Herdenkingsdag Filippijnen
Op 21 augustus 1983 stapt Benigno Aquino Jr. uit het vliegtuig nadat hij drie jaar in ballingschap in de Verenigde Staten had gezeten. Zodra hij voet zet op de Filippijnen, wordt hij door een schot in het achterhoofd getroffen en sterft.
Benigno Aquino Jr., ook wel Ninoy Aquino, was een Filippijnse politicus met een democratische visie. Hij was een fel tegenstander van de toenmalige president van de Filippijnen, Ferdinand Marcos, wiens heerschappij gekenmerkt werd door corruptie, despotisme - een vorm van dictatuur - en politieke onderdrukking. Zijn constante kritiek op het regime bleef niet onopgemerkt. De president noemde Aquino ‘een geboren leugenaar'. Het hoogtepunt kwam op 21 augustus 1971, tijdens een bijeenkomst van de Filippijnse Liberal Party op Plaza Miranda in de stad Manila. Twee handgranaten werden op het podium geworpen en explodeerden. Acht mensen kwamen om het leven en meer dan honderd personen raakten gewond. Marcos beschuldigde Aquino van de aanval. De oppositieleider wilde volgens hem zijn rivalen in de liberale partij doden.
Niet veel later veranderde de president zijn beschuldiging. De communisten zouden achter de aanval zitten, wat hij als excuus gebruikte om in 1972 de krijgswet af te kondigen. Direct liet hij Aquino opsluiten ten laste van moord, illegaal bezit van vuurwapens en het aanzetten tot omverwerping van de staat. Aquino bracht meer dan zeven jaar in de gevangenis door en werd uiteindelijk tot de dood veroordeeld. Na twee hartaanvallen werd hij echter verplaatst naar het ziekenhuis, waar hij om onbekende reden door de vrouw van de president werd overgehaald om naar de Verenigde Staten te gaan, zolang hij daar niks over Marcos’ regime zou zeggen. Aquino stemde in, waarna hij drie jaar in ballingschap leefde in Amerika.
Hij hield zich niet aan zijn belofte. Tijdens die drie jaren had hij zich namelijk wel fel uitgesproken jegens Marcos, waardoor hij meerdere malen vreesde voor zijn leven. Toch besloot hij om terug te keren naar de Filippijnen om één laatste keer met Marcos te praten. Maar daar kreeg hij de kans niet meer voor. Toen hij aankwam op het vliegveld van Manila, werd hij vermoord. Het is nooit duidelijk geworden wie de dader was. Na zijn dood werd Marcos binnen korte tijd afgezet en werkte Aquino’s vrouw zich op tot president. 21 jaar later werd Aquino’s sterfdag een nationale vrije dag, waarop zijn dood herdacht wordt. Op zijn begrafenis werd hij ‘de beste president die we nooit hebben gehad’ genoemd.