Formatie en succesjaren van Monty Python

Aan het begin van de jaren ‘70 zorgde de samenwerking van de zes komieken voor een aardverschuiving in de Britse comedy scene.

De vriendschap tussen de latere Pythons werd rond 1960 gesloten. Op Oxford University raakten Michael Palin en Terry Jones met elkaar bevriend, terwijl in diezelfde periode John Cleese, Graham Chapman en Eric Idle elkaar ontmoetten op Cambridge. Zij waren alle vijf tijdens hun studententijd actief bij verschillende acteer- en toneelgroepen.

Formatie van Monty Python

De basis voor het latere succes van Monty Python werd gelegd toen Cleese en Palin rond 1968 ‘via via’ met elkaar in contact kwamen. Cleese en Chapman werkten op dat moment samen aan een sketchprogramma, At Last the 1948 Show. Zij maakten hiermee zoveel indruk dat de BBC de twee komedianten een eigen show aanbood. Omdat Cleese liever met meerdere mensen zo’n programma maakte, vroeg hij Palin of die zich bij hen wilde voegen. Palin stemde toe, maar wilde er op zijn beurt ook Jones en Idle bij betrekken, met wie hij het succesvolle Do Not Adjust Your Set had gemaakt. Vervolgens werd op advies van Idle de bevriende Terry Gilliam, die ook had meegewerkt aan Do Not Adjust Your Set, gevraagd om de visuele ondersteuning te verzorgen. Daarmee was de formatie van de komediegroep die zichzelf niet veel later ‘Monty Python’ noemde een feit.

‘Monty Python’s Flying Circus’

Tussen 1969 en 1974 zond de BBC in totaal 45 afleveringen uit van ‘Monty Python’s Flying Circus’. De shows bestonden uit een aaneenschakeling van sketches, waarin de Pythons de heersende regels van de conventionele komedie overboord gooiden. Zij vonden namelijk dat de Britse komedie destijds veel te bekrompen en clichématig was, en dat er teveel binnen de lijntjes werd gedacht. Monty Python zocht de grenzen op van wat binnen de televisiekomedie acceptabel was, en durfde deze ook te overschrijden. Het leverde vaak doelbewust onsamenhangende, verwarrende en absurde taferelen op.

Invloed op de Britse comedy

De onconventionele stijl die de zes komedianten introduceerden zette de Britse comedy scene op zijn kop. Hun invloed op de Britse komedie wordt niet voor niets vergeleken met de invloed van The Beatles op de muziekwereld. In de jaren na de succesvolle televisieoptredens maakte Monty Python verscheidene theatershows. De Pythons zetten daarnaast nog vijf films op hun naam, waaronder Monty Python and the Holy Grail (1974), The Life of Brian (1979) en The Meaning of Life (1983). Beatle en Monty Python-fan George Harrison nam de financiering van The Life of Brian op zich.

‘Absolutely Anything’

De samenwerking die vanaf de lente van 2013 voor de nieuwe film plaats gaat vinden, betekent de eerste hereniging van Monty Python sinds hun optreden op het Comedy Festival in Aspen in 1998. Als onderdeel van hun sketch namen ze toen een urn mee op het podium, waar zogenaamd de as van de in 1989 overleden Graham Chapman in zat. De vijf overgebleven Pythons spraken in ‘Absolutely Anything’ de stemmen van buitenaardse wezens in. geen typische Monty Python-film, maar wel die ‘dezelfde sfeer moet uitademen’, aldus Terry Jones.