Speciaal onderwijs
Ik heb mijn hele leven altijd hard gewerkt en nog nooit gestaakt, maar vandaag sta ik er!
Aldus Nell Kimenai, ambulant begeleider voor kinderen met een beperking. Ze staakt omdat er fors bezuinigd wordt op het passend onderwijs, waardoor veel reguliere scholen geen speciale ondersteuning meer kunnen bieden aan leerlingen met een handicap of ander probleem. De eerste aanzetten tot speciaal onderwijs stammen uit de 19e eeuw.
Het idee van een openbaar onderwijs, gefinancierd vanuit de staat en toegankelijk voor een ieder, werd geboren tijdens de Verlichting in de 18e eeuw. Zo schreef de denker Diderot: “Het onderwijzen van een land staat gelijk aan het beschaven ervan”. De legers van Napoleon verspreidden de Franse Revolutie en de Verlichting naar Nederland in 1795. Gedurende de Franse overheersing (1795-1813) werd het onderwijs voor het eerst een staatsaangelegenheid met de invoering van de onderwijswet in 1806.
In de 19e eeuw werd er ook voor het eerst speciaal onderwijs gegeven aan kinderen met een fysieke of mentale handicap. Nadat de leerplicht werd ingevoerd in 1901 kreeg het speciaal onderwijs meer vorm. Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten nu naar school, maar niet iedereen kon zo gemakkelijk leren als zijn leeftijdgenootjes. Daarom kwam er in de jaren ‘20 het Buitengewoon Lager Onderwijs, bestemd voor moeilijk lerende kinderen.
In de loop der tijd zijn er allerlei speciale scholen bijgekomen, zoals de MLK- (moeilijk lerende kinderen) en ZMOK- scholen (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) en scholen voor blinde- of slechthorende kinderen. Veel ouders wilden graag dat hun kind toch naar regulier onderwijs kon, om niet in een hokje te vallen en contact te houden met leeftijdsgenoten zonder handicap. Sommige opvoedkundigen menen dat het goed is voor kinderen om in een diverse omgeving op te groeien.
Speciale begeleiders helpen een beperkt kind functioneren op een gewone school. Dankzij de bezuinigingen zal dit steeds minder mogelijk worden. Gehandicapte kinderen zullen niet meer de aandacht krijgen die ze nodig hebben, en daardoor naar speciale scholen moeten gaan. Ook zullen veel speciale onderwijzers en begeleiders hun baan verliezen. “Het is echt heel treurig wat er gaat gebeuren”, meent Kimenai.