Clipper

Hoe de aanval op Pearl Harbor leidde tot de eerste commerciële vlucht om de wereld

In de eerste helft van de twintigste eeuw werden vliegtuigen steeds verder ontwikkeld. Zo ontwikkelde Boeing steeds betere commerciële vliegtuigen om mensen de hele wereld over te vliegen. Pan American World Airways, kortweg Pan Am, was een van de vliegtuigmaatschappijen die dat deed. Maar wat als er tijdens zo’n lange vlucht oorlog uitbreekt? Dit was precies waar de bemanning en passagiers van het vliegtuig California Clipper mee te maken kregen. Wat een gewone routinevlucht had moeten zijn, werd een vlucht waarbij ze te maken kregen met verkeerde brandstof, beschietingen en geldtekort, meerdere keren bijna neerstortte en bijna de hele wereld rondvlogen…

De California Clipper

Op 2 december 1941 vertrok het vliegtuig California Clipper uit San Francisco. De bestemming was Auckland, in Nieuw-Zeeland. Onderweg zou het vliegtuig nog een tussenstop maken bij de marinehaven van Pearl Harbor op Hawaï, om daar bij te tanken. Deze enorm lange vlucht werd uitgevoerd met een van de grootste passagiersvliegtuigen van die tijd: het type Boeing 314. Het vliegtuig was een zogeheten ‘vliegboot’: een watervliegtuig waarvan de romp de vorm had van een boot, zodat het vliegtuig makkelijk op water kon landen. Dat werd toen nog veiliger geacht voor vliegtuigen op zulke lange vluchten overzee. Als een van de grootste vliegtuigen van deze tijd, kon de California Clipper 74 passagiers herbergen. Deze passagiers konden aan boord van het vliegtuig luxe eten, slapen in uitgebreide cabines en er was volop entertainment aan boord. De prijs voor een vlucht was dan ook niet mals: omgerekend naar hedendaagse prijzen, kostte een vlucht naar Auckland zo’n 15.000 euro per persoon. Op moment van vertrek naar Pearl Harbor zaten er 24 passagiers aan boord. Wat niemand wist, was dat op exact datzelfde moment er ook Japanse oorlogsschepen onderweg waren naar de marinebasis op Hawaï.

Tussenstop op Hawaï

De vlucht verliep zonder bijzonderheden en ook op Hawaï was er niks aan de hand. Gezagvoerder Robert Ford was tevreden over de gang van zaken en genoot nog even van de zon, terwijl het vliegtuig werd bijgetankt. De radio-officier kocht een paar extra T-shirts en de passagiers konden genieten van het warme weer. Op 4 december verliet de Clipper Hawaï voor het tweede deel van de vlucht naar Auckland. Drie dagen waren verstreken en nog steeds was het een vlucht zoals alle andere: passagiers hadden plezier en ook de crew had het naar hun zin. Dat alles veranderde toen er een bericht binnen kwam op de radio van het vliegtuig. Pearl Harbor was aangevallen door de Japanse marine, Amerika was in oorlog.

Van tevoren hadden de bemanningen van alle Pan Am toestellen een verzegelde envelop met daarin een brief meegekregen. Deze envelop mocht alleen worden opengemaakt als Amerika tegen alle hoop in de Tweede Wereldoorlog in werd gezogen. Dit gebeurde op 7 december en de crew van de California Clipper kwam bijeen om de brief te openen. Wat er in stond verbaasde hen niks: ze moesten zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde Amerikaanse basis gaan. Er was echter één probleem. De dichtstbijzijnde basis was het net aangevallen Pearl Harbor. Daar kon het vliegtuig natuurlijk niet naartoe. Na enig overleg besloot kapitein Ford om zijn koers niet bij te stellen en gewoon naar Nieuw-Zeeland door te gaan.

