De ’protestgeneratie’: dromen van een nieuwe, utopische wereld
De jaren zestig en zeventig: tijden van protest, vernieuwing en revolutionaire alternatieven. Er werden demonstraties gehouden, ludieke acties georganiseerd, nieuwe politieke partijen opgericht en communes gevormd. De redactie van IsGeschiedenis zette een aantal alternatieve bewegingen en hun idealen uit deze periode op een rij. Idealen die gerealiseerd werden of dromen die uiteindelijk in duigen vielen?
Een tijd van vernieuwing
Eind jaren veertig: de Tweede Wereldoorlog was afgelopen en Nederland begon aan een zware wederopbouw. Aan het begin van de jaren zestig was deze wederopbouw voltooid en de welvaart steeg sterk. Ondertussen was er een nieuwe, jongere generatie geboren die zich afzette tegen de gevestigde orde. Deze jongeren gingen nadenken over de bestaande machtsverhoudingen: wat gaf de machtshebbers- zoals de overheid- het recht om over iets of iemand te beslissen? De jongere generatie daagde de gevestigde orde uit. Zij droomden van vernieuwing in de samenleving. Een aantal utopische ideeën over hoe de samenleving er volgens de protestgeneratie uit zou moeten zien werd tot uitvoering gebracht. Maar wat leverde het op de lange termijn eigenlijk op?
De Provo’s (1965)
Een anarchistisch karakter
Eén van de bewegingen die de autoriteiten uitdaagden waren de Provo’s. Deze protestorganisatie werd op 25 mei 1965 opgericht in Amsterdam. Het doel van de Provo’s (afgeleid van ‘provoceren’) was om zich op anarchistische wijze af te zetten tegen de bestaande gezagsverhoudingen in de maatschappij. De groep had dan ook geen vaste organisatiestructuur, maar bestond uit losse groepen. De Provo’s wilden maatschappelijke vraagstukken als democratisering, vercommercialisering en leefbaarheid aankaarten. Dit deden zij aan de hand van verschillende acties.
Recept voor het maken van bommen
Zo deelde één lid van de beweging bijvoorbeeld krenten uit op straat om de krenterigheid van de Nederlandse samenleving op de hak te nemen. Ook publiceerden de Provo’s een eigen tijdschrift. In het eerste nummer stond het artikel ‘Inleiding tot het provocerend denken’. Naast deze geweldloze acties sloegen de Provo’s af en toe ook een radicalere weg in: in het eerste nummer van het tijdschrift stond een recept voor het maken van bommen. Ook gooide de Provobeweging tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966 een rookbom naar de Gouden Koets.
Witte fietsen
De bekendste acties van de Provo’s waren de ‘witte plannen’: acties waarmee zij streden voor het ideaal van gemeenschappelijke goederen. Een voorbeeld van één van deze plannen was het ‘witte fietsenplan’. Met dit plan wilde de groep alle auto’s uit het stadscentrum verwijderen en in plaats daarvan 20 000 witte fietsen neerzetten die door iedereen gebruikt konden worden. Het plan was toen niet succesvol: de 50 fietsen die de Provo’s ter beschikking stelden werden door de politie in beslag genomen. Naast dit fietsenplan stelden de Provo’s nog meer ‘witte’ plannen voor die het gemeenschappelijke gebruik van goederen moest stimuleren.
Titel: | 'Leidsvrouwen en zaakwaarneemsters'- Een geschiedenis van de Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM), 1968-1973 |
Redactie: | Anneke Ribberink |
ISBN: | 9065505997 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €29,- |
De Kabouterbeweging (1969)
‘Er gaan veel kabouters op één zetel’
Een andere groep die zich hevig verzette tegen de gevestigde orde was de Kabouterpartij. Opgericht door medeoprichter van de Provo’s Roel van Duijn zette de partij zich, net als de Provo’s, af tegen de consumptiemaatschappij en tegen milieuvervuiling. In februari 1970 riep de groep zelfs een eigen staat uit: de Oranje Vrijstaat, waarin zij hun eigen wetten en regels hanteerden. De Kabouters hadden onder andere een ‘Volksuniversiteit voor Sabotage’ en een ‘Auto-eliminatiedienst’. In juni 1970 deed de Kabouterpartij mee aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen met de slogan ‘Er gaan veel kabouters op één zetel’. Met succes: de partij behaalde elf procent van de stemmen en werd de vierde partij van Amsterdam.
Daktuintjes op auto’s
In de tijd dat de partij in de gemeenteraad zat trokken de leden vaak de aandacht: ze rookten wiet tijdens raadsvergaderingen, brachten een eigen Kabouterkrant en Kabouterpostzegels uit, kraakten huizen als statement tegen de woningnood en ontwikkelden hun eigen fonetische spelling. Ook pleitte de partij voor daktuintjes op auto’s. Na verloop van tijd ontstonden er echter teveel conflicten en viel de fractie uiteen.
De Hobbitstee (1969)
Een Hobbitstee
In de tijd dat de Provo’s en de Kabouterbeweging opkwamen, kwamen ook de wooncommunes op. In deze woongroepen werd volgens bepaalde idealen en bijna utopische ideeën met elkaar geleefd. Een van de eerste communes die ontstond was de Hobbitstee in Wapserveen, Drenthe. In 1969 werd deze commune door student Otto Munsters in een kleine boerderij gesticht. De bewoners van de commune verdiepten zich in spiritualiteit en de gezondheid van mens en milieu.
Alles met elkaar delen
In de beginjaren werd alles in de commune met elkaar gedeeld: slaapkamers, kleding en geld. Al het geld wat door de leden van de commune verdiend werd , ging op een gemeenschappelijke bankrekening. Wel kregen de bewoners wekelijks zakgeld. De commune zette zelfs een eigen banksysteem op. De bewoners verdienden hun geld met het maken van zelfgemaakte kaarsen en biologisch-dynamische voedingsmiddelen. Ook werden bussen ongefluoriseerd water verkocht aan inwoners van Amsterdam; de gemeente van Amsterdam had toen het idee fluor aan het drinkwater toe te voegen.
Een overlevende commune
Hoewel de samenlevingsstructuur van de Hobbitstee is veranderd, bestaat de commune nog steeds. Dit is bijzonder: van de vele wooncommunes die in de jaren zeventig (en in de jaren tachtig) als schaduwsamenlevingen uit de grond schoten, is de meerderheid verdwenen.
De Kleine Aarde (1972)
Duurzaamheidscentrum
Op het gebied van landbouw werd tijdens de jaren zestig en zeventig ook naar alternatieven gezocht. Een van de belangrijkste initiatieven die opgericht werd was de De Kleine Aarde in Boxtel, in 1972 opgericht door Sietz Leeflang. Hij begon met het biologisch tuinieren in zijn eigen achtertuin, maar verhuisde al snel naar een oude hoeve in Boxtel waar een duurzaamheidscentrum werd opgericht.
Wiet kweken & isoleren met kurk
De groep milieuactivisten experimenteerde er met duurzame zonne- en windenergie, landbouw en met de verwerking van mest. In 1974 opende koningin Juliana het ‘bolhuis’ bij de hoeve, dat geïsoleerd werd met kurk, van stroom voorzien werd door een windmolen en warm water kreeg via een zonneboiler: revolutionair in de jaren zeventig. De experimenten trokken veel aandacht. Naast biologische groenten die verkocht werden werd er bovendien wiet gekweekt.
Geen droom in duigen
In 1977 stapte Leeflang echter op: hij vond dat er niet voldoende meer werd geëxperimenteerd. Later werd het centrum vooral een voorlichtings- en educatiecentrum. In 2010 werd de Kleine Aarde door geldgebrek gedwongen te stoppen. Toch is het initiatief niet helemaal een voorbeeld van een ‘droom in duigen’: de idealen van duurzaamheid die de Kleine Aarde had zijn volgens ex-medewerker Jan Juffermans nog steeds overal in Nederland terug te zien.
'Fellow-travellers' naar China
Communistische staat als ideaal
Vanwege de grote weerstand tegen de samenleving en de drang naar alternatieven hingen veel linkse intellectuelen in de jaren zestig en zeventig het idee van communistische staten aan die er in die tijd opgericht werden of waren, zoals China. Veel mensen, ook uit Nederland, reisden in die tijd dan ook naar China om de nieuwe communistische staat te bekijken.
Schone schijn
Echter, de staat die de toeschouwers wilden bekijken bleek vooral aan de oppervlakte mooi. Elke ‘fellow-traveller’ die naar China ging kreeg eenmaal aangekomen een Chinese begeleider een rondleiding door het land gaf en een ‘modelversie’ van China liet zien. Zo werden er modelboerderijen, nieuwe fabrieken en sociale zorginstellingen bezocht. Ook stonden er overal speciale comités klaar om Westerse bezoekers te ontvangen. Pas in 1975 kwam er meer kritiek op de situatie in China. Na Mao’s dood in 1976 kwam er ook uit Chinese hoek meer kritiek: het grote voorbeeld bleek niet meer zo groot als eerder werd gedacht.
Bronnen
Hans Righart, De eindeloze jaren zestig. Geschiedenis van een generatieconflict. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam Antwerpen 1995.
www.vpro.nl ‘Het Spoor Terug (VPRO). De jaren zestig: de utopisten (radiouitzending 17 januari 1987)’
www.trouw.nl ’Demasqué der utopisten’
mens-en-samenleving.infonu.nl ‘De revolutionaire jaren zestig’
www.parlement.com ’Staatkundige vernieuwing in de jaren zestig’
www.historischnieuwsblad.nl ’H.J.A. Hofland over de jaren zestig’
www.bl.uk ’Provo’
www.npogeschiedenis.nl ’Provo in de pers’
stadsarchief.amsterdam.nl ‘Kabouterpartij’
www.trouw.nl ’Aan beveiliging deden we niet’
nl.wikipedia.org ’Commune’
www.trouw.nl ’De Hobbitstee in Wapserveen is nog een echte commune’
www.volkskrant.nl ’Hier zit liefde in dingen’
www.volkskrant.nl ’De Kleine Aarde heft zichzelf op’
www.npogeschiedenis.nl ’China door de ogen van fellow travellers’
Afbeeldingen
Nationaal Archief, 'Studenten verlaten Maagdenhuis, Amsterdam studenten met megafoon op de trap van Maagdenhuis' (1969) Fotocollectie Anefo
Wikimedia Commons, ‘Het eerste verkiezingsbord van de Provopartij te Amsterdam, 8 mei 1966.’, Collectie SPAARNESTAD PHOTO/NA/Anefo/Fotograaf onbekend
Nationaal Archief, ‘Kabouters demonstreren op Binnenhof tegen aanstaande Volkstelling, Den Haag’, Fotocollectie Anefo/Rob Mieremet
Wikimedia Commons, ‘Verkiezingsbord voor Gemeenteraad, Amsterdam van Kabouterpartij op brug, 21 mei 1970’, Nationaal Archief (Fotocollectief Anefo/ Rob C. Croes)
Brabants Centrum, ‘Geflankeerd door Sietz Leeflang (rechts) en Henk Keizer wandelt koningin Juliana over het terrein van De Kleine Aarde.’ (1974)
Nationaal Archief, ‘Leden van commune in China op de fiets naar het werk (1973)’, Fotocollectief Anefo