Kennedy bij de opening van de Mona Lisa-tentoonstelling in de National Gallery of Art, Washington, D.C

Jacqueline Kennedy brengt Mona Lisa naar de Verenigde Staten

De Mona Lisa is het beroemdste schilderij ter wereld en de trots van het Louvre. Daarom verlaat het meesterwerk van Leonardo da Vinci het Louvre bijna nooit. In 1962 werd een uitzondering op die regel gemaakt voor First Lady Jacqueline Kennedy en stak het schilderij de Atlantische Oceaan over.


The First Lady


De mysterieus glimlachende Mona Lisa werd naar de Verenigde Staten gehaald door de inspanningen van een andere dame; First Lady Jacqueline Kennedy. In 1962 wist ze tijdens een officieel diner in het Witte huis de Franse minister van Cultuur Andre Malraux over te halen om de Mona Lisa uit te lenen aan Verenigde Staten. Hiermee wilde ze de banden tussen Frankrijk en de Verenigde Staten aanhalen en kunst aan de man brengen in Amerika.  


Dit ging echter niet zonder slag of stoot. De meeste kunstexperts vonden het een slecht idee om de Mona Lisa in de winter over de Atlantische Oceaan te vervoeren. Het beroemde schilderij is namelijk gemaakt van populierenhout, dat bij veranderende temperatuur of luchtvochtigheid kan gaan vervormen. Als dat gebeurt kan de verf van het beroemde schilderij loslaten. Een groep conservatoren van het Louvre dreigden zelfs ontslag te nemen als het schilderij uitgeleend zou worden, en de Franse krant Le Figaro riep de Amerikanen op om de uitleen te weigeren.


De risico’s van de uitleen veroorzaakten dus veel onrust in Frankrijk. De Mona Lisa had het land niet meer verlaten sinds het in 1911 gestolen werd uit het Louvre en in 1913 teruggevonden werd in Florence, Italië. Op een gegeven moment was de boosheid zelfs zo groot dat er in Parijs rellen dreigden. Ook aan de Amerikaanse zijde waren er bedenkingen: als de Mona Lisa beschadigd raakte, zou dat ook de diplomatieke relatie tussen Frankrijk en de Verenigde Staten schade toebrengen.


Strikte beveiliging


Uiteindelijk ging de Mona Lisa toch op reis. Een verzekeringsmaatschappij schatte de waarde van het schilderij in op 100 miljoen dollar, het hoogste bedrag voor een schilderij ooit. Uiteindelijk werd besloten dat de kosten van de verzekeringspremie te hoog waren. De Mona Lisa stak dus onverzekerd de Atlantische Oceaan over op het schip de SS France.


Onverzekerd betekende echter niet onbeveiligd. De verpakking van het schilderij was waterdicht en vuurvrij en was zo gebouwd dat de temperatuur niet meer dan één graad zou veranderen. Dit moest de gevreesde vervorming van het populierenhout tegengaan. Tijdens de reis werd deze verpakking vastgemaakt op het frame van een bed in een luxecoupé, waar het vierentwintig uur per dag omringd werd door beveiligers en museumpersoneel. Op de zijkant van de verpakking was de Franse vlag geschilderd, zodat het pakket herkend kon worden als het onverhoopt in zee belandde.


First Lady Jacqueline Kennedy bij de opening van de Mona Lisa-tentoonstelling in de National Gallery of Art, Washington, D.C


Uiteindelijk kwam de Mona Lisa op 19 december 1962 aan in de haven van New York. De Amerikaanse overheid had het schilderij hetzelfde beveiligingsniveau gegeven als president Kennedy normaal genoot. Dat betekende dat werd geëscorteerd door de Coast Guard, werd opgewacht in de haven door hoogwaardigheidsbekleders en in een gekoelde vrachtwagen vervoerd werd naar Washington D.C. Langs de route werd al het andere verkeer geweerd zodat de stoet ongehinderd kon doorrijden. Eenmaal in de hoofdstad werd de Mona Lisa drie weken lang bewaard in een kluis waar het vierentwintig uur per dag bewaakt werd. Toen het schilderij tentoongesteld werd, was dat achter kogelvrij glas stonden er voortdurend twee bewapende mariniers en een handvol detectives bij het werk.


Miljoenen bezoekers


Frankrijk had de Mona Lisa expliciet niet uitgeleend aan de Verenigde Staten, maar aan het John en Jacqueline Kennedy zelf. Op 8 januari 1963 openden het presidentiële echtpaar de tentoonstelling van de Mona Lisa persoonlijk in de National Gallery. Hierbij waren alle leden van het Amerikaanse Congres, de Senaat en het Hooggerechtshof aanwezig. Het was de enige tentoonstelling ooit die geopend werd met een speech van de president van de Verenigde Staten. Na de notabelen konden ook gewone Amerikanen het meesterwerk van Leonardo da Vinci komen bewonderen.


De Mona Lisa hing in de National Gallery van 8 januari 3 februari 1963. In deze periode trok het meer dan een half miljoen bezoekers, die soms uren in de rij stonden in het koude winterweer. Mensen brachten baby’s en zelfs puppy’s mee om het schilderij te bewonderen. De openingstijden van het museum moesten verruimd worden om iedereen binnen te kunnen laten. Maar zelfs met die maatregel konden bezoekers maar een paar seconden naar het schilderij kijken voordat ze ruimte moesten maken voor de volgenden.


Na haar tijd in de National Gallery werd de Mona Lisa vervoerd naar het Metropolitan Museum of Art in New York, waar het nog een maand te zien was. Het schilderij werd onthuld door de burgemeester van de stad, die de Mona Lisa beschreef als ‘one of the most beautiful tourists we are ever likely to have’. Ook in de Big Apple kon het beroemde schilderij op veel aandacht rekenen. Op de openingsdag stonden de eerste mensen al vier uur voor de openingstijd van het museum in de rij. Er wordt geschat dat deze tentoonstelling meer dan een miljoen bezoekers trok.


Aan het einde van haar reis door de Verenigde Staten was de Mona Lisa bezocht door 1,7 tot twee miljoen mensen. De opzet van Jacqueline Kennedy was geslaagd: de National Gallery en het Metropolitan Museum of Art kregen veel bezoekers die anders nooit naar musea gingen en nu op een relatief toegankelijke manier in aanraking waren gekomen met kunst.



Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!



Diplomatieke spanningen


In zijn speech bij het openen van de tentoonstelling met de Mona Lisa in de National Gallery benadrukte president Kennedy de speciale band tussen Frankrijk en de Verenigde Staten. Enkele dagen later sprak hij echter zijn teleurstelling uit over het beleid van dat land. De uitleen van de Mona Lisa viel, ondanks alle feestvreugde, namelijk samen met diplomatieke spanningen tussen de twee landen.


Dat kwam doordat de Franse president Charles de Gaulle de toetreding van de Amerikaanse bondgenoot Groot-Brittannië tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG) blokkeerde. De Verenigde Staten zagen die toetreding als een belangrijke stap voor een sterk en verenigd Europa tegen het communisme. De Cubacrisis van oktober 1962 zat immers nog vers in het geheugen.


De Gaulle was echter bang dat de toetreding van Groot-Brittannië tot de EEG Frankrijk macht zou kosten en de Verenigde Staten nog meer invloed zouden geven in Europa. Hij hield daarom zijn poot stijf in deze kwestie en gebruikte zijn veto om Groot-Brittannië buiten de EEG te houden. Engeland zou uiteindelijk pas in 1973 toetreden, toen De Gaulle geen president meer was.


De uitleen van de Mona Lisa aan de Verenigde Staten kwam gelukkig eerder dan dat tot een goed einde. Op 12 maart 1963 werd het schilderij ingescheept op de SS United States voor de terugreis naar Frankrijk, waar het op 12 maart weer veilig teruggehangen werd in het Louvre. De laatste keer dat de Mona Lisa het Louvre verliet was in 1974, toen het naar Tokyo en Moskou reisde.


Bronnen


Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.