Jozef Pidulski: rebel, maarschalk, dictator en Vaders des Vaderlands
Jozef Pilsudski’s leven stond in het teken van zijn vaderland. In 1918 zette hij Polen letterlijk en figuurlijk terug op de kaart en in 1920 wist hij een invasie van het Russische Rode Leger af te slaan (‘het wonder aan de Wisla’). Maar het is niet al goud wat er blinkt. Na een staatsgreep in 1926 regeerde Pilsudski als despoot. Ivo van de Wijdeven laat ons kennismaken met deze rebel, maarschalk, dictator en Vader des Vaderlands.
Tekst: Ivo van de Wijdeven
Toen Jozef Pilsudski in 1867 werd geboren, bestond Polen helemaal niet. Het was van de kaart geveegd tijdens de zogeheten Poolse Delingen. Tussen 1772 en 1795 hadden de buurlanden van Polen - het Russische Rijk, het Habsburgse Rijk en het koninkrijk Pruisen - het land in drie stappen onder elkaar verdeeld.
Streven naar Poolse onafhankelijkheid
Pilsudski’s wieg stond in het huidige Litouwen, dat toen behoorde tot ‘Russisch Polen’. Hij was de zoon van een verarmde edelman. Vaderlandsliefde was de jonge Pilsudski door zijn moeder met de paplepel ingegoten en toen hij medicijnen ging studeren, had hij al gauw vooral aandacht voor allerlei ondergrondse clubs die met Karl Marx’ Das Kapital in de hand streefden naar Poolse onafhankelijkheid dan voor de studie.
Verbanning naar Siberië
Omdat zijn broer Bronislaw zijdelings betrokken was bij een mislukte aanslag op tsaar Alexander III, werd ook Jozef gestraft: hij werd in 1887 verbannen naar Siberië. Toen hij vijf jaar later terugkeerde, was hij veranderd van een naïeve idealist in een verbeten opstandeling. Hij ging ondergronds als lid van de pas opgerichte Poolse Socialistische Partij (PPS) en als de mythische ‘kameraad Victor’ was hij de drijvende kracht achter de illegale partijkrant Robotnik (De Arbeider). Toen de Russische politie Pilsudski in 1900 eindelijk te pakken kreeg en opsloot in de gevreesde citadel van Warschau, wist hij te ontsnappen door krankzinnigheid te veinzen. Voor de Russen werd hij staatsvijand nummer 1.
Bojówka: de kiem van een toekomstig Pools leger
Pilsudski nam de wijk naar Krakau (Kraków) in het Oostenrijkse deel van Polen. Daar kreeg hij de leiding van de Bojówka (stoottroep, militie), een knokploeg die bankovervallen en bevrijdingsacties in Russisch Polen uitvoerde. Pilsudski zag de Bojówka als de kiem van een toekomstig Pools leger. Volgens hem was langdurige gewapende strijd de enige weg naar Poolse onafhankelijkheid. In 1904 <H> toen de Russen het druk hadden met hun oorlog tegen Japan <H> organiseerde hij op eigen houtje een opstand, die mislukte. De PPS-leiding was woedend en hief de Bojówka op.
De grootste treinroof in de Poolse geschiedenis
Pilsudski ging op eigen houtje verder. Samen met zijn trouwste handlangers overviel hij in 1908 een trein met een Russisch geldtransport, de grootste treinroof in de Poolse geschiedenis. Dit leverde het startkapitaal voor de Strzelczy (Schutters), Pilsudski’s paramilitaire privéleger, dat uitgroeide tot 15.000 fanatiekelingen die in augustus 1914 bij het begin van de Eerste Wereldoorlog aan Oostenrijk-Hongaarse zijde ten strijde trokken tegen het tsaristische Rusland.
Benieuwd hoe dat afliep? Lees het in Geschiedenis Magazine nummer 6 van 2020.
Dit nummer is vanaf dinsdag 25 augustus verkrijgbaar in boekhandel en kiosk.
Nooit meer een nummer missen? Neem een abonnement, dan mis je niks!
Meld je aan Geef Geschiedenis Magazine cadeau
Abonnees krijgen dit nummer eind augustus in de brievenbus.
Over de Auteur
Ivo van de Wijdeven is historicus en politiek analist. Hij schreef over dit onderwerp in De spoken van Visegrád – De onbekende geschiedenis van Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije (Unieboek/Spectrum, 2018).