Geen afbeelding beschikbaar

Invoering van de Gulden in Nederland

De gulden werd in de veertiende eeuw in Nederland ingevoerd naar voorbeeld van de gouden florijn uit de Italiaanse stad Florence.

De eerste gulden werd florijn genoemd, naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence. Deze stad was in die tijd de meest uitgesproken renaissancestad van Italië. Bankiers uit Florence financierden voor een groot deel de Europese handel en industrie. In 1252 werd daar de eerste belangrijke gouden munt geslagen sinds de Karolingische tijd (8e tot de 10e eeuw): de fiorino d’oro. Omdat deze munt een zeer hoog goudgehalte had, kon er met de florijn in een groot deel van West-Europa betaald worden, ook in Nederland. Deze munt had aan de ene kant een afbeelding van stadspatroon Sint jan de Doper en aan de andere kant de lelie.

Invoering van de gulden

De munt werd in veel West-Europese landen nagebootst inclusief in de Nederlanden. Hertog Jan III van Brabant (1300-1355) was de vorst die het muntstuk hier introduceerde. In 1378 kwam in navolging van deze florijn de eerste Hollandse gulden in omloop door graaf Willem V. Hiermee was de trend gezet. In navolging van Willem V ontstonden er verschillende munten met de naam 'gulden', het was Filips de Goede die de gulden vastlegde als basis van de munteenheden in de Nederlanden. Door de verschillende privileges die de gesten hadden, sloegen die aan het einde van de 15e eeuw sloegen al deze Nederlandse gewesten hun eigen guldens, met uitzondering van Groningen. Groningen en Oost-Friesland bleven tot de 17e eeuw de Emdense munt gebruiken. 

Keizer Karel V was de volgende die meer eenheid in de munteenheden van de Nederlanden bracht. Hij bracht in 1521 een gouden munt in omloop die de 'carolus' werd genoemd. Deze gouden munt werd vastgesteld op een waarde van twintig stuivers, waarmee de gulden dus een vaste rekeneenheid werd. In 1582 volgde de 'zilveren carolus', die tot bleef 1680 gelden als eenheidsmunt voor de Zeventien Provinciën.

Die zilveren carolus functioneerde echter niet echt als een eenheidsmunt. De Zeventien Provinciën waren verscheurd door de Tachtigjarige Oorlog en in de Noordelijke Nederlanden kwam het muntrecht bij de verschillende provincies te liggen. Die konden dus zelf hun munten slaan en daarbij werd niet bepaald een eenduidige werkwijze aangehouden. Daardoor ontstonden er verschillen in gewicht en kwaliteit tussen verschillende munten. Doordat handige mensen ook nog eens stukjes van de munten af slepen of vijlden, de munten 'snoeiden', ontstond er een situatie waarbij munten lang niet allemaal dezelfde waarde hadden. Geldwisselaars bepaalden aan de hand van gewichtjes hoeveel een munt waard was, en rekenden daar uiteraard ook weer een bedrag voor. 

Eenheidsmunt

In 1681 werd er een poging ondernomen om tot een nieuwe nationale munt te komen met de invoering van de ‘statenmunt’. Munthuizen bleven echter naast deze ‘nationale’ munt ook de regionale munten slaan. Hierdoor bleef er sprake van een uitgebreid scala aan geldstukken. Doordat Nederland in die tijd veel handel dreef met buitenlandse mogendheden was er daarnaast ook nog veel buitenlands geld in omloop. Niet altijd even overzichtelijk. In de achttiende eeuw bedacht de Staten Generaal hier een oplossing voor. Door de officiële zilveren en gouden munten een gekartelde rand te geven, werd bepaald wat het wettige betaalmiddel in de Republiek was. Vanaf 1749 werden alle zilveren en gouden munten voorzien van deze kartelrand. Desondanks beleven veel verschillende muntstukken circuleren in de Republiek. Daar kwam begin 19e eeuw echter verandering in.

Franse tijd

In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van Holland. Lodewijk Napoleon begon het Hollands bestuur te centraliseren en te moderniseren. Hij voerde de burgerlijke stand, het kadaster, een nieuw Wetboek van Strafrecht, een nieuw Burgerlijk Wetboek en nieuwe belastingwetten in. Daarnaast voerde hij ook een nieuwe munt in. Toen hij echter in 1810 werd teruggefloten door zijn broer Napoleon Bonaparte en Nederland werd ingelijfd bij Frankrijk, werd de Franse Franc het wettige betaalmiddel. Deze munt hield niet lang stand in Nederland en al in 1825 was de Franse Franc geen wettig betaalmiddel meer, maar maakte de gulden opnieuw een opmars.

Opmars van de gulden

Op 18 september 1816 werd een muntwet aangenomen waarmee de onderverdeling van de gulden in 100 cent werd vastgelegd. Het decimale muntenstelsel werd hiermee definitief ingevoerd. Een jaar later, in 1817, sloeg koning Willem I zijn eigen gulden. Op de munt stond de kop van de koning met de tekst ´koning der Nederlanden´. Een jaar later werd de tekst ‘god zij met ons’ toegevoegd. Deze munten bleven bijna tweehonderd jaar gehandhaafd. Hoewel het ontwerp en de stijl sindsdien weleens veranderd werd, bleef de basis hetzelfde. op de ene kant het hoofd van het staadshoofd, de kop, op de andere kant een aanduiding van de waarde van de munt. . Tot 1 januari 2002 toen de euro werd ingevoerd.

De gulden terug?

De gulden is daarmee geen wettelijk betaalmiddel meer, maar allerminst vergeten. Regelmatig laten mensen blijken terug te verlangen naar de gulden, omdat de Euro en de bijbehorende monetaire eenheid met andere Europese landen ook voor financiële problemen zou kunnen zorgen, vooral als één van die landen in een economische recessie raakt. Wilders liet in 2011 onderzoeken te onderzoeken of de gulden opnieuw kan worden geïntroduceerd. Uit dat onderzoek bleek dat de gulden voordeliger zou zijn, maar al snel verschenen ook berichten dat het onderzoek dat werd uitgevoerd door het Britse onderzoeksbureau Lombard Street Research niet correct zou zijn uitgevoerd,w aardoor de uitkomst ook niet zou kloppen. Zo rapporteerde het bureau een welvaartsverlies door de invoering van de Euro, maar kon dat cijfermatig niet onderbouwen. Daarnaast zouden de kosten van een terugkeer naar de Euro zijn onderschat en de opbrengsten juist volgens het meest rooskleurige scenario zijn gepresenteerd. 

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

cover GM3

Het extra dikke nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 18 april. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

GM 2 cover - nu in de winkel

Het tweede nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Vergeten D-Day: Italië, 1943

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.