Russische griep

De Russische griep (1889-1890), hoe een mysterieus virus de wereld in zijn greep hield

Aan het einde van de 19e eeuw trok er opeens een geheimzinnige longziekte de wereld rond. Naar verluidt begon het in Rusland, vandaar de naam de Russische griep, waarna het zich razendsnel wereldwijd verspreidde en ruim één miljoen mensen doodde. Tot op de dag van vandaag is het een raadsel wat voor virus het precies was en waar het vandaan kwam. Maar aangezien de mensen die door dit virus besmet raakten ook hun smaak- en reukvermogen verloren, wordt er gedacht dat dit weleens het eerste coronavirus kan zijn geweest.

Aan het einde van de 19e eeuw vond er een transitie plaats in de medische wetenschappen. Aan het begin van die eeuw domineerde de opvatting van de miasma-theorie het werkveld, dus het idee dat ziekten zich verspreiden door het inademen van vervuilde lucht. Het was pas halverwege de 19e eeuw dat de ziektekiemtheorie van Louis Pasteur (1822-1895) aan populariteit won. Zijn theorie stelde dat veel overdraagbare ziekten eigenlijk kleine levende wezens zijn, één van de belangrijkste ontdekkingen in de medische geschiedenis. Maar ondanks die ontdekking en door de medische vooruitgang die plaatsvond die eeuw, kon niemand verklaren wat er in 1889 gebeurde toen wereldwijd mensen last kregen van onverklaarbare griepklachten.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Het eerste geval in Rusland

Het allereerste geval van de ziekte werd in mei 1889 vastgesteld in Bukhara, in het huidige Oezbekistan dat toen deel uitmaakte van het Russische Rijk. Binnen een paar weken verspreidde het mysterieuze virus zich razendsnel door heel het rijk. Overal werden mensen plotseling ziek, ze kregen klachten als hoofdpijn, hoesten, koorts, pijn in de botten, uitslag op het gezicht en opgezwollen handen. In sommige gevallen verloren mensen ook hun smaak- en reukvermogen en kon het resulteren in een longontsteking. De ziekte kon zo´n vijf tot zes dagen aanhouden, maar de vermoeidheid die het veroorzaakte, kon weken duren.

De ziekte kon zich zo snel door Rusland verspreiden door de trein, die toen nog relatief nieuw was. Rusland had een voor die tijd goed netwerk van spoorlijnen, waarmee snel grote afstanden werden afgelegd. Vanuit Bukhara maakte de Trans-Kaspische spoorlijn reizen naar het westen van het Russische Rijk mogelijk in een voor die periode ongekend korte tijd, maar dat gold ook voor de ziekte. In augustus had de mysterieuze ziekte steden als Samarkand en Tomsk, zo´n 3000 kilometer verderop, bereikt. In oktober werden de eerste gevallen in Sint-Petersburg, de hoofdstad van het Russische Rijk, en Constantinopel, het huidige Istanbul, gemeld. Al snel overstroomden de militaire ziekenhuizen in Sint-Petersburg met zieke patiënten. Fabrieken en werkplaatsen moesten hun deuren sluiten door een gebrek aan arbeiders en hele wijken werden verlaten door de bevolking uit angst voor de nieuwe ziekte. Zo´n 180.000 mensen van de miljoen inwoners van de hoofdstad raakten besmet. In het oosten ging de verspreiding wat minder snel, omdat de Trans-Siberische spoorlijn nog niet bestond.

Verspreiding in Europa

Vanuit Sint-Petersburg verspreidde de ziekte in november 1889 verder naar Europa. Via de Baltische staten raasde het door Scandinavië, waar vooral Zweden erg hard getroffen werd. Binnen acht weken raakte ruim zestig procent van de bevolking besmet. Maar ondertussen maakte men zich in West-Europa nog geen zorgen om dit nieuwe virus. Zo verzekerde de inspecteur van de Brusselse gezondheidsdienst, de heer Janssen, dat het maar gewoon een griepje was waar niemand zich druk over hoefde te maken. En ook in Nederland was er geen sprake van ongerustheid, laat staan paniek. Zo schreef het Rotterdams Nieuwsblad: ‘Er is alle reden om te onderstellen dat in landen, waar op de eischen der hygiëne meer wordt gelet, de kiemen der ziekte moeilijker worden overgebracht’.

Maar toen de ziekte in december 1889 ook West-Europa bereikte, veranderde deze houding snel. Gedurende deze maand kreeg vrijwel elke grote stad in Europa met het virus te maken. In Parijs liepen de ziekhuizen zo vol dat patiënten in legerbarakken en in tenten in stadsparken werden gelegd. Alle scholen in de Franse hoofdstad werden gesloten en in Wenen en grote steden in Duitsland gebeurde hetzelfde. Ondertussen waren er in Italië grote uitbraken in telegrafiecentrales en raakten de alarmdiensten volledig ontregeld.

Russische griep

De allereerste Nederlandse gevallen van het nieuwe virus werden op 16 december gemeld. Zestig matrozen van het oorlogsschip Prins van Oranje werden besmet en in het ziekenhuis opgenomen. Er werd naarmate er meer doden vielen logischerwijs niet meer zo lacherig over de ziekte gedaan als voorheen. Alleen al in Madrid overleden er naar verluidt al zo’n driehonderd mensen per dag.

Opvallend was dat vooral veel leden van de Europese koningshuizen besmet raakten met het virus. De Russische tsaar, de jonge koning van Spanje en de koningin van Zweden werden allemaal ziek. Er vielen ook doden onder de elite. In Turijn stierf de hertog van Aosta, die een tijd de koning van Spanje was geweest, en ook keizerin Augusta van Duitsland en de kleinzoon van koningin Victoria, Albert Victor, overleden aan de ziekte.

Wereldwijde verspreiding

Ondertussen besteedden de Amerikaanse kranten in december 1889 veel aandacht aan de ernstige situatie in Europa. Dagelijks berichtten de kranten over de verspreiding van de ziekte en wanneer er belangrijke leiders ziek werden, werd dat breed uitgemeten in de pers. Grote paniek was er nog niet, maar er heerste wel een angst dat reizigers via stoomschepen het virus naar de Verenigde Staten zouden brengen. En dat gebeurde ook. Op 18 december 1889 werden de eerste gevallen gemeld aan de oostelijke kustplaatsen. Maar door de Amerikaanse media en de bestuurders van het land werd het nog steeds niet echt serieus genomen, ondanks de berichten uit Europa. Volgens veel bestuurders was de Russische griep een bijzonder milde ziekte. Maar nadat op 28 december de eerste dode viel, de 25-jarige Thomas Smith, en het dodental daarna snel opliep, werd het wel serieuzer genomen. Gedurende de maand december verspreidde het virus zich door heel het land, net als in Rusland vooral via het spoorwegstelsel. Er vielen in die maand alleen al zo’n 13.000 doden. Eén hele sprekende beschrijving van de ziekteverschijnselen van een patiënt uit Los Angeles luidt: ‘I felt as if I had been beaten with clubs for about an hour and then plunged into a bath of ice. My teeth chattered like castanets, and I consider myself lucky now to have gotten off with a whole tongue.’

Nadat het virus de Verenigde Staten had bereikt, verspreidde het zich verder naar Mexico en Zuid-Amerika aan het begin van 1890. Ook Azië werd getroffen. In februari 1890 werden er voor het eerst gevallen in India, Singapore en Indonesië gemeld, gevolgd door Japan, Australië, en Nieuw-Zeeland. Tot slot bereikte het virus in maart van dat jaar China, waarna het weer terug was op zijn oorspronkelijke startpunt in Centraal-Azië. Wereldwijd overleden er naar schatting meer dan één miljoen mensen aan de ziekte. Gedurende de zomer van 1890 verdween het virus geleidelijk. In de jaren daarna kwam het nog geregeld terug, maar was het lang niet meer zo gevaarlijk.

Identificatie van het virus

Tijdens de pandemie was het virus voor de gezondheidswetenschappers een compleet raadsel. Ondanks de ontdekkingen van Pasteur, wist men nog niks van virussen af. Het was pas aan het begin van de 20e eeuw dat werd ontdekt dat er naast bacteriën ook virussen bestonden die mensen konden infecteren. Omdat er zoveel onduidelijkheid was, ontstonden er veel verschillende theorieën over de herkomst en de verspreiding van het virus. Zo werd er gedacht dat de ziekte zich verspreidde via de post, omdat het in veel gevallen de postmedewerkers waren die als eerste ziek werden, of het werd gelinkt aan de miasma-theorie. Dat de Russische en daarna de Spaanse griep mogelijk werden veroorzaakt door een influenzavirus werd pas in 1933 vastgesteld.

Ontdekking van het virus

In de decennia daarna werd verondersteld dat de pandemie van 1889 enkel werd veroorzaakt door een influenzavirus, dit veranderde echter aan het begin van de 21e eeuw na de eerste SARS-epidemie in 2002, die veroorzaakt werd door een coronavirus. Biologen begonnen verschillende virussen die mensen en andere dieren infecteren met elkaar te vergelijken. Drie jaar later, in 2005, bestudeerde de Belgische biologe Leen Vijgen als student coronavirussen. Zij en haar collega-onderzoekers vonden een match tussen een coronavirus dat mensen infecteert en een coronavirus dat koeien maar geen mensen infecteert. De gelijkenis suggereerde dat deze twee virussen mogelijk allebei afstammen van een gemeenschappelijke voorouder, als twee takken van een stamboom.

Ze ontdekten dat hun meest recente gemeenschappelijke voorouder waarschijnlijk rond 1890 bestond, de periode dat de Russische griep uitbrak. Toen kon het virus mogelijk van een koe naar een mens overbracht zijn, of andersom. Deense onderzoekers kwamen in 2020 tot een soortgelijke conclusie. Daarmee is niet helemaal zeker dat de pandemie van 1889 werd veroorzaakt door een coronavirus. Dat is erg lastig om te achterhalen en volgens de onderzoekers is de kans groot dat we dat nooit helemaal zeker zullen weten.

De overeenkomsten met COVID-19

Door de uitbraak van het coronavirus COVID-19 in 2020 is er weer een hernieuwde interesse ontstaan in de pandemie van 1889. Er zijn immers nogal wat overeenkomsten, met de meest bijzondere het verdwijnen van het reuk- en smaakvermogen, de zwelling van de hersenen en de aanval op het immuunsysteem van zenuwweefsel. Wellicht was de Russische griep wel het allereerste coronavirus waar de wereld ooit mee te maken kreeg, maar dit blijft enkel een speculatie.

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Tijdperken: 

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Nieuw-Guinea, 1942: de bloedige strijd om de Kokoda-trail

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Jan van Schaffelaar

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.