geschiedenis tram

Geschiedenis van de tram in Nederland

In Luxemburg rijden dit jaar voor het eerst sinds 1964 weer trams. Een grootschalig project moet de stad van zijn verslaving aan auto’s afhelpen. Ook in Nederland is de tram aan een bescheiden comeback bezig. Vanaf 2018 moeten er trams rijden van Centraal Station (Utrecht) naar de Uithof.  Wat is de geschiedenis rond dit vervoersmiddel in grootstedelijk Nederland?


Uitvinding van de tram


De tram is ontstaan uit verschillende vervoersmiddelen, die in de tweede helft van de negentiende eeuw werden gecombineerd tot de paardentram. Het idee werd ontleend aan de omnibus, een paardenkoets die regelmatig personenvervoer bood in de steden vanaf 1829. Het idee van de rails ontstond uit de erts- en goederenbaantjes die al halverwege de zestiende eeuw voorkwamen in de mijnbouwtak. Daar de bestrating van de negentiende-eeuwse steden flink wat te wensen overliet, was de toepassing van een rails voor personenvervoer een welkome vooruitgang. Ook was het vervoer via een rails lichter dan gewoon over straat, zodat er minder paardenkracht nodig was om de ‘bus’ te trekken.


Dutch Tramway Company


Op 25 juni 1864 was het zover, de eerste tram van Nederland maakte zijn rit over de pas aangelegde rails. De tram was in het bezit van de DTC, de Dutch Tramway Company, opgericht door de bankiersfamilie Goldsmid en notaris J. de Bas. Deze Engelse onderneming nodigde verschillende hooggeplaatsten uit om de opening van ’s lands eerste tramlijn bij te wonen. Het Haagse stadsbestuur ontving ook een uitnodiging, maar besloot weg te blijven: het was strijdig met een onzijdig standpunt dat het bestuur moest innemen ten overstaan van een dergelijke onderneming. Ze misten wel wat: de genodigden die besloten te gaan behoorden tot de eerste tramreizigers in Nederland en genoten in het Badhuis van een luxe dejeuner.


Paardentram


Langzamerhand groeide het paardentramnetwerk. Bijna alle steden van enig formaat besloten een tramlijn aan te leggen. In Amsterdam reed de eerste tram in 1875 en in Rotterdam in 1879. Ook streekvervoer ging steeds meer via paardentrams. Aan het einde van de negentiende eeuw werd de paardentram grotendeels vervangen door de stoomtram. De laatste paardentram reed in 1930 tussen Makkum en Harkezijl in Friesland.


Stoomtram


Den Haag was de stad waar over het wijdvertakte railnetwerk de stoomtram voor het eerst in 1878 reed. Het gehele land volgde en in landelijke dorpjes als Hummelo sierde voortaan een tram met een fikse rookpluim het straatbeeld. De vervuilende stoomtram werd vooral in de grote steden al snel vervangen door de elektrische tram, wat voor veel stedelingen letterlijk een verademing was. In plattelandsgebieden bleef de stoomtram langer een leidende rol spelen; één van de laatste stoomtrams reed in 1963 in de omgeving rond Rotterdam.


Elektrische tram


De eerste elektrische tram reed al in 1881 in Zandvoort maar deze werd kort erna reeds omgebouwd tot paardentram. In 1890 volgde in Den Haag een elektrische accutram die wel succes had. Vaals was de eerste plaats in Nederland waar in 1894 een elektrische tram met bovenleiding reed. In het begin van de twintigste eeuw volgden diverse grote steden met een elektrisch kabelnetwerk boven de spoorlijnen.


Tanende populariteit


Na de Eerste Wereldoorlog kwam met name voor veel streektramlijnen de concurrentie met de auto en de bus op. Na de Tweede Wereldoorlog is de streektram op veel plaatsen in zijn geheel opgeheven. De stadstram deed het beter, al leed ook zij onder de zware concurrentie. Veel stadstrams verdwenen in de jaren vijftig uit het straatbeeld. In drie grote steden, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, heeft de tram zich weten te handhaven en kende ze zelfs in de jaren tachtig een behoorlijke opleving door onder andere de inzet van modernere tramvoertuigen.


Recente ontwikkelingen


In 2003 werd de lagevloertram in dienst genomen, die het betreden van en reizen met de tram veel comfortabeler maakte. Tegelijk vond de ontwikkeling van het lightrailsysteem plaats – een systeem van voertuigen die het midden houden tussen een trein, metro en tram – dat bijvoorbeeld via het project Randstadrail verschillende steden met elkaar verbindt door een ingenieus netwerk van sneltramlijnen. De hiervoor genoemde ontwikkelingen zorgen er tezamen met files voor dat de tram een steeds aantrekkelijker vervoersmiddel van en naar werk wordt, en binnenkort in Utrecht ook naar de collegezalen. 


Bronnen:


Afbeelding:


  • Tram in Den Haag, 1904. Anefo, Nationaal Archief. Gahetna.nl

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.