Geschiedenis van de inenting tegen mazelen
In 2019 liet het stadsbestuur van het Amerikaanse plaatsje Rockland County weten dat kinderen zonder inenting tegen mazelen niet meer welkom zijn in de stad. Daarmee wilde het stadsbestuur de mazelenepidemie een halt toeroepen. Ook in Nederland breekt af en toe een mazelenepidemie uit, vooral in de biblebelt. Vanwege hun reformatorische geloofsovertuiging laten veel ouders in die streek hun kinderen niet inenten tegen de ziekte. Zo'n inenting is zeer effectief in de bestrijding van de mazelen en werd in 1963 in de Verenigde Staten voor het eerst beschikbaar.
Al in de 10e eeuw schreef de Perzische geleerde Rhazes over de mazelen. Hij maakte als eerste het onderscheid tussen de mazelen en de pokken in zijn boek al-Judari wa al-Hasbah dat hij over de ziektes publiceerde. Pas acht eeuwen later, in 1757, bewees de Schotse dokter Francis Home dat de mazelen een overdraagbaar virus is. Hij had bloed afgenomen van zieke patiënten en dit op de huid van gezonde proefpersonen gesmeerd, waaruit bleek dat het inderdaad besmettelijk was. Sinds dat experiment zijn wetenschappers op zoek gegaan naar gerichte manieren om de ziekte te bestrijden.
Mazelen geïsoleerd in 1954
Na de ontdekking dat mazelen een overdraagbaar virus was duurde het nog bijna tweehonderd jaar voor de eerste grote stap in bestrijding van de ziekte werd gezet. Tot die tijd raakten per jaar nog altijd honderdduizenden mensen geïnfecteerd, waarvan er enkele duizenden stierven. Thomas Peebles, een dokter van een kinderziekenhuis in het Amerikaanse Boston, kreeg in 1954 van zijn werkgever de opdracht het virus te isoleren, zodat kon worden bestudeerd hoe de ziekte te bestrijden viel. Hij nam in enkele weken het bloed van zieke kinderen af, maar boekte aanvankelijk weinig succes. Op 8 februari 1954 lukte het Peebles uiteindelijk het virus, afkomstig van de 13-jarige David Edmonston, te isoleren. Voor het eerst was het daardoor mogelijk het mazelenvirus uitgebreid te analyseren in de hoop een vaccin te vinden.
Tests met de eerste inentingen
Peebles werkte samen met zijn collega Sam Katz jarenlang aan de ontwikkeling van een inenting tegen mazelen. Ze probeerden de ziekte te bestrijden door het levende virus dat zij via Edmonston verkregen hadden, aan te passen en als inenting te gebruiken. Zij testten de vaccinatie op een school voor gehandicapte kinderen. De inenting veroorzaakte een huiduitslag, maar de kinderen kregen geen mazelen.
Inentingen worden goedgekeurd
De onderzoekers in Boston verbeterden hun inenting en testten hun product op apen en mensen, voordat het in 1963 officieel goedkeuring kreeg als vaccinatie. Het farmaceutische bedrijf Merck wist in 1968 het vaccin nog te verbeteren door het virus eerst veertig keer door een kippenei te laten gaan. Hierdoor werd het virus verzwakt, zodat de inenting nog effectiever was. Deze versie kwam hierna naar Groot-Brittannië, waarmee Europa ook kennis maakte met het vaccin.
De BMR-inenting in Nederland
Merck wist in 1971 de inentingen tegen de bof, mazelen en rode hond samen te voegen tot één effectieve inenting. Het was deze variant die in 1976 in Nederland onderdeel werd van het Rijksvaccinatieprogramma. Kinderen krijgen daarmee op vastgestelde leeftijden inentingen tegen ziektes als tetanus, polio, maar ook de mazelen. De inentingen zijn volgens wetenschappelijke onderzoeken zeer effectief, maar vanwege geloofsovertuigingen weigeren veel mensen uit de ‘Biblebelt’ en de provincie Zeeland hun kinderen te laten inenten. Zij zien het als ingrijpen in de natuur van God.
Bronnen
- History of Vaccines, Measles (15-7-2013)
- Medical Research Council, Measles (15-7-2013)
- News Medical, Measles History (15-7-2013)
- RIVM, Rijksvaccinatieprogramma (15-7-2013)
- Telegraph, What is measles? History (…) (15-7-2013)
- Volkskrant, Aantal mazelenbesmettingen met 91 (…) (15-7-2013)
Afbeelding
- Wikimedia Commons, Measles Aztec drawing (15-7-2013)
- Wikimedia Commons, Preparation of measles vaccines (15-7-2013)
Leestips-Boek
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/
/*-->*/