Slag bij Manzikert, gruwelijke nederlaag en aanleiding voor de Eerste Kruistocht
Op 26 augustus 1071 vond de slag bij Manzikert tussen Byzantijnse keizer Romanus IV en Seldjoekse sultan Arp Aslan plaats. De slag wordt gezien als keerpunt in de middeleeuwse geschiedenis en als directe aanleiding voor de Eerste Kruistocht, 25 jaar later. De Byzantijnen hadden al jaren te kampen met nomadenvolkeren uit het oosten. Deze keer was het echter anders.
De Seldjoeken en sultan Arp Aslan
De Seldjoeken waren een Turks nomadenvolk, oorspronkelijk afkomstig uit gebieden in het huidige Mongolië en later gebieden bij de Kaspische Zee. Gedurende de 11de eeuw werden zij ingezet als huurlingen door de verschillende Perzische en Turkse staten rond de Kaspische Zee. In 1040 zouden zij onder leiding van Togrul Beg het sterk verzwakte Abbasidenkalifaat, zonder enige weerstand van betekenis, kunnen binnendringen. Ze trokken plunderend door Iran en Irak en bereikten uiteindelijk Armenië en zelfs het Byzantijnse Anatolië. Al snel moest de kalief in Bagdad zich gewonnen geven. In één klap werden de Seldjoeken verheven van een plunderend nomadenvolk tot heersers van een gigantisch rijk dat zich uitstrekte van de Middellandse Zee tot ver in het huidige Iran. Togrul Beg stierf in 1063 en werd opgevolgd door zijn kleinzoon, die bekeerde tot de Islam en daarbij de naam Mehmed zou aannemen. Vanwege zijn dapperheid en militaire succes kreeg hij de bijnaam Arp Aslan, wat moedige leeuw betekent. Onder zijn bewind zouden er nog vele plundertochten plaatsvinden in het oosten van het Byzantijnse rijk.
Keizer Romanus IV
Romanus IV, Byzantijnse keizer sinds 1067, was een ambitieus man. Hij wilde de Seldjoekse plundertochten voor eens en voor altijd stoppen en zelfs Iran, Irak en Syrië onder zijn bewind brengen. In 1068 vertrok hij met een leger richting Armenië. De Seldjoeken bleken echter ongrijpbaar en lieten zich niet verleiden tot een grote veldslag. Daarom besloot Romanus in 1071 een gigantisch leger op de been te brengen, om de Seldjoeken te dwingen een grote veldslag aan te gaan. Schrijvers uit die tijd waren onder de indruk van de grootte van Romanus’ leger. De Armeense monnik Mattheos van Edessa schreef zelfs over een leger van meer dan een miljoen man. De daadwerkelijke grootte wordt tegenwoordig echter geschat op zo’n 40.000 man.
Nep-vredesverdrag
Romanus had eerder dat jaar zijn diplomaten naar Arp Aslan gestuurd om een vredesverdrag te laten ondertekenen. Arp Aslan was bereid hiermee in te stemmen aangezien hij wel andere zorgen aan zijn hoofd had. Hij wilde zijn aandacht graag richten op het zuiden, om zijn oorlog tegen het Sjiitische Fatimidenkalifaat voort te zetten. Met Romanus’ nep-vredesverdrag kon hij de sultan verrassen.
Terugkeer van Arp Aslan
Toen Arp Aslan het nieuws hoorde dat er een gigantisch Byzantijns leger aan het oprukken was, haastte hij zich snel weer richting het noorden. Hij was op dat moment het Fatimidische Aleppo aan het belegeren. Aleppo was een rijke stad, rijp voor de plunder. Dit was natuurlijk aantrekkelijk voor de manschappen van de sultan. Een verdedigende missie in Armenië was een stuk minder aantrekkelijk. Daarom zouden veel soldaten deserteren. Toen de keizer en de sultan elkaar troffen bij Manzikert in Seldjoeks territorium, was de omvang van het leger van de sultan slechts de helft van die van de keizer.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Splitsing van het Byzantijnse leger
Romanus had erop gerekend dat Arp Aslan uit het zuiden zou komen. Hij besloot de helft van zijn leger onder leiding van generaal Joseph Tarchaneiotes af te splitsen, zodat deze de zuidelijke route naar Manzikert kon bewaken. De keizer zelf zou Manzikert belegeren. Het garnizoen van de stad gaf zich gelijk gewonnen bij het zien van het grote leger. Romanus wachtte na zijn snelle overwinning op nieuws van Tarchaneiotes.
Sabotage?
Dit nieuws zou echter nooit komen. Het is onduidelijk waarom precies, maar van het leger van Tarchaneiotes is nooit meer iets vernomen. Seldjoekse bronnen zeggen dat zijn leger verslagen is, Byzantijnse bronnen zeggen niets over dit onderwerp. Tegenwoordig vermoeden historici dat Tarchaneiotes simpelweg op eigen houtje is teruggekeerd naar de hoofdstad Constantinopel. Het Byzantijnse rijk was op dat moment namelijk verdeeld onder machtige adellijke families. Sommige van hen waren er op uit om gebruik te maken van de situatie en de keizer te saboteren tijdens zijn veldtocht.
De slag bij Manzikert
Wat de reden ook moge zijn, Romanus moest de Seldjoeken met de helft van zijn leger bevechten. Op ongeveer 4 kilometer verwijderd van Manzikert zette de sultan hinderlagen in de heuvels op. Het Byzantijnse leger rukte langzaam op en werd constant bestookt door Seldjoekse boogschutters, die zich langzaam terugtrokken. Het keizerlijke leger kon lang zijn discipline bewaren en de verleiding tot een wilde aanval weerstaan, maar uiteindelijk zetten de Byzantijnen toch de achtervolging op de Seldjoeken in. De Seldjoeken trokken zich verder terug waardoor het middenstuk, de linker- en de rechterflank van de Byzantijnse voorhoede, geïsoleerd raakten. Daardoor viel het leger volledig uit elkaar. De achterhoede trok zich vroegtijdig terug, mogelijk wederom als gevolg van sabotage. De rechterflank, wellicht in de veronderstelling dat de keizer was omgekomen, trok zich ook vroegtijdig terug. Het centrum onder leiding van Romanus probeerde de ingesloten linkerflank nog te ontzetten, maar werd ook omsingeld en uiteindelijk verslagen. Romanus overleefde, maar werd hierbij gevangen genomen.
Romanus in gevangenschap
Romanus werd door de sultan als geëerde gast behandeld. Arp Aslan had niet de ambitie om verder Byzantijns territorium in te trekken en wilde toekomstige Byzantijnse veldtochten voorkomen. Nadat hij een beperkt deel van zijn rijk afstond aan Arp Aslan en een afkoopsom betaalde, werd Romanus vrijgelaten. In Constantinopel was hij echter al afgezet en was er alweer een nieuwe keizer gekroond.
Nasleep van de oorlog
Niet zo zeer vanwege de desastreus verlopen slag tegen de Seldjoeken, maar meer vanwege de interne strijd die na de slag bij Manzikert volgde, zou het Byzantijnse rijk bijna geheel de controle verliezen over Anatolië. De slag bij Manzikert wordt daarom ook wel gezien als het begin van het einde voor het Byzantijnse rijk. Hoewel de Seldjoekse plundertochten stopten, maakten andere Turkse nomadenstammen gebruik van het machtsvacuüm in Anatolië door juist wél plundertochten uit te voeren. Ook onttrokken meerdere regionale heersers zich aan het bewind van de keizer in Constantinopel. Mede vanwege deze chaos zou keizer Alexios I, de paus verzoeken hem te hulp te staan. Dit zou in 1096 leiden tot de Eerste Kruistocht.
Bronnen: Al Masaq, De Re Military, Kings and Generals, Turkish Khan.