Via het westen naar huis

Clipper

Eenmaal in Auckland aangekomen, zocht de bemanning contact met het hoofdkantoor van Pan Am in Amerika. Die gaven als eerste opdracht om het vliegtuig er zo neutraal mogelijk uit te laten zien: alle logo’s, vlaggen en symbolen moesten worden verwijderd. Vervolgens kwam er een tweede opdracht, waarin werd meegedeeld dat het vaartuig naar een vliegveld moest gaan. Dit zorgde voor een shock bij de crew. De eindbestemming was namelijk de Marine Terminal van LaGuardia in New York. De enige mogelijkheid om daar te komen was via het westen, waarbij ze dus praktisch de hele wereld rond moesten vliegen. Niemand had dit ooit gedaan.

Klaarmaken voor de grote reis

Een deel van de bemanning kreeg de opdracht om de buitenkant van het vliegtuig te verven, terwijl een ander deel op zoek ging naar eten, brandstof en geld. Om al die extra voorraden te kopen, had de bemanning extra geld nodig, maar Pan Am kon dit geld door de oorlog niet missen. Gelukkig kon kapitein Ford een Australische bankier vinden die bereid was om te helpen. De bankier gaf vijfhonderd dollar, wat genoeg moest zijn om de hele reis mee te financieren. Het andere deel van de bemanning werkte ondertussen hard aan het verwijderen van alle symbolen op de buitenkant van het vliegtuig. Hoewel de meeste symbolen van het vliegtuig bedekt werden, had de bemanning geen tijd meer om de Amerikaanse vlag op de voorkant weg te halen. Deze bleef daardoor deels zichtbaar.

De volgende stap was om een route uit te stippelen. Doordat de route zo anders werd dan oorspronkelijk bedoeld, had de bemanning van de California Clipper geen geschikte kaarten mee. In de bibliotheek van Auckland gingen de navigators daarom op zoek naar alle luchtvaartkaarten, landkaarten en andere geografische boeken die ze maar konden vinden. Met deze kaarten en boeken werd er een route vastgesteld. De reis zou eerst naar Nieuw-Caledonië gaan, vervolgens naar Australië, om dan door te trekken naar Java, India en Afrika. In Afrika zouden ze kijken hoe ze vanuit daar naar huis konden. Aan de tussenstops zaten wel wat haken en ogen. Zo moesten er vanuit Nieuw-Caledonië Amerikaanse burgers worden meegenomen naar Australië en bij Java en India, wat destijds onder bewind stond van respectievelijk Nederland en Groot-Brittannië, moesten gevechten worden vermeden, aangezien de spanningen ook in deze regio snel opliepen. 

Op zoek naar brandstof in Australië

De vluchten naar Nieuw-Caledonië en Australië verliepen zonder veel problemen. Pas in Australië begonnen de daadwerkelijke problemen. Het vliegtuig gebruikte namelijk een type brandstof dat ook vaak door militaire vliegtuigen werd gebruikt. In Australië kon de crew wel aan deze brandstof komen, maar er was niks geschikts om het in te vervoeren. De crew moest hierdoor alle benodigde brandstof overgieten in jerrycans. Die jerrycans moesten met vrachtwagens naar het vliegtuig worden gebracht. Daarna moesten de bemanningsleden de achthonderd jerrycans, die gevuld een gewicht van twintig kilogram hadden, één voor één het vliegtuig in laden.

Clipper

Nederlanders zien de Amerikanen aan voor Japanners

De ochtend erna vertrok de al uitgeputte bemanning naar Soerabaja, Indonesië, wat toen nog Nederlands-Indië was. Hier ontstonden al snel de volgende problemen. De Nederlanders zagen namelijk een voor hen onbekende vliegboot hun haven naderen en gingen ervanuit dat het vijandige Japanners zouden zijn. De Nederlanders stonden zelfs al klaar om het vuur te openen, totdat ze zagen dat er nog een deel van de Amerikaanse vlag te zien was op de voorkant van het voertuig. Het feit dat er eerder te weinig tijd was om de vlag te verwijderen, redde nu waarschijnlijk het leven van iedereen aan boord. De Nederlanders gidsten de Amerikanen door de met zeemijnen gevulde haven en hielpen met het aanvullen van goederen. Extra onderdelen voor het vliegtuig en eten was geen probleem om weg te geven, maar met de brandstof lag dat ingewikkelder. De Nederlanders beschikten zelf al over weinig vliegtuigbrandstof, dus dit konden ze niet afstaan aan het Amerikaanse passagiersvliegtuig. Als oplossing werd de California Clipper gevuld met reguliere autobrandstof. Dit was een risico: niemand wist of de motoren wel goed zouden werken op deze brandstof, maar een andere keuze was er niet.  

Beschietingen bij Ceylon

De volgende ochtend deed kapitein Ford een poging om Soerabaja te verlaten. In het begin haperden de door autobrandstof aangedreven vliegtuigmotoren regelmatig, maar na een tijdje prutsen bleven ze het doen. De volgende bestemming was Ceylon, het huidige Sri Lanka.

Tijdens de vlucht trokken er steeds meer wolken op, waardoor de bemanning te weinig kon zien om goed te navigeren. Daarom besloot kapitein Ford om onder de wolken te gaan vliegen, zo’n 100 meter boven het wateroppervlak. Eenmaal onder het wolkendek dachten de piloten in de verte een grote walvis te zien, maar dichterbij bleek het om een Japanse onderzeeër te gaan. De Japanners, die niet hadden verwacht om zo laag een vliegtuig te zien, openden het vuur op de California Clipper. Door de verkeerde brandstof had het vliegtuig nauwelijks genoeg vermogen om weer hoger te gaan vliegen, maar met moeite lukte het om in ieder geval de wolken in te vliegen, waardoor de Japanners het zicht op het vliegtuig verloren. Rondom de Clipper waren meerdere explosies te horen van de Japanse schoten, maar met een beetje geluk wist de Clipper met de inzittenden er zonder kleerscheuren vanaf te komen. Een uur later was Ceylon bereikt.

Ceylon was slechts een korte tussenstop, maar toen het vliegtuig net weer vertrokken was, werd duidelijk hoe groot het effect van de verkeerde brandstof was: een van de motoren ontplofte. Het vliegtuig moest omdraaien en weer terug naar Ceylon. Dit betekende ook dat de bemanning kerst daar moest vieren, ver weg van de eigen families. Inmiddels was de reis al meer dan drie weken bezig en zowel de bemanning als de passagiers zaten erdoorheen. Toch moesten ze door, een andere keus was er niet.

Vervolg verliep soepeler

Nadat de motor gerepareerd was, konden de Amerikanen dan eindelijk door naar de volgende bestemming. De bedoeling was om naar Leopoldville (het huidige Kinshasa in Congo) te trekken, met tussenstops in Karachi (Pakistan), Bahrein en Khartoem (Sudan). Deze tocht zou grotendeels over land gaan. Dat betekende een groot risico: als er iets mis mocht gaan, moest de California Clipper op land landen. Hier was het toestel niet voor gemaakt; de vliegboot had geen landingsstelsel en een noodlanding op land zou vrijwel zeker betekenen dat het vliegtuig niet meer gerepareerd kon worden. De reis moest nu dus wel goed gaan. Gelukkig leek alles inderdaad goed te gaan. Even werd het spannend, toen het vliegtuig boven Mekka werd beschoten. Ford had een advies om de heilige stad te ontwijken in de wind geslagen. Hij vertrouwde de weersvoorspelling dat het boven de stad bewolkt zou zijn, maar naar Fords eigen zeggen trok het wolkendek open juist op het moment dat de California Clipper boven de stad vloog en vanaf de grond zou met lichte wapens op het vliegtuig geschoten zijn. Desondanks bereikte het vliegtuig probleemloos Leopoldville.  

Ook in Congo weer pech

Bij de aankomst in Leopoldville kreeg de bemanning koud bier van het lokale Pan Am station en er was genoeg geschikte brandstof om de gehele lange vlucht over de Atlantische oceaan te maken. Kapitein Ford heeft na de reis de aankomst in Leopoldville zelfs als een van zijn leukste momenten van de hele reis genoemd. Het leek erop dat er vanaf nu niks meer mis kon gaan, maar tijdens het opstijgen leek het toch weer finaal fout te gaan.

De volgende tussenstop was het Braziliaanse Natal, 5600 kilometer verderop. Dit kon in principe op één tank worden gedaan, maar het maximale aantal kilometers dat het vliegtuig kon vliegen zonder bij te tanken, was 5800 kilometer. Een kleine tegenslag kon al een brandstoftekort betekenen. Als oplossing hiervoor besloot kapitein Ford om meer brandstof aan boord mee te nemen, om de eventuele tekorten op te vangen.

Clipper

De keerzijde van dit plan was dat het vliegtuig zwaarder werd dan eigenlijk toegestaan. Dit leverde vooral problemen op bij het vertrek vanuit Congo. De vliegboot gebruikte een vijf kilometer lange deel van de Congo rivier als startbaan. Normaliter zou dit ruim voldoende moeten zijn, maar nu niet. Het vliegtuig was door de extra brandstof zo zwaar dat het nauwelijks uit het water kwam. Tot overmaat van ramp lag er aan het einde van de vijf kilometer een reeks watervallen, waarna de rivier smal en bochtig werd. Ford wist het vliegtuig net voor de watervallen toch de lucht in de krijgen.

Gered was het vliegtuig echter nog niet. De warme lucht boven Congo was veel ijler, waardoor de vleugels van het zware vliegtuig veel minder liftvermogen hadden en het vliegtuig vrijwel niet omhoogging. Het gebrek aan liftvermogen zorgde er ook voor dat Ford nauwelijks controle over het vliegtuig had. Ternauwernood kon de bemanning de rotsen rondom het dal ontwijken. Na de ontsnapping uit de Congo vallei kon er eindelijk worden doorgevlogen naar Brazilië.

Laatste stops tot thuis

Ondanks dat het geen wilde vlucht was, was de vlucht van Congo naar Brazilië niet makkelijk. De vlucht naar de haven van Natal duurde 23 uur en 35 minuten, de langste non-stop vlucht voor de Boeing 314 ooit. Het was de bedoeling om in Natal alleen even bij te tanken en daarna verder te vliegen, maar daar gingen de autoriteiten niet mee akkoord. Het hele vliegtuig moest ontsmet worden om uitbraken van gele koorts te voorkomen, waardoor alle inzittenden het vliegtuig moesten verlaten. Toen de California Clipper uren later weer het luchtruim koos, kwam de bemanning er achter dat de kluis aan boord was opengebroken en dat er geld en andere waardepapieren waren gestolen. De bemanning vermoedde dat de ontsmetting een dekmantel voor de diefstal was, maar bewijs daarvoor is nooit gevonden. Het enige wat de bemanning nu kon doen is zich erbij neerleggen en doorgaan naar de laatste tussenstop: Trinidad.

De reis van Brazilië richting de Verenigde Staten verliep zonder verdere opmerkelijke gebeurtenissen. Op 6 januari 1942 om 5:54 in de ochtend kwam de Marine Terminal van LaGuardia, New York, dan eindelijk in zicht. Na een reis van meer dan vijf weken was het eindpunt in zicht. Na radiocontact te hebben gehad met de luchtverkeersleiding bleek dat het vliegtuig nog een uur in de lucht moest blijven, aangezien er niet voor 7 uur ’s ochtends geland mocht worden. Voor het uitgeputte personeel leek dit enkele uurtje uren te duren, nu ze zo dicht bij huis waren. Na het lange uur mocht Ford de Clipper eindelijk naar zijn eindbestemming brengen.

In totaal duurde de hele reis van San Francisco naar New York ruim vijf weken. De bemanning van de California Clipper brachten in totaal 209 uur in de lucht door, meer dan acht volledige dagen. Onderweg landde het vliegtuig achttien keer in twaalf verschillende landen op vijf continenten. Hiermee was de eerste commerciële vlucht om de wereld een feit. Maar door de focus op de Tweede Wereldoorlog zat een feestelijk onthaal er voor de bemanning niet in.

Clipper

Bronnen:

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

nummer 1 van 2025

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!