmuziek die zij speelden kreeg veel navolging in de Nederlandse popscene en zo werd de ‘Haagse beat’ geboren.

Vorming van de Golden Earring

Ontzettend veel bandjes ontstonden in de vroege jaren ’60 in Den Haag en er ontstond een heuse popcultuur. Een van deze bandjes was de Golden Earring, een band die het hele Nederlandse poptijdperk kan omspannen en geldt als een van Nederlands meest succesvolle rockgroepen.  George Kooymans en Rinus Gerritsen ontmoetten elkaar op straat in de Haagse Zuiderparkbuurt als ze nog op de middelbare school zitten. Beiden geobsedeerd door de gitaar richtten ze de band The Tornado’s op die later de Golden Earring zou gaan heten. In de beginjaren haakten ze in op de populaire softe pop van de instrumentele bands zoals The Shadows en The Ventures. Zwaar geïnspireerd door hun Britse voorbeelden kopieerden ze deze muziek en teksten. Door hun brutale manager Freddy Haayen, Golden Earring was het eerste Haagse bandje met een manager, scoorde de Golden Earring in 1965 een platencontract.

The American Dream van de Golden Earring

Vanaf eind jaren ‘60, toen Barry Hay en Cesar Zuiderwijk zich aansloten bij de groep, werd er voor een ruiger repertoire gekozen. De Hagenezen begonnen met het schrijven van eigen songs die goed aansloegen bij het publiek. Op deze manier wist Golden Earring als een van de weinige bands het Haagse te ontstijgen en een wereldhit te scoren. In 1968 had de Golden Earring een uiterst succesvolle Amerikaanse tour. De legendarische Amerikaanse zangeres Janis Joplin ging voor de band op haar knieën en Jimi Hendrix deed een poging om basgitarist Rinus Gerritsen te rekruteren voor zijn The Jimi Hendrix Experience. De bloeiende Haagse popscene was het resultaat van de verrassend goede combinatie van Haagse bluf, Indorock en vrijzinnige paters. Tot de opkomst van de discotheken in de jaren 70 was er in Den Haag sprake van een unieke jeugdcultuur